Advertenties
nl
|
Instrumentinstellingen
6.1
Fabrieksinstellingen
Afwijkende instellingen kunnen bij bestelling klantspecifiek
worden geselecteerd. De instelling kan met de PC-software
Dräger CC-Vision worden gecontroleerd en gewijzigd.
Apparaatinstellingen via CC-Vision:
De gewijzigde parameterinstellingen moeten na de
verzending op het gasmeetinstrument worden gecontroleerd
om er zeker van te zijn dat de waarden juist zijn verzonden.
Parameters die niet op het gasmeetinstrument kunnen
worden bekeken, moeten na wijziging met behulp van de PC-
software Dräger CC-Vision worden uitgelezen en
gecontroleerd.
Apparaatinstellingen via een cloudoplossing:
Om de conformiteit met EN 50271 te garanderen, moeten
de overgedragen parameters bij configuratiewijzigingen op
juistheid worden gecontroleerd.
Functie
Verse lucht kalibratie zonder
1)
wachtwoord
Bumptest zonder wacht-
woord
2)
Waterstofverrekening
Levenssignaal (akoestisch)
Bewegingsloosalarm
®
Bluetooth
Uitschakelen toegestaan
3)
Vangbereik
4)
OEG-factor
5)
CH
(methaan)
4
H
(waterstof)
2
C
H
(propaan)
3
8
STEL
TWA
Configuratietype alarmgren-
zen
Alarm A1
Alarm A2
114
Instelling
Aan
Aan
Aan
Uit
Uit
Uit
Aan
Aan
4,4 Vol% (komt overeen met
100 %OEG)
4,0 Vol% (komt overeen met
100 %OEG)
1,7 Vol% (komt overeen met
100 %OEG)
Functie STEL - inactief; duur
gemiddelde waarde =
15 minuten
Functie TWA - inactief; duur
gemiddelde waarde = 8 uur
ATEX-conform
Bevestigbaar, niet zelfhou-
dend, vooralarm, stijgende
meetwaarde (O
-sensor ook
2
dalende meetwaarde)
Niet-bevestigbaar, zelfhou-
dend, hoofdalarm, stijgende
meetwaarde (O
-sensor ook
2
dalende meetwaarde)
Functie
Verstreken bumptestinterval
Verstreken kalibratie-interval Kanaalwaarschuwing
1) De verseluchtkalibratie/nulpuntkalibratie wordt niet ondersteund door
het CO
-kanaal van de infraroodsensor en de XXS O
2
2) Bij geactiveerde XXS H
2
IR Ex/CO
of IR Ex.
2
3) Het vangbereik kan met de PC-software Dräger CC-Vision worden
geactiveerd of gedeactiveerd. Het vangbereik is in de meetmodus in
de fabriek geactiveerd. In de kalibratiemodus is het vangbereik altijd
gedeactiveerd.
4) De OEG-factor kan met de PC-software Dräger CC-Vision aan natio-
nale voorschriften worden aangepast.
5) Notatie in het gasmeetinstrument: ch4
6.2
Apparaat- en sensorinstellingen
Benaming:
Apparaatinstellingen:
Wachtwoord(en)
Levenssignaal akoestisch
Uitschakelmodus
Korte termijn blootstellings-
1)2)
waarde (STEL)
Gemiddelde shiftlengte
3)
(TWA)
Sensorinstellingen:
A1-alarm:
Zelfhoudend
Bevestigbaar
A2-alarm:
Bevestigbaar
Alarmgrens A1 stijgend
(in meeteenheid)
Alarmgrens A2 stijgend
(in meeteenheid)
Alarmgrens A1 dalend
(in meeteenheid, alleen O
sensor)
Alarmgrens A2 dalend
(in meeteenheid, alleen O
sensor)
1)
Soort analyse
Alarmdrempel STEL (in
1)
meeteenheid)
Alarmdrempel TWA (in meet-
1)
eenheid)
Gebruiksaanwijzing
|
X-am
Instelling
Kanaalwaarschuwing
.
3
HC en geactiveerd Ex-kanaal van de DUAL
Bereik / Instelling
Numeriek bereik (4-cijferig)
Ja / nee
"Uitschakelen toegestaan" of
"Uitschakelen niet toege-
staan" of
"Uitschakelen niet toege-
staan bij A2"
0 - 60 (in minuten; instelling
voor blootstellingsalarm)
60 - 1440 (in minuten; instel-
ling voor blootstellingsalarm)
Aan / Uit
Aan / Uit
Aan / Uit
0 tot A2
A1 tot meetbereik eind-
4)
waarde
A2 dalend tot A1 stijgend
-
2
0 tot A1 dalend
-
2
Inactief, TWA, STEL,
TWA+STEL
0 – meetbereik eindwaarde
0 – meetbereik eindwaarde
®
®
2600 / X-am
2800 / X-am
®
5800
Advertenties
