4.5.Koude klimaten
Het wordt aanbevolen om het apparaat met de
achterkant tegen de muur te plaatsen.
Installeer een zijdelingse overkapping bovenop de unit
om
zijdelingse
weersomstandigheden te voorkomen.
Installeer een hoge sokkel of monteer het apparaat aan
de muur, zodat er voldoende ruimte is (minstens 100
mm) tussen het apparaat en sneeuw.
② Voetstuk bij installatie op een ondergrond
Overkapping of gelijkaardig
4.6.Blootstelling aan sterk zonlicht
Langdurige
blootstelling
omgevingstemperatuursensor van het apparaat aan
zonlicht kan de sensor negatief beïnvloeden en
ongewenste effecten op het apparaat veroorzaken.
Schaduw het apparaat met een luifel of iets dergelijks.
sneeuwval
in
extreme
van
5. SYSTEEMONTWERP
5.1.Capaciteit en belastingskromme
Stem de belasting af op de juiste capaciteit van het
apparaat op basis van de onderstaande curve.
① Warmtepompcapaciteit
②Verplicht verwarmingsvermogen (afhankelijk van
③Toegevoegde
locatie)
upverwarmingen
Raadpleeg uw leverancier voor meer informatie.
5.2.Warmwatertank (geleverd door
de gebruiker)
Er kan een warmwatertank (met of zonder booster) op
de unit worden aangesloten.
De vereisten voor de tank variëren afhankelijk van het
model unit en het materiaal van de warmtewisselaar.
de
De drukverhoger moet onder de temperatuursonde (T5)
geïnstalleerd worden.
De
warmtewisselaar
temperatuursonde geïnstalleerd worden.
27
verwarmingscapaciteit
(batterij)
moet
door
back-
onder
de