5.14
Gastoevoer
Risico op explosie te wijten aan brandstoflekken
in aanwezigheid van een ontvlambare bron.
Voorzorgsmaatregelen: voorkom stoten, wrijvin-
gen, vonken, warmte.
Controleer of het afsluitkraantje van de brandstof
gesloten is alvorens werkzaamheden op de bran-
der uit te voeren.
De installatie van de toevoerleiding van de brand-
stof moet uitgevoerd worden door bevoegd perso-
neel, volgens de uitleg in deze handleiding en
conform de van kracht zijnde normen en wetsbe-
OPGELET
palingen.
5.14.1 Gastoevoerleiding
Legende (Afb. 24 - Afb. 25 - Afb. 26 - Afb. 27)
1
Gastoevoerleiding
2
Manueel ventiel
3
Antivibratiekoppeling
4
Manometer met drukknopkraan
5
Filter
6A Bevat:
– filter
– werkingsventiel
– veiligheidsventiel
– drukregelaar
6B Bevat:
– werkingsventiel
– veiligheidsklep
– drukregelaar
6C Bevat:
– veiligheidsventiel
– werkingsventiel
6D Bevat:
– veiligheidsventiel
– werkingsventiel
7
Minimum gasdrukschakelaar
8
Dichtingscontrole, geleverd als accessoire of geïntegreerd,
in functie van de code van de gasstraat. Volgens de norm EN
676 is de dichtingscontrole verplicht voor branders met een
maximumvermogen boven 1200 kW.
9
Pakking, enkel voor "geflenste" versies
10 Drukregelaar
11 Adapter straat-brander, afzonderlijk geleverd
P2 Druk vóór de ventielen/regelaars
P3 Druk vóór de filter
L
Gasstraat, afzonderlijk geleverd
L1 Ten laste van de installateur
Installatie
MBC "met schroefdraad"
20062223
MBC "met flens" - VGD
20062225
DMV "met flens of schroefdraad"
20062227
CB "met flens of schroefdraad"
20062228
25
NL
Afb. 24
Afb. 25
Afb. 26
Afb. 27
20124045