Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatiehandleiding
WELLEA HT
Lucht/water-warmtepomp
NL
24.AW.WELLEA.HT.IOM.R290.NL.10.04
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Airwell WELLEA HT BDHW-040R-04M25

  • Pagina 1 Installatiehandleiding WELLEA HT Lucht/water-warmtepomp 24.AW.WELLEA.HT.IOM.R290.NL.10.04...
  • Pagina 2: Voor Een Veilige En Efficiënte Werking Raden Wij U Aan Om Regelmatig De Nodige

    Voor een veilige en efficiënte werking raden wij u aan om regelmatig de nodige onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Onze dienst na verkoop kan u hierbij helpen. Wij hopen dat u vele jaren tevreden zult zijn met onze diensten. AIRWELL Deze handleiding heeft betrekking op het volgende apparaat : Aanwijzing...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    SAMENVATTING VEILIGHEIDSMAATREGELEN ................................ 8 1.1. Symbolen op het apparaat ..............................8 1.2. Doelgroep ..................................8 1.3. Beoogd gebruik ................................. 8 1.4. In acht te nemen voorschriften ............................9 1.5. Veiligheidsinstructies voor werkzaamheden aan het systeem ..................9 1.6. Werken in de veiligheidszone ............................9 1.7.
  • Pagina 4 5.3. Kamerthermostaat (geleverd door de gebruiker) ......................28 5.4. Zonneset voor warmwatertank (geleverd door de gebruiker) ..................28 5.5. Balanstank (geleverd door de gebruiker) ........................28 5.6. Extra expansievat ................................28 5.7. Circulatiepomp ................................29 5.8. Thermistor ..................................30 TYPISCHE INSTALLATIES ................................31 6.1.
  • Pagina 5 8.3.3. Aandraaimoment en bundelband ........................45 8.3.4. Achterplaatindeling voor bedrading ........................45 8.4. Aansluiting met voeding ............................... 45 8.4.1. Voorzorgsmaatregelen ............................45 8.4.2. Bedrading van de hoofdvoeding ........................46 8.5. Bedieningspaneel ................................48 8.5.1. Hoofdbesturingskaart ............................48 8.6. Aansluiting van andere componenten ........................50 8.6.1.
  • Pagina 6 11.2.14. Beperking stroomingang ..........................69 11.2.15. Inputdefinitie ..............................69 11.2.16. Cascade-instelling ............................69 11.2.17. Instelling HMI-adres ............................70 Algemene instelling ............................70 11.2.18. 11.3. Configuratie ................................71 12. INSCHRIJVING .................................... 75 12.1. Testrun voor de actuator ............................75 12.2. Lucht spoelen ................................76 12.3.
  • Pagina 7 16.1. Label voor aanwezigheid van koelmiddel ......................88 16.2. Methoden voor lekdetectie ............................88 16.3. Controle van koelapparatuur ..........................88 16.4. Controle van elektrische apparaten ........................88 16.5. Reparatie van verzegelde onderdelen ........................89 16.6. Reparatie van Intrinsiek Veilige Onderdelen ......................89 16.7.
  • Pagina 8: Veiligheidsmaatregelen

    • Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit met 1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN brandbaar koudemiddel in veiligheidsgroep A3 mogen alleen worden uitgevoerd door erkende verwarmingsinstallateurs. Deze Betekenis van GEVAAR, WAARSCHUWING, verwarmingsinstallateurs moeten opgeleid zijn volgens EN 378 Deel 4 of IEC 60335-2-40, Sectie HH. Het VOORZICHTIG en OPMERKING.
  • Pagina 9: In Acht Te Nemen Voorschriften

    vluchtige brandbare stoffen zoals verfverdunner of bediening, service, onderhoud, reparatie en veiligheid benzine worden gehanteerd. Dit soort gassen kan brand van koel-, klimaatregelings- en warmtepompsystemen veroorzaken. die ontvlambaar en explosief koelmiddel bevatten. • Waar de lucht veel zout bevat, zoals in de buurt van de oceaan.
  • Pagina 10: Werken Aan Het Systeem

    aan in de buitenunit, inlaat-/uitlaatleidingen, elektrische per ongeluk koelmiddel vrijkomt dat een brandbaar aansluitingen/kabels of de omgeving. Verwijder geen mengsel met lucht vormt. onderdelen of afdichtingen. 1.8.Werken aan het koelmiddelcircuit 1.7.Werken aan het systeem R290-koelmiddel (propaan) is een luchtverplaatsend, Schakel de stroomtoevoer naar het apparaat (inclusief kleurloos, brandbaar, reukloos gas dat explosieve alle aangesloten onderdelen) uit via een aparte zekering mengsels vormt met lucht.
  • Pagina 11: Over Het Koelmiddel

    Zorg ervoor dat de ruimte in de open lucht of voldoende koelmiddel. geventileerd is voordat u in het systeem inbreekt of heet •Draag persoonlijke beschermingsmiddelen bij het werk uitvoert. Tijdens de werkzaamheden moet er in hanteren van vloeibaar of gasvormig koelmiddel. zekere mate geventileerd blijven worden.
  • Pagina 12 onderhoud, moet een permanente lekdetectie worden gebruikt is, moet het systeem ontlucht worden tot de uitgevoerd op het meest kritieke punt om een potentieel atmosferische druk, zodat het werk kan beginnen. gevaar te vermijden. Deze handeling is absoluut noodzakelijk als u de leidingen wilt solderen.
  • Pagina 13 koelmiddel meer in zit. Het label moet gedateerd en ondertekend zijn. Zorg ervoor dat de apparatuur voorzien is van een etiket waarop staat dat er brandbaar koudemiddel in de apparatuur aanwezig is. Bij het verwijderen van koudemiddel uit een systeem, voor onderhoud of buitenbedrijfstelling, wordt aanbevolen om alle koudemiddelen veilig te...
  • Pagina 14: Lekdetectie

    Het teruggewonnen koudemiddel moet in de juiste terugwinningscilinders aan de koudemiddelleverancier worden geretourneerd, met het relevante afvaloverdrachtsbewijs erbij. Meng geen koudemiddelen in terugwininstallaties en zeker niet in cilinders. Als er een compressor of compressorolie moet worden verwijderd, zorg er dan voor dat deze tot een aanvaardbaar niveau is geëvacueerd om te voorkomen dat er brandbaar koudemiddel in het smeermiddel achterblijft.
  • Pagina 15: Inleiding

    2. INLEIDING 2.1.Geldigheid van de instructies Deze instructies zijn alleen van toepassing op: 1 fase 3 fasen Unit Nettogewicht (kg) Bedrading voeding (mm²) 3G2.5 5G2.5 Minimaal debiet (l/min) Bijverwarming (kW) 9 (3/6/9) Bedrading voeding back- 3G2.5 5G2.5 upverwarming (mm²) 2.2.Uitpakken...
  • Pagina 16: Accessoires Van Het Apparaat

    2.3.Accessoires van het apparaat Accessoires van het apparaat Naam Illustratie Hoeveelheid Specificatie Installatiehandleiding (deze handleiding) Bedieningshandleiding 4-6 kW: G1'' Y-vormige zeef 8-16kW: G1 1''1/4 Bedrade besturingskast Thermistor (warmwaterboiler, watertoevoer zone 2 of balanstank) Aftapverbinding Ø32 Energielabel Stropdas Hoekbeschermer Netwerk matching lijn Verlengkabel voor T5 of...
  • Pagina 17: Vervoer

    2.4.Vervoer 2.4.1.Afmetingen en zwaartepunt De onderstaande illustraties zijn voor 8-16 kW units. Het principe is hetzelfde voor eenheden van 4-6 kW. A, B en C geven de locaties van het barycentrum aan. Mobels 4-6 kW 1299 8-10 kW 1385 1 fase 12-14-16 1385 3 fasen 12-14-16 1385...
  • Pagina 18: Handmatig Transport

    2.4.2.Handmatig transport 2.5.Te verwijderen onderdelen WARNIG Risico op letsel door het tillen van een zwaar gewicht. Te zware gewichten tillen kan bijvoorbeeld letsel aan de wervelkolom veroorzaken. • Let op het gewicht van het product. •Laat vier mensen het product optillen. 1.Houd rekening met de gewichtsverdeling tijdens transport.
  • Pagina 19: Werkingsbereik

    2.6.Werkingsbereik In de warmwatermodus werkt het product bij een buitentemperatuur van -25 tot 46°C koelmodus werkt product buitentemperatuur van -5 tot 46°C. Als de instelling TBH/IBH/AHS geldig is, wordt alleen TBH/IBH/AHS ingeschakeld; Werkingsbereik door warmtepomp met mogelijke Als de instelling TBH/IBH/AHS ongeldig is, wordt beperking en beveiliging.
  • Pagina 20: Hydraulische Module

    2.7.Hydraulische module 4-6kW8-16kW Code Montage-eenheid Uitleg Automatisch luchtspoelventiel Verwijdert automatisch de resterende lucht uit de waterlus. Biedt extra verwarmingscapaciteit wanneer de verwarmingscapaciteit van de warmtepomp onvoldoende is Reserveverwarming vanwege de lage buitentemperatuur, en beschermt de externe waterleidingen tegen bevriezing. Expansievat Balanceert de druk van het watersysteem.
  • Pagina 21: Veiligheidszone

    Veiligheidszone 3. VEILIGHEIDSZONE De buitenunit voor een buitenmuur plaatsen koudemiddelcircuit buitenunit bevat gemakkelijk ontvlambaar koudemiddel veiligheidsgroep A3, zoals beschreven in ISO 817 en ANSI/ASHRAE-norm 34. Daarom is in de directe omgeving van de buitenunit een veiligheidszone gedefinieerd, waarvoor speciale vereisten gelden. Daarom is in de onmiddellijke omgeving van de buitenunit een veiligheidszone gedefinieerd, waarin speciale vereisten gelden.
  • Pagina 22: Installatie

    4. INSTALLATIE 4.1.Voorwaarden voor installatie Modellen 4-10kW Hoogte eenheid ≥100* ≥1000 ≥500 ≥500 ≥300 ≥500 ≥500 ≥500 12-16kW Hoogte eenheid ≥100* ≥1500 ≥500 ≥500 ≥300 ≥500 ≥500 ≥500 * Houd bij koud weer rekening met sneeuw op de grond. Raadpleeg 4.4 In koude klimaten voor meer informatie.
  • Pagina 23: Installatielocatie

    Naast de "Veiligheidszone" moeten de volgende Installatie aan zee voorwaarden in acht worden genomen. Als de installatielocatie zich in de onmiddellijke nabijheid van een kustlijn bevindt, zorg er dan voor dat het product Milieu door een extra beveiliging tegen opspattend water beschermd wordt.
  • Pagina 24: Voorzorgsmaatregelen Voor Installatie Op Een Ondergrond

    4.2.1.Voorzorgsmaatregelen voor •Als dit niet mogelijk is, installeer dan technische valbeveiligingen aan de valranden, zoals betrouwbare installatie op een ondergrond leuningen. U kunt ook technische veiligheidsuitrusting installeren, zoals steigers of veiligheidsnetten. •Vermijd installatielocaties in de hoek van een kamer, •Houd voldoende afstand tot vluchtluiken en ramen tussen muren of tussen hekken.
  • Pagina 25: Installatie Op Een Plat Dak

    Installatie op een stevige ondergrond In het geval van installatie op een vaste ondergrond, zoals beton, maakt u een fundering van betonstroken, vergelijkbaar met wat hierboven beschreven is. De hoogte van de strook fundering mag niet kleiner zijn dan 100 mm. Eenheid monteren Installatie met fundering: Bevestig het apparaat met funderingsbouten.
  • Pagina 26 Installatie op een zachte ondergrond Riool Condensaat afvoeren naar een grindbed Bij installatie op een ondergrond moet het condensaat via een regenpijp in een grindbed worden afgevoerd dat zich in een vorstvrije ruimte bevindt. a - Buitenunit De standleiding moet uitmonden in een voldoende b - Strokenfunderingen van beton groot grindbed, zodat het condensaat vrij weg kan c - Fundering (Zie 5.3.1 Installatie op een ondergrond)
  • Pagina 27: Koude Klimaten

    4.5.Koude klimaten 5. SYSTEEMONTWERP Het wordt aanbevolen om het apparaat met de 5.1.Capaciteit en belastingskromme achterkant tegen de muur te plaatsen. Installeer een zijdelingse overkapping bovenop de unit Stem de belasting af op de juiste capaciteit van het zijdelingse sneeuwval extreme apparaat op basis van de onderstaande curve.
  • Pagina 28: Kamerthermostaat (Geleverd Door De Gebruiker)

    5.6.Extra expansievat Aanbeveling voor de tank : 12-16 Als de capaciteit van het geïntegreerde expansievat 4-6 kW 8-10 kW onvoldoende is voor het systeem vanwege een groot Tankinhoud 100-250 150-300 250-500 watervolume, is een extra expansievat (geleverd door de Roestvrijstalen m²...
  • Pagina 29: Circulatiepomp

    OPMERKING Het wordt aanbevolen om een expansievat te installeren voor de tapwaterzijde. 5.7.Circulatiepomp De relatie tussen de externe statische druk (ESP) en het waterdebiet wordt als volgt weergegeven: 4-6kW Debiet (kPA) 29.6 2.892 36.1 2.708 43.7 2.49 51.2 2.301 57.9 2.101 65.2 1.901...
  • Pagina 30: Thermistor

    LET OP Als u de kleppen in de verkeerde positie installeert, kan de circulatiepomp beschadigd raken. GEVAAR Als het nodig is om de bedrijfsstatus van de pomp te controleren terwijl de eenheid is ingeschakeld, raak dan de interne onderdelen van de elektronische regelkast niet aan om elektrische schokken te voorkomen. 5.8.Thermistor Deze tabel verwijst naar de temperatuursensor aan de kant van de waterlus.
  • Pagina 31: Typische Installaties

    6. TYPISCHE INSTALLATIES De onderstaande toepassingsvoorbeelden dienen alleen ter illustratie. 6.1.Bediening via de bedrade controller 6.1.1. Regeling met enkele zone Code Component Code Component TBH: Boiler voor warmwatertank voor Hoofdeenheid 11.1 huishoudelijk gebruik (veldtoevoer) Spoel 1, warmtewisselaar voor Gebruikersinterface 11.2 warmtepomp SV1: 3-wegklep (veldvoeding) Filter (accessoire)
  • Pagina 32: Dubbele-Zoneregeling

    TBH (tankverwarmer) • De TBH-functie wordt ingesteld op de gebruikersinterface. (Zie 10.2.7 Andere warmtebron) 1) Als de TBH is ingesteld op geldig, kan de TBH worden ingeschakeld via de TANKHEATER functie op de gebruikersinterface; In de warmwatermodus wordt de TBH automatisch ingeschakeld als de aanvankelijke temperatuur van het tapwater T5 te laag is of als de gewenste temperatuur van het tapwater te hoog is bij een lage omgevingstemperatuur.
  • Pagina 33: Bediening Via De Bedrade Regelaar En Kamerthermostaat

    6.2.Bediening via de bedrade regelaar en kamerthermostaat 6.2.1. Regeling met enkele zone Code Component Code Component Hoofdeenheid Filter (accessoire) Gebruikersinterface Afsluitventiel (veldtoevoer) Balanstank (veldtoevoer) Vulklep (veldtoevoer) Automatisch luchtspoelventiel (veldtoevoer) Afvoerventiel (veldtoevoer) Afvoerventiel (veldtoevoer) Verzamelaar/distributeur (veldtoevoer) Tbt1: bovenste temperatuursensor van de Omleidingsklep (veldtoevoer) balanstank (accessoire) P_o: buitencirculatiepomp (veldvoeding)
  • Pagina 34: Regeling Door Modusinstelling

    6.2.2. Regeling door modusinstelling Code Component Code Component Hoofdeenheid Afsluiter (veldtoevoer) Gebruikersinterface Vulklep (veldtoevoer) Balanstank (veldtoevoer) Afvoerventiel (veldtoevoer) Automatisch luchtspoelventiel (veldtoevoer) Verzamelaar/distributeur (veldtoevoer) Afvoerventiel (veldtoevoer) Omleidingsklep (veldtoevoer) Tbt1: bovenste temperatuursensor van de SV2: 3-wegklep (veldvoeding) balanstank (accessoire) P_o: buitencirculatiepomp (veldvoeding) FHL 1...n Vloerverwarmingslus (veldtoevoer) Expansievat (veldvoeding)
  • Pagina 35: Dubbele-Zoneregeling

    6.2.3. Dubbele-zoneregeling Code Component Code Component Hoofdeenheid Afvoerventiel (veldtoevoer) Gebruikersinterface Verzamelaar/distributeur Balanstank (veldtoevoer) Omleidingsklep (veldtoevoer) Automatisch luchtspoelventiel (veldtoevoer) Mengstation (veldtoevoer) Afvoerventiel (veldtoevoer) 23.1 SV3: mengventiel (veldtoevoer) Tbt1: bovenste temperatuursensor van de 23.2 P_c: Zone 2 circulatiepomp (veldtoevoer) balanstank (optioneel) Temperatuursensor waterstroming zone 2 P_o: buitencirculatiepomp (veldvoeding) (accessoire) Expansievat (veldvoeding)
  • Pagina 36: Hydraulische Installatie

    worden voldaan, worden E0 en E8 (uitschakeling van de 7. HYDRAULISCHE unit) geactiveerd. Unit Bereik stroomsnelheid INSTALLATIE 0,40 - 0,90 m3/u 0,40 - 1,25 m3/u 7.1.Voorbereidingen voor installatie 0,40 - 1,65 m3/u 10kW 0,40 - 2,10 m3/u 12kW 0,70 - 2,50 m3/u OPMERKING 14kW 0,70 - 2,75 m3/u...
  • Pagina 37: Thermistor Van Warmwatertank

    OPMERKING Vereisten •Prestaties OPMERKING Prestatiegegevens voor tanks van derden zijn niet beschikbaar, prestaties KUNNEN NIET •De binnenkant van de pijp moet schoon zijn. gegarandeerd worden. •Houd het uiteinde van de buis naar beneden bij het •Configuratie verwijderen van bramen. De configuratie van een tank van derden hangt af van de •Bedek het uiteinde van de buis wanneer u de buis grootte van de warmtewisselaarspoel van de tank.
  • Pagina 38: Water

    4-6 kW8-16 kW WATERUITVOER (aansluiting met schroeven, mannelijk, 1" voor 4/6 kW-eenheden en 1 1/4" voor 8-16 kW-eenheden) WaterINVOER (aansluiting met schroeven, mannelijk, 1" voor 4/6 kW-eenheden en 1 1/4" voor 8- 16 kW-eenheden) Y-zeef (meegeleverd) (2 schroeven voor aansluiting, binnendraad, 1" voor 4/6 kW eenheden en 1 1/4"...
  • Pagina 39: Waterlus Met Water Vullen

    7.4.Waterlus met water vullen voorschriften. thermische geleidbaarheid afdichtingsmateriaal moet lager zijn dan 0,039 W/mK. OPMERKING Controleer 6.3 Water voor u het met water vult op de vereisten voor de waterkwaliteit. Pompen en kleppen kunnen vastlopen gevolg slechte waterkwaliteit. Sluit de watertoevoer aan op de vulklep en open de klep. Volg de geldende voorschriften.
  • Pagina 40: Beschermd Door Glycol

    7.7.2. Beschermd door glycol Laagste verwachte Voorkomen van Voorkomen buitentemperatuur barsten van bevriezing Glycol verlaagt het vriespunt van water. -5°C -10°C LET OP -15°C Ethyleenglycol en propyleenglycol zijn giftig. -20°C N/A* -25°C N/A* LET OP -30°C N/A* Glycol kan het systeem aantasten. Wanneer ongeremd * Er is extra actie nodig om bevriezing te voorkomen.
  • Pagina 41: Meten Zonder Vorstbeveiliging

    7.7.4. Meten zonder vorstbeveiliging In koude omgevingen, als er geen antivriesmiddel (bijv. glycol) in het systeem zit of als er een langdurige stroomstoring of pompstoring is voorzien, laat u het systeem leeglopen (zoals weergegeven onderstaande afbeelding). OPMERKING Draai de stroomschakelaar linksom om hem te verwijderen.
  • Pagina 42: Elektrische Installatie

    8. ELEKTRISCHE INSTALLATIE GEVAAR Risico op elektrocutie. 8.1.Het deksel van de elektriciteitskast openen Volg de onderstaande instructies om toegang te krijgen tot het apparaat voor installatie en onderhoud. WARNIG Risico op elektrocutie. Gevaar voor verbranding. OPMERKING De onderstaande illustraties zijn gebaseerd op eenheden van 8-16 kW. Het principe is hetzelfde voor eenheden van 4-6 kW.
  • Pagina 43: Het Deksel Van De Elektriciteitskast Openen

    8.2.Het deksel van de elektriciteitskast openen WARNIG De bedrading moet voldoen aan de plaatselijke wet- en regelgeving. Volg de elektrische bedradingsschema's voor de elektrische bedrading (de elektrische bedradingsschema's bevinden zich op de achterkant van het servicepaneel van de schakelkast). LET OP Een hoofdschakelaar of een ander middel om de stroom uit te schakelen, zoals een contactscheiding in alle polen, moet worden opgenomen in de vaste bedrading in overeenstemming met de relevante lokale wet- en regelgeving.
  • Pagina 44: Het Deksel Van De Elektriciteitskast Openen

    8.3.Het deksel van de elektriciteitskast openen 8.3.1. Richtlijnen voor veldbedrading •De meeste bedrading van de eenheid moet worden aangebracht op het klemmenblok in de schakelkast. Om toegang te krijgen tot het klemmenblok, verwijdert u het servicepaneel van de schakelkast. •Zet alle kabels vast met kabelbinders. •De backupverwarming heeft een speciaal stroomcircuit nodig.
  • Pagina 45: Aandraaimoment En Bundelband

    Reserveverwarming Buitenunit Stroomsterkte Model Spanning Min. Max. TOCA 3kW 1-PH 220-240 13.5 13.5 3kW 3-PH 380-415 6kW 3-PH 380-415 9kW 3-PH 380-415 13.5 13.5 MCA: min. circuitstroom (A)KW: nominaal motorvermogenMFA: max. stroom van de zekering (A) TOCA: totale overstroom (A)FLA: vollaststroom (A)MSC: max. startstroom (A) RLA: Ampère nominale belasting (A);...
  • Pagina 46: Bedrading Van De Hoofdvoeding

    1-fase met back-up verwarming. Figuur 7.1 Juiste aansluitingen van de stroombedrading Figuur 7.2 8.4.2. Bedrading van de hoofdvoeding OPMERKING Gebruik een ronde krimpconnector voor aansluiting op het aansluitingenbord van de voeding. •Het model netsnoer is H05RN-F of H07RN-F. •De onderstaande illustraties zijn voor 3-fasige eenheden.
  • Pagina 47 3-fase met back-up verwarming. OPMERKING moet lekbeveiligingsschakelaar worden geïnstalleerd.
  • Pagina 48: Bedieningspaneel

    8.5.Bedieningspaneel 8.5.1.Hoofdbesturingskaart Het hoofdbesturingsbord is hetzelfde bord voor het model, 4-6 kW, 8-10 kW, 12-14-16 kW 1ph, 12-14-16 kW 3ph.
  • Pagina 49 N° Haven Code Montage-eenheid N° Haven Code Montage-eenheid Poort voor smart grid CN60 WARMTE2 Gereserveerd 0-12 VDC (netwerksignaal) CN63 Poort voor smart grid (fotovoltaïsch CN41 WARMTE1 Gereserveerd 230VAC 0-12 VDC signaal) CN40 UIT1 UIT1 230VAC CN61 M1M2 Poort voor externe schakelaar 0-12 VDC Controlepoort voor interne back- CN62...
  • Pagina 50: Aansluiting Van Andere Componenten

    Type 2 8.6.Aansluiting van andere componenten De poort levert het besturingssignaal aan de belasting. Twee soorten poorten voor besturingssignalen: •Type 1: droge contactor zonder spanning. •Type 2: De poort levert het signaal met een spanning van 220 V-240 V~ 50 Hz. OPMERKING Als de stroom van de belasting kleiner is dan 0,2 A, kan belasting...
  • Pagina 51: Bedrading Van Extra Warmtebronregeling (Ahs)

    8.6.1. Bedrading van extra warmtebronregeling 8.6.2. Bedrading van 3-weg kleppen SV1, SV2 (AHS) en SV3 Als u het apparaat met een gasketel of olieboiler wilt SV1 regelt de omschakeling tussen de modus installeren, moet u het regelen. Verwarmen/Koelen en de modus Warm Water. Houd er rekening mee dat u AHS &...
  • Pagina 52: Bedrading Van Extra Pompen

    8.6.3. Bedrading van extra pompen P_o is de extra circulatiepomp. Deze regelt zone 1. P_c is de extra circulatiepomp voor Zone 2. P_s is de circulatiepomp voor het zonnepaneel. P_d is de recirculatiepomp voor sanitair warm water. L-N Spanning 220-240 VAC Maximale bedrijfsstroom (A) Minimale draadgrootte (mm2) 0.75...
  • Pagina 54: Bedrading Van De Tankverhitter (Tbh)

    8.6.4. Bedrading van de tankverhitter (TBH) 8.6.5. Bedrading van alarm of ontdooisnelheid (P_x) Als u een tapwatertank installeert, installeer dan ook een Tank Booster Heater (TBH). Hierdoor kan de Indien nodig kunt u een alarm- of ontdooi-uitgang op warmtepomp de desinfectiemodus in de tank regelen. deze poort aansluiten.
  • Pagina 55: Bedrading Van Kamerthermostaat (Rt)

    8.6.6. Bedrading van kamerthermostaat (RT) Kamerthermostaat (laagspanning): "POWER IN" zorgt voor de spanning naar de RT. OPMERKING De kamerthermostaat moet laagspanning hebben. (12V)
  • Pagina 56: Bedrading Van Ingangssignaal Zonne-Energie (Laagspanning)

    De thermostaatkabel kan op drie manieren worden Zone 2 kan alleen in de verwarmingsmodus werken. aangesloten (zoals beschreven in de bovenstaande Wanneer koelmodus ingesteld figuren) en de specifieke aansluitmethode hangt af van gebruikersinterface en zone 1 is UIT, sluit "CL" in Zone de toepassing.
  • Pagina 57: Bedrading Van Smart Grid

    • De warmtepomp zal eerst in de warmwatermodus werken. • Wanneer TBH beschikbaar is, zal als T5 kleiner is dan 69°C, de TBH geforceerd worden ingeschakeld (De warmtepomp en TBH kunnen tegelijkertijd werken.); als T5 groter is dan of gelijk aan 70°C, zal de TBH worden uitgeschakeld.
  • Pagina 58: Cascadefunctie

    8.7.Cascadefunctie LET OP 1. De cascadefunctie van het systeem ondersteunt maximaal 6 eenheden. 2. Voor een succesvolle automatische adressering moeten alle apparaten op dezelfde voeding worden aangesloten en gelijkmatig worden ingeschakeld.
  • Pagina 59: Aansluiting Voor Andere Optionele Onderdelen

    3. Alleen de masterunit kan verbinding maken met de controller, en SW9 van de masterunit moet op "on" staan. Slave- units kunnen geen verbinding maken met de controller. 4. Gebruik afgeschermde draden en zorg ervoor dat ze goed geaard zijn. 8.8.Aansluiting voor andere optionele onderdelen 8.8.1.
  • Pagina 60: Installatie Van Bedrade Controller

    9. INSTALLATIE VAN BEDRADE CONTROLLER LET OP • De algemene instructies over bedrading in voorgaande hoofdstukken moeten in acht worden genomen. • De bedrade controller moet binnenshuis geïnstalleerd worden en uit de buurt van direct zonlicht gehouden worden. • Houd de bedrade controller uit de buurt van ontstekingsbronnen, ontvlambaar gas, olie, waterdamp en sulfidegas. •...
  • Pagina 61: Bedrading

    9.3.Bedrading Ingangsspanning 18 VDC (HA/HB) Draadmaat 0,75 Draadtype 2-aderige afgeschermde twisted- pair kabel Draadlengte L1<50 m De maximale lengte van de communicatiedraad tussen het apparaat en de controller is 50 m.
  • Pagina 62: Montage

    9.4.Montage OPMERKING Monteer de bedrade controller alleen aan de muur, in plaats van ingebouwd, anders is onderhoud niet mogelijk. Montage aan een muur (zonder 86-type doos) Bevestig de achterkant direct op de muur met vier ST4 x 20 schroeven. Montage aan een muur (met een 86-type doos) Installeer het achterdeksel op een 86-type doos met twee M4 x 25 schroeven, en bevestig de doos aan de muur met twee ST4 x 20 schroeven.
  • Pagina 63: Voltooiing Van Installatie

    OPMERKING Als u de schroef te vast aandraait, kan de achterkant vervormen. 10.VOLTOOIING VAN INSTALLATIE GEVAAR Risico op elektrocutie. Gevaar voor verbranding. OPMERKING De onderstaande illustraties zijn voor 8-16 kW units. Het principe is hetzelfde voor eenheden van 4-6 kW. Aandraaimoment 4,1 N-m...
  • Pagina 64: Configuratie

    11.CONFIGURATIE De unit moet geconfigureerd worden door een erkende installateur om te voldoen aan de installatieomgeving (buitenklimaat, geïnstalleerde opties, enz.) en aan de eisen van de gebruiker. Volg de onderstaande instructies voor de volgende stap. 11.1.Controleer vóór de configuratie Controleer de volgende items voordat u het apparaat inschakelt: N°...
  • Pagina 65: Configuratie

    11.2.Configuratie OPMERKING De instellingen worden automatisch opgeslagen nadat u de modus FOR SERVICEMAN afsluit. Om de unit te initialiseren, moet de installateur een groep Temperatuurwaarden die op de bedrade controller geavanceerde instellingen opgeven. De geavanceerde (gebruikersinterface) worden weergegeven, worden instellingen zijn toegankelijk in de modus VOOR gemeten in °C.
  • Pagina 66: Verwarmingsinstelling

    11.2.3.Verwarmingsinstelling 11.2.5.Temp. type instelling Selecteer het doelitem en ga naar de instellingenpagina. Selecteer het doelitem en ga naar de instellingenpagina. Pas de opstartinstellingen en -waarden aan op basis van Pas de opstartinstellingen en -waarden aan op basis van de eisen van de eindgebruiker. de eisen van de eindgebruiker.
  • Pagina 67: Andere Warmtebron

    van Temp. type ongeldig. Alle ingestelde parameters en beperkingen vindt u in 11.3 Bedieningsinstellingen. •Als de kamerthermostaat is ingesteld op DOUBLE 1) Wanneer EnSwitchPDC op NON staat, kan ZONE, wordt DOUBLE ZONE automatisch ingeschakeld T4_AHS_ON handmatig worden ingesteld. Wanneer temperatuurregelmodus EnSwitchPDC op ON staat, kan T4_AHS_ON niet watertemperatuurregeling.
  • Pagina 68: Fabrieksinstellingen Herstellen

    11.2.10. Fabrieksinstellingen herstellen Alle bedrijfsparameters terugzetten naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden. Selecteer YES en bevestig om deze functie te valideren. De eerste regel is de bedrijfsstatus. Grijs betekent dat het uit is, en groen betekent dat het aan is. T1S is de ingestelde temperatuur. t_ARSTH is de duur.
  • Pagina 69: Automatisch Herstarten

    het uit is, en groen betekent dat het aan is. t_Dryup is de tijd gedurende welke de eenheid de temperatuur laat stijgen. t_Highpeak is de tijd gedurende welke de eenheid de temperatuur handhaaft. t_Drydown is de tijd gedurende welke de eenheid de temperatuur laat zakken.
  • Pagina 70: Instelling Hmi-Adres

    11.3 Bedieningsinstellingen. 11.2.17. Instelling HMI-adres Selecteer het doelitem en ga naar de instellingenpagina. Pas de lanceringsinstellingen en -waarden aan op basis van de eisen van de eindgebruiker. Alle ingestelde parameters en beperkingen vindt u in 11.3 Bedieningsinstellingen. 11.2.18. Algemene instelling Selecteer het doelitem en ga naar de instellingenpagina.
  • Pagina 71: Configuratie

    11.3.Configuratie Titel Code Staat Standaard Interval Unit De DHW-modus in- of uitschakelen: Modus warm water 0=NON, 1=YES De desinfectiemodus in- of uitschakelen: Ontsmet 0=NON, 1=YES Schakel de voorrangsmodus voor warm Prioriteit sanitair water in of uit: water 0=NON, 1=YES modus warmwaterpomp Pomp_D uitschakelen:...
  • Pagina 72 koelmodus type Zone 1-terminal voor koelmodus: Zone 1 C-emissie 0=FCU (ventilatorconvector), 1=RAD. (radiator), 2=FLH (vloerverwarming) type Zone 2-terminal voor koelmodus: Zone 2 C-emissie 0=FCU (ventilatorconvector), 1=RAD. (radiator), 2=FLH (vloerverwarming) Standa Titel Code Staat Interval Unit Verwarmingsmod De verwarmingsmodus in- of uitschakelen: 0=NON, 1=YES De verversingstijd van klimaatgerelateerde t_T4_FRESH_H...
  • Pagina 73 0=NIET, 1=WARMTE, 2=WARMTE+DHW Selecteer de bedrijfsstatus van de pomp AHS_PUMPI wanneer alleen AHS draait: 0=LOPEN, CONTROLE 1=NIET DRAAIEN Het temperatuurverschil tussen T1S en T1 dT1_AHS_ON °C voor het starten van de hulpverwarmingsbron De tijd dat de compressor heeft gedraaid t_AHS_DELAY Minuut voordat de extra verwarmingsbron is opgestart De omgevingstemperatuur voor het starten...
  • Pagina 74 Automatische herstart koel- De automatische herstart van /verwarmingsmod koel-/verwarmingsmodus: 0=NON, 1=YES Automatis herstarten Automatisch De automatische herstart van de DHW-modus herstarten DHW- in- of uitschakelen: modus 0=NON, 1=YES Vermogen Beperking invoer Het type beperking van de stroomingang stroomingang beperking Definieer de functie van de M1M2 schakelaar: M1 M2 0=AFSTAND AAN/UIT, 1=TBH AAN/UIT, 2=AHS AAN/UIT...
  • Pagina 75: Inschrijving

    12.INSCHRIJVING 12.1.Testrun voor de actuator De testrun wordt gebruikt om de werking van de OPMERKING kleppen, luchtspoeling, circulatiepompwerking, koeling, Tijdens de inbedrijfstelling van de actuator is de verwarming en sanitair waterverwarming te bevestigen. beveiligingsfunctie van de eenheid uitgeschakeld. Overmatig gebruik kan onderdelen beschadigen. Waarom Controleer of elke actuator in goede staat verkeert.
  • Pagina 76: Lucht Spoelen

    Wat - Actuatorlijst N° Naam Opmerking Driewegklep 2 Driewegklep 3 Pomp_I Geïntegreerde pomp Pomp_O Buitenpomp Pump_C Zone 2 pomp Interne back-upverwarming Extra warmtebron Driewegklep 1 Onzichtbaar als DHW is uitgeschakeld Pomp_D Circulatiepomp voor sanitair water Onzichtbaar als DHW is uitgeschakeld Pomp_S Zonnepomp Onzichtbaar als DHW is uitgeschakeld...
  • Pagina 77: Controle Van De Minimale Stroomsnelheid

    Selecteer "XXXX"* en druk op om de test uit te voeren. Druk tijdens de test op , selecteer OK en bevestig om terug te keren naar de bovenste laag. * - Vier prestatietestopties worden getoond in Wat. OPMERKING Bij de prestatietest is de doeltemperatuur vooraf ingesteld en kan deze niet worden gewijzigd. Als de buitentemperatuur buiten het bereik van de bedrijfstemperatuur ligt, werkt de unit mogelijk niet of levert deze mogelijk niet de vereiste capaciteit.
  • Pagina 78: Extra Bedieningsreferentie

    •Zorg ervoor dat de gewenste temperatuur van het warmwatertoestel NIET te hoog is. Verlaag bijvoorbeeld na de installatie de temperatuur van het warmwatertoestel dagelijks met 1°C en controleer of u nog steeds voldoende warm water hebt. •Programmeer om de tapwaterpomp alleen AAN te zetten tijdens perioden van de dag waarin direct warm water nodig is, zoals 's ochtends en 's avonds.
  • Pagina 79 T1S - watertemperatuur instellen T4 - buitenomgevingstemperatuur In Zone 1 en Zone 3 blijft de ingestelde watertemperatuur stabiel ondanks de verandering van de buitenomgevingstemperatuur. In Zone 2 regelt de ingestelde watertemperatuur afhankelijk van de buitenomgevingstemperatuur. Standaard Tot 8 curven zijn vooraf ingesteld door de fabrikant, en de parameterwaarden zijn zoals hieronder. Voor verwarming (FLH - vloerverwarmingstoepassing): ≤-20 ≤-19...
  • Pagina 81 Voor verwarming (RAD - radiatortoepassing, FCU - ventilatorconvectortoepassing): ≤-20 ≤-19 ≤-18 ≤-17 ≤-16 ≤-15 ≤-14 ≤-13 ≤-12 ≤-11 ≤-10 1-T1S 2-T1S 3-T1S 4-T1S 5-T1S 6-T1S 7-T1S 8-T1S ≤-9 ≤-8 ≤-7 ≤-6 ≤-5 ≤-4 ≤-3 ≤-2 ≤-1 1-T1S 2-T1S 3-T1S 4-T1S 5-T1S 6-T1S 7-T1S...
  • Pagina 82: Dhw-Instelling

    Voor koeling (FCU - ventilatorconvectortoepassing): 30≤T4 -10≤T4<15 15≤T4<22 22≤T4<30 1-T1S 2-T1S 3-T1S 4-T1S 5-T1S 6-T1S 7-T1S 8-T1S Over temperatuurcompensatie zorgt ervoor totale ingestelde T1S - Watertemperatuur instellen watertemperatuur van de temperatuurcurve stijgt of T4 - Omgevingstemperatuur buiten daalt. De temperatuurcurve stijgt of daalt in de illustratie. T1SETH1, T1SETH2, T4H1 en T4H2 kunnen worden aangepast.
  • Pagina 83: Opties

    Tankverwarming 13.2.7. Foutmeldingen •De tankverwarming en backupverwarming kunnen niet tegelijkertijd werken. De meest recente instelling is geldig terwijl de vorige instelling ongeldig wordt. Foutgeschiedenis van het apparaat. •Als bijvoorbeeld de back-upverwarming geldig is De eerste kolom toont het nummer van de unit, als er en werkt, stopt de back-upverwarming met werken als slave-units beschikbaar zijn.
  • Pagina 84: Problemen Oplossen

    14.PROBLEMEN OPLOSSEN Dit hoofdstuk geeft nuttige informatie over het diagnosticeren en corrigeren van bepaalde problemen die zich met het apparaat kunnen voordoen. 14.1.Algemene richtlijnen Voordat u begint met het oplossen van problemen, moet u het apparaat visueel inspecteren en zoeken naar duidelijke defecten zoals losse aansluitingen of defecte bedrading.
  • Pagina 85 Symptoom 4: De overdrukklep van het water gaat open. MOGELIJKE OORZAAK PROBLEMEN OPLOSSEN Gebroken expansievat Vervang het expansievat. Waterdruk in de installatie hoger Zorg ervoor dat de waterdruk in de installatie tussen 0,10 en 0,20 MPa ligt. dan 0,3 MPa. Symptoom 5: De overdrukklep van het water lekt.
  • Pagina 86: Foutcodes

    Symptoom 9: Het toestel kan niet onmiddellijk van de warmwatermodus naar de verwarmingsmodus overschakelen MOGELIJKE OORZAAK PROBLEMEN OPLOSSEN Stel "t_DHWHP_MAX" in op de minimumwaarde. De voorgestelde waarde is 60 min. Kleine warmtewisselaar voor Als de circulatiepomp uit het apparaat niet door het apparaat wordt geregeld, ruimteverwarming probeer deze dan op het apparaat aan te sluiten.
  • Pagina 87: Onderhoud

    backupverwarmer is bevestigd. 15.ONDERHOUD 15.2.6.Overdrukventiel van warmwatertank voor huishoudelijk gebruik (geleverd Regelmatige controles en inspecties met bepaalde door de gebruiker) tussenpozen zijn nodig om de optimale prestaties van het apparaat te garanderen. Alleen van toepassing op installaties met een tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik.
  • Pagina 88: Lekkage Van Koelmiddel Controleren

    genomen. Er moet een elektronische lekdetector worden gebruikt Zorg ervoor dat de glycoloplossing volgens de om brandbare koelmiddelen op te sporen, maar de plaatselijke voorschriften en normen wordt afgevoerd. gevoeligheid kan onvoldoende zijn, of de detector moet opnieuw gekalibreerd worden. (Detectieapparatuur moet worden gekalibreerd in een koelmiddelvrije ruimte.) Zorg 15.2.11.Lekkage van koelmiddel ervoor dat de detector geen potentiële ontstekingsbron...
  • Pagina 89: Reparatie Van Verzegelde Onderdelen

    storing is die de veiligheid in gevaar kan brengen, mag moet voorzien zijn van de juiste classificatie. er geen elektrische voeding naar het circuit gaan totdat Vervang onderdelen alleen door onderdelen die door de de storing naar tevredenheid is verholpen. fabrikant zijn gespecificeerd.
  • Pagina 90: Afvoer

    17.AFVOER Deze handeling is absoluut noodzakelijk als u de leidingen wilt solderen. Algemeen Zorg ervoor dat de uitlaat van de vacuümpomp niet is Onderdelen en accessoires van het apparaat zijn geen afgesloten voor ontstekingsbronnen en dat er voldoende gewoon huishoudelijk afval. ventilatie is.
  • Pagina 91 in de juiste terugwinningscilinders, met het relevante Neem contact op met de plaatselijke dealer voor meer afvaloverdrachtsbewijs erbij. Meng geen koudemiddelen informatie over het buiten bedrijf stellen van de unit. in terugwininstallaties, vooral niet in cilinders. compressoren compressoroliën verwijderd moeten worden, zorg er dan voor dat ze tot een aanvaardbaar niveau geëvacueerd zijn, zodat er geen brandbaar koelmiddel in het smeermiddel achterblijft.
  • Pagina 92: Technische Gegevens

    18.TECHNISCHE GEGEVENS 18.1.Algemeen 1-fase 1-fase 1-fase 3-fase Model 4/6 kW 8/10 kW 12/14/16 kW 12/14/16 kW Nominale capaciteit Raadpleeg de technische gegevens Afmetingen H×B×D 717*1299*426 mm 865*1385*523 mm 865*1385*523 mm 865*1385*523 mm Verpakkingsafmetingen 885*1375*475 mm 1035*1465*560 mm 1035*1465*560 mm 1035*1465*560 mm H×B×D Gewicht (zonder backupverwarming) Nettogewicht...
  • Pagina 93: Leidingdiagram

    18.3.Leidingdiagram 4-6 kW units (zonder elektrisch verwarmingselement) Item Beschrijving Item Beschrijving Compressor Elektronisch expansieventiel Temperatuursensor (platenwarmtewisselaar Temperatuursensor (compressoruitlaat) inlaat koelmiddel: koeling) Temperatuursensor (aanzuiging compressor) Vloeistofreservoir Hogedrukschakelaar Temperatuursensor (waterinlaat) Hogedruksensor Warmteband (platenwarmtewisselaar) Temperatuursensor (platenwarmtewisselaar 4-wegklep uitlaat koelmiddel: koeling) Lage druksensor Platenwarmtewisselaar Temperatuursensor (buitenlucht) Temperatuursensor (wateruitlaat) Warmtewisselaar...
  • Pagina 94 4-16 kW (met elektrisch verwarmingselement) Item Beschrijving Item Beschrijving Compressor Elektronisch expansieventiel Temperatuursensor (platenwarmtewisselaar Temperatuursensor (compressoruitlaat) inlaat koelmiddel: koeling) Temperatuursensor (aanzuiging compressor) Vloeistofreservoir Hogedrukschakelaar Temperatuursensor (waterinlaat) Hogedruksensor Warmteband (platenwarmtewisselaar) Temperatuursensor (platenwarmtewisselaar 4-wegklep uitlaat koelmiddel: koeling) Lage druksensor Platenwarmtewisselaar Temperatuursensor (buitenlucht) Temperatuursensor (wateruitlaat) Warmtewisselaar Automatisch ontluchtingsventiel...
  • Pagina 95 8-16 kW units (zonder elektrisch verwarmingselement) Item Beschrijving Item Beschrijving Compressor Elektronisch expansieventiel Temperatuursensor (platenwarmtewisselaar Temperatuursensor (compressoruitlaat) inlaat koelmiddel: koeling) Temperatuursensor (aanzuiging compressor) Vloeistofreservoir Hogedrukschakelaar Temperatuursensor (waterinlaat) Hogedruksensor Warmteband (platenwarmtewisselaar) Temperatuursensor (platenwarmtewisselaar 4-wegklep uitlaat koelmiddel: koeling) Lage druksensor Platenwarmtewisselaar Temperatuursensor (buitenlucht) Temperatuursensor (wateruitlaat) Warmtewisselaar Automatisch ontluchtingsventiel...
  • Pagina 96: Bijlage

    19.BIJLAGE 19.1.Menustructuur (Bedrade controller) (1) Onzichtbaar als overeenkomstige functie is uitgeschakeld. (2) De lay-out kan anders zijn als de bijbehorende functie is uitgeschakeld of ingeschakeld. Er zijn ook enkele andere items die onzichtbaar zijn als de functie is uitgeschakeld.
  • Pagina 97 Voor militairen...
  • Pagina 98 GROUPE AIRWELL 10 RUE DU FORT DE SAINT CYR 78180 MONTIGNY LE BRETONNEUX FRANCE www.airwell.com 24.AW.WELLEA.HT.IOM.R290.NL.10.04...

Inhoudsopgave