5.13
Pomp
5.13.1 Technische gegevens
Pomp
Min. debiet bij een druk van 30 bar
Drukveld bij toevoer
Max. onderdruk bij aanzuiging
Viscositeitswaarde
Max. temperatuur stookolie
Max. druk bij toevoer en terugloop
IJking druk in de fabriek
D11321
Legende (Afb. 23)
1
Aanzuiging
2
Terugloop
3
Koppeling vacuümmeter
4
Koppeling manometer
5
Drukregelaar
5.13.2 Aanzuiging van de pomp
Zorg ervoor, alvorens de brander te starten, dat
de terugloopleiding naar de tank niet verstopt is.
Een eventuele verstopping zou de afdichting op
OPGELET
de pompas kunnen beschadigen.
Voor de zelfopwekking van de pomp (Afb. 23) is het nodig
om de schroef 4) van de pomp los te draaien om de lucht in
de aanzuigleiding af te laten.
Start de brander, sluit daarvoor de afstandsbedieningen.
Controleer, zodra de brander start, de rotatierichting van de
waaier van de ventilator.
Indien er stookolie lekt uit schroef 4), is de pomp aangezo-
gen.
Stop de brander en schroef de schroef 4) vast.
De duur van deze handeling hangt af van de diameter en de leng-
te van de aanzuigleiding.
Als de pomp bij een eerste start niet aangezogen wordt en de vei-
ligheidsstop van de brander in werking treedt, wacht ongeveer 15
sec., ontgrendel de brander en herhaal de startfase. Enzovoort.
20124045
Afb. 23
G 1" 1/2
G 1"
G 1/4"
G 1/4"
Installatie
Na iedere 5-6 ontstekingen dient men 2-3 minuten te wachten om
de transformator te laten afkoelen.
Belicht de cel QRI niet, om de vergrendeling van de brander te
voorkomen; de brander valt hoe dan ook stil 10 s na het aanslaan
ervan.
Deze bovenstaande handeling is mogelijk omdat
de pomp bij het verlaten van de fabriek gevuld is
met brandstof.
OPGELET
Indien de pomp leeg is, vul hem met brandstof via
de vacuümmeteraansluiting 4)(Afb. 23) alvorens
de pomp te starten, anders loopt hij vast.
Vul de leiding met een afzonderlijke pomp indien
de aanzuigleiding langer is dan 20-30 m.
24
NL
RLS 1300/E C11
VBHGRPZ
3000 l/h
9 - 40 bar
0,6 bar
6 - 800 cSt
150 °C
5 bar
25 bar
Tab. G