3.
De aansluiting van de braadthermometer in de lin-
kerbus in de binnenruimte steken.
Opmerkingen
¡ Verwijdert u de braadthermometer tijdens het ge-
bruik, dan worden alle instellingen gereset.
¡ Wilt u het product keren, verwijder de braadthermo-
meter dan niet. Controleer na het keren van het pro-
duct of de braadthermometer nog goed in het ge-
recht zit.
10.3 Kerntemperatuur van verschillende
levensmiddelen
Hier vindt u richtwaarden voor kerntemperaturen van
verschillende levensmiddelen.
De richtwaarden hangen af van de kwaliteit en de soort
levensmiddelen. Gebruik geen diepvriesproducten.
Gevogelte
Kip
Kipfilet
Eend
Eendenborst, rosé
Kalkoen
Kalkoenfilet
Gans
Varkensvlees
Varkensnek
Varkensfilet, rosé
Varkensrug, doorbakken
Rundvlees
Rosbief of rundvlees, kort gebak-
ken
Rosbief of runderfilet, rosé
Runderfilet of rosbief, doorbakken 65 - 75
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees of schouder-
stuk, mager
Gebraden kalfsvlees, schouder
Kalfsschenkel
Lamsvlees
Lamsbout, rosé
Lamsbout, doorbakken
Lamsrug, rosé
Vis
Vis, heel
Visfilet
Kerntemperatuur
in °C
80 - 85
75 - 80
80 - 85
55 - 60
80 - 85
80 - 85
80 - 90
Kerntemperatuur
in °C
85 - 90
62 - 70
72 - 80
Kerntemperatuur
in °C
45 - 52
55 - 62
Kerntemperatuur
in °C
75 - 80
75 - 80
85 - 90
Kerntemperatuur
in °C
60 - 65
70 - 80
55 - 60
Kerntemperatuur
in °C
65 - 70
60 - 65
Diversen
Gebraden gehakt, alle vleessoor-
ten
Gerechten opwarmen, regenere-
ren
10.4 Temperatuur van de binnenruimte en
kerntemperatuur instellen
De braadthermometer meet de temperatuur in het bin-
nenste van het product tussen 30 °C en 99 °C.
Vereisten
¡ Het product met de braadthermometer staat in de
binnenruimte.
¡ De braadthermometer is in de binnenruimte gesto-
ken.
1.
Schakel het apparaat in met
2.
Een geschikte verwarmingsmethode selecteren.
3.
Op "Temperatuur van de binnenruimte" in de onder-
ste regel links drukken.
4.
Om de temperatuur van de binnenruimte te selecte-
ren, naar links of rechts vegen.
Stel de temperatuur van de binnenruimte minstens
10°C hoger in dan de kerntemperatuur.
Stel de temperatuur van de binnenruimte niet hoger
in dan 250°C.
5.
De temperatuur van de binnenruimte met
slaan.
6.
Op "Kerntemperatuur"
drukken.
7.
Om de kerntemperatuur te selecteren, naar links of
rechts vegen.
8.
De werking met braadthermometer met
a Als de ingestelde kerntemperatuur bereikt is, klinkt
er een signaal en het apparaat warmt niet meer op.
9.
Het apparaat met
10.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
De binnenruimte, accessoires en braadthermometer
worden zeer heet.
▶
Neem hete accessoires en de braadthermometer
altijd met behulp van een pannenlap uit de bin-
nenruimte.
Neem de braadthermometer uit de aansluiting in de
binnenruimte.
10.5 Temperatuur van de binnenruimte of
kerntemperatuur wijzigen
1.
2 keer op de temperatuur van de binnenruimte of
de kerntemperatuur drukken.
2.
Om de temperatuur te wijzigen, naar links of rechts
vegen.
3.
Druk op
om de instelling op te slaan.
Braadthermometer nl
Kerntemperatuur
in °C
80 - 90
65 - 75
.
in de onderste regel rechts
starten.
uitschakelen.
op-
21