Klein gebak
Koekjes
Schuimgebak
Bitterkoekjes
Bladerdeeg
Broodjes, bijv. roggebroodjes
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw eigen recept.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is.
Het gebak zakt in.
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij
de randen.
Het gebak wordt te donker.
Het gebak is te droog.
Het brood of het gebak (bijv.kwarktaart) ziet er goed
uit, maar is van binnen klef (zacht, doortrokken met
waterstrepen).
Het gebak laat niet los wanneer u het uit de vorm wilt
stoten.
U heeft met uw eigen thermometer de oventempera-
tuur gemeten en daarbij een afwijking vastgesteld.
Tussen vorm en rooster ontstaan vonken.
36
Vormen
Hoogte Verwar-
mings-
methode
H
glazen bak
2
H
glazen bak
2
H
glazen bak
2
H
glazen bak
2
H
glazen bak
2
Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Steek ongeveer 10 minuten voor het einde van de opgegeven baktijd
een houten prikker in op de plek waar het gebak het hoogst is. Wan-
neer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het gebak klaar.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventempera-
tuur 10 graden lager in. Houd rekening met de omroertijden in het
recept.
Vet nu de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het
gebak voorzichtig los met een mes.
Kies een lagere temperatuur en een wat langere baktijd.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in.
Vervolgens bedruppelt u het met vruchtensap of alcohol. Stel de tem-
peratuur de volgende keer 10 graden hoger in en houd een kortere
baktijd aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij
een wat lagere temperatuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant
bakt u eerst de bodem voor, deze bestrooit u met amandelen of
paneermeel en vervolgens brengt u de bovenste laag erop aan. Let
op recepten en baktijden.
Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen, dan
komt het gemakkelijker los uit de vorm. Als het er nog steeds niet uit
komt, maakt u de rand voorzichtig los met een mes. Stort het gebak
opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met een natte, koude
doek. Vet de vorm de volgende keer goed in en strooi er ook paneer-
meel in.
De oventemperatuur wordt door de fabrikant met een testrooster na
een bepaalde tijd in het middelpunt van de oven gemeten. Alle vor-
men en toebehoren hebben invloed op de gemeten waarde, zodat u
altijd een verschil zult vaststellen wanneer u zelf meet.
Controleer of de vorm van buiten schoon is. Verander de positie van
de vorm in de oven. Als dat niet helpt, bakt u zonder magnetron ver-
der of gebruikt u de glazen bak als plaats om iets op te zetten. De
bakduur wordt dan langer.
Temperatuur °C Tijdsduur in minuten
150-170
20-35
110
90-120
110
35-45
180-200
35-45
180-200
25-45