WAARSCHUWING
Foutieve meetwaarden!
Alleen voor de diffusiemodus: Als water de gasinlaten van het
gasmeetinstrument blokkeert (bijv. bij onderdompeling van het
apparaat in water of door sterke regenval), kunnen foutieve
meetwaarden optreden.
► Schud het gasmeetinstrument met het display omlaag
wijzend uit om het water te verwijderen.
WAARSCHUWING
Foutieve meetwaarden!
Als het gasmeetinstrument aan sterke schokken of trillingen
wordt blootgesteld, kan de weergave afwijken.
► Bij toepassing van een CatEx- of IR-sensor (afhankelijk
van type gasmeetinstrument) moet er na een
stootbelasting die tot een van nul afwijkende weergave in
verse lucht leidt, een kalibratie van het nulpunt en de
gevoeligheid worden uitgevoerd.
VOORZICHTIG
Verminderd volume van de hoorn!
Als er water in de opening van de hoorn terechtkomt (bijv.
door het gasmeetinstrument onder te dompelen in water of
door sterke regen), kan het volume van de hoorn aanzienlijk
worden verminderd.
► Schud het gasmeetinstrument met het display omlaag
wijzend uit om het water te verwijderen.
Voor alarmering in veiligheidskritische toepassingen is het
gebruik van alleen Bluetooth
afdoende. Het alarm op het gasmeetinstrument is
doorslaggevend.
Neem voor een beschrijving van de API-interface contact op
met Dräger.
Dräger raadt aan om de gebruiksduur bij temperaturen
onder -20 °C te beperken, omdat er beperkingen in de
levensduur van de batterij en de displayweergave kunnen
optreden.
Bij temperaturen onder -25 °C kan de weergave op de
display beperkt zijn. Dräger adviseert in dat geval om alleen
de alarmelementen voor de weergave te gebruiken.
De X-am 2600 ondersteunt het gebruik van de X-am pomp
niet. Als de pomp wordt bevestigd, verschijnt er een
waarschuwingsscherm en branden de gele LED's om de
gebruiker erop attent te maken dat de pomp niet wordt
ondersteund.
WAARSCHUWING
Hoge waarden buiten het OEG-weergavebereik of een
blokkeringsalarm wijzen evt. op een explosieve concentratie.
Hoge gasconcentraties kunnen gepaard gaan met een O
tekort.
Gebruiksaanwijzing
|
X-am
®
of API-toepassingen niet
®
®
2600 / X-am
2800 / X-am
De beschermingsklassen houden niet in dat de apparatuur
een gas zal aantonen tijdens of na blootstelling aan deze
omstandigheden. In geval van stofafzetting en contact met
water door onderdompeling of een waterstraal, de kalibratie
en de werking van het apparaat controleren.
De PEAK-, STEL- en TWA-evaluaties worden onderbroken
als een menu wordt geselecteerd.
De STEL-meting stopt wanneer de pomp wordt aangesloten
en start opnieuw wanneer de pomp wordt verwijderd.
De TWA-meting wordt gepauzeerd wanneer de pomp wordt
aangesloten en hervat wanneer de pomp wordt verwijderd.
De STEL-waarden worden gereset als een bumptest wordt
gestart, ongeacht of de bumptest is geslaagd of wordt
afgebroken.
Als het gasmeetinstrument wordt gebruikt voor offshore
toepassingen, moet een afstand van minimaal 5 m tot
kompassen worden aangehouden.
4.6.1 Meetmodus
Tijdens de normale meetmodus worden de meetwaarden voor
elk meetgas weergegeven. Met regelmatige intervallen klinkt
het levenssignaal (configureerbaar) en de groene LED
knippert (bijv. optisch levenssignaal of functie D-Light).
Bij over- of onderschrijding van een meetbereik, wordt in
plaats van de meetwaarden het betreffende symbool getoond.
Treedt er tijdens de meetmodus een gebeurtenis op (bijv. een
alarm), wordt (evt. na bevestiging van de gebeurtenis) het
bijbehorende symbool in de statusbalk getoond.
4.6.2 Alarmen
Als een alarm wordt gegeven, worden de betreffende
meldingen, het optische-, vibratie- en het akoestische alarm
geactiveerd. Voor meer informatie, zie het volgende
hoofdstuk: "Alarminstellingen (fabrieksinstelling)", pagina 116
Om een alarm te bevestigen:
1.
selecteren.
OK
4.6.3 Specifieke modus
Als er sprake is van een specifieke modus, is het
levenssignaal gedeactiveerd. Een specifieke modus wordt
door de volgende optische signalen weergegeven:
– Gele LED knippert - specifieke modus Opwarmen 1
– Gele LED brandt continu - specifieke modus algemeen
Tijdens een specifieke modus vindt er geen alarmering plaats.
De specifieke modus wordt beëindigd als de potentiële fout
wordt verholpen, door over te schakelen naar de normale
meetmodus, indien het gasmeetinstrument storingsvrij is, of
automatisch na ca. 1 minuut.
4.6.4 Blokkeringsalarm
-
2
Het blokkeringsalarm dient ter beveiliging van de CatEx-
sensor.
Wanneer het meetbereik van het CatEx-kanaal duidelijk wordt
overschreden (zeer hoge concentratie van brandbare stoffen),
wordt er een blokkeringsalarm gegenereerd. Het CatEx-
®
5800
|
nl
Bedrijf
107