5.10
Positie van de elektrode
Positioneer de elektrode op de ontstekingsvlam,
houd rekening met de afmetingen vermeld in
Afb. 17.
OPGELET
5.11
Afstelling van de branderkop
De servomotor van de luchtklep 4)(Afb. 18) varieert het luchtde-
biet in functie van de vraag om vermogen, en een andere servo-
motor varieert de regeling van de branderkop.
Dankzij dit systeem is de regeling optimaal, ook bij het minimum
van het werkingsveld.
4
20124119
De gasleidingen verlaten de fabriek met ijking op
merkteken 1.
Dankzij de regeling die wordt aangeduid in Afb. 19
OPGELET
kunnen de gasleidingen in de optimale positie ge-
draaid worden in functie van het systeem waarop
de brander is gemonteerd (bijv. ketels met vlamin-
versiekamer).
1
20124120
Installatie
0
18.5
- 2
Gaspijpstuk
Afb. 18
Afb. 19
21
NL
71.5
± 1
Elektrode
D9218
Afb. 17
20124045