●
selecteren om de meetwaarde te bevestigen.
Eventueel wordt het volgende meetkanaal
aangeboden voor kalibratie. Na de kalibratie van het
laatste meetkanaal schakelt het gasmeetinstrument
over naar de meetmodus.
●
selecteren om de meting te verwerpen en terug te
keren naar de meetkanaalselectie.
●
selecteren om naar de meetwaarde terug te keren.
13. Na succesvolle singlegas-kalibratie het ventiel van de
testgascilinder sluiten en het gasmeetinstrument uit de
kalibratieadapter verwijderen.
Verdere stappen
Indien er een fout is opgetreden bij de singlegas-kalibratie
wordt het storingssymbool X weergegeven en in plaats van de
meetwaarde wordt -- weergegeven voor het betreffende
meetkanaal. In dat geval de singlegas-kalibratie herhalen of
zo nodig de sensor vervangen.
Voor mengaskalibratie en kalibratie van vervangende gassen,
zie het technische handboek.
5.7
Accu laden
Om de accu's te ontzien wordt alleen in het temperatuurbereik
van 5 tot 35 °C opgeladen. Wanneer de grenswaarden van dit
temperatuurbereik worden overschreden, wordt het opladen
automatisch onderbroken. Zodra de waarden weer binnen het
temperatuurbereik liggen wordt het opladen automatisch
voortgezet. De laadtijd bedraagt meestal 4 uur. Een nieuwe
NiMH-voeding bereikt na 3 volledige laad-/ontlaadcycli de
volle capaciteit. Gasmeetinstrument nooit voor lange tijd
(maximaal 6 maanden) opslaan zonder voeding omdat dan
de ingebouwde bufferbatterij leeg raakt.
De bufferbatterij kan indien nodig worden vervangen.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar
Om het risico op ontsteking van brandbare of explosieve
atmosferen te verminderen, de volgende punten in acht
nemen.
► Accu niet opladen of verwisselen in omgevingen met
mijngas- of explosiegevaar.
► Uitsluitend door Dräger gespecificeerde laders gebruiken,
anders verliest het gasmeetinstrument de
explosieveiligheidscertificering.
● Gasmeetinstrument in de laadmodule plaatsen.
Als het gasmeetinstrument is ingeschakeld, wordt deze na
het plaatsen automatisch uitgeschakeld.
Gebruiksaanwijzing
|
X-am
®
®
2600 / X-am
2800 / X-am
5.8
Accu vervangen
WAARSCHUWING
Explosiegevaar
Om het risico op ontsteking van brandbare of explosieve
atmosferen te verminderen, de volgende punten in acht
nemen.
► Het gasmeetinstrument niet in een explosiegevaarlijke
omgeving openen.
► Alleen de in de technische gegevens vermelde accutypes
mogen worden gebruikt.
► Accu niet opladen of verwisselen in omgevingen met
mijngas- of explosiegevaar.
► Vóór gebruik controleren of de bevestigingsschroef van
het accupack goed vastzit.
AANWIJZING
Beschadiging van het gasmeetinstrument
De voeding van de gasmeetinstrumenten X-am
2500/5000/5100/5600 (bestelnr. 8318704) mag niet voor de
X-am 2800 worden gebruikt, aangezien de afdichting geen IP-
bescherming voor de X-am 2800 kan garanderen en niet
samen met de X-am 2800 is toegelaten.
► Alleen het accupack (bestelnr. 3703887) met het
aangebrachte artikelnummer 3703880 als voeding
gebruiken.
1. Gasmeetinstrument uitschakelen.
2. Schroef aan de voeding losdraaien.
3. NiMH-voeding T4 (type HBT 0010) uitnemen en
vervangen.
4. Voeding in het gasmeetinstrument plaatsen en schroef
vastdraaien, het gasmeetinstrument wordt automatisch
ingeschakeld.
5.9
Reiniging
Het gasmeetinstrument vergt geen speciaal onderhoud.
Bij sterke verontreiniging, het gasmeetinstrument met koud
water afspoelen, zo nodig een spons gebruiken. Het
gasmeetinstrument met een doek droogwrijven.
AANWIJZING
Beschadiging van het gasmeetinstrument!
Ruwe reinigingsvoorwerpen (bijv. borstels),
reinigingsmiddelen en oplosmiddelen kunnen de stof- en
waterfilters onherstelbaar beschadigen.
► Het gasmeetinstrument uitsluitend met koud water en zo
nodig een spons reinigen.
Voor informatie over geschikte reinigings- en desinfec-
tiemiddelen en hun specificaties, zie document
9100081 op www.draeger.com/IFU.
6
Instrumentinstellingen
Alleen opgeleid, competent en deskundig personeel mag de
apparaatinstellingen wijzigen.
Voor verdere informatie zie het technisch handboek.
®
5800
|
nl
Instrumentinstellingen
113