Oven
In de oven-modus kunt u de volgende
verwarmingsmethoden instellen:
Verwarmings-
Temperatuur Gebruik
methode
H
Hete lucht
40 °C
100-250 °C
R
Vlakgrill +
100-250 °C
hete lucht
Z
Vlakgrill +
100-250 °C
circulatie
Verwarmingsmethode en
temperatuur instellen
1
Met de functiekeuzeknop de gewenste
verwarmingsmethode, bijv. Hete lucht, instellen.
Op het display verschijnt het symbool voor hete
lucht H en een voorgestelde temperatuur van 180
°C.
2
Met de draaiknop de temperatuur instellen.
Naar wens kunt u nu de bereidingstijd voor uw
gerecht instellen en het einde daarvan op een
later tijdstip zetten. Zie het hoofdstuk
instelling
.
Met I starten.
3
Op het display verschijnt het voorverwarmingssymbool
" (pas vanaf een ingestelde oventemperatuur van
100 °C). In de balk wordt voortdurend de
opwarmstatus weergegeven. Bij het bereiken van de
ingestelde temperatuur klinkt een signaal, het
opwarmsymbool " verdwijnt.
Wanneer de functie "Snel voorverwarmen"
geactiveerd is, verschijnt het symbool voor "Snel
voorverwarmen" '.
Gistdeeg laten rijzen,
slagroomtaarten ont-
dooien
Taarten, klein gebak
en pizza's bakken in de
glazen bak
Vleesstukken braden
voor ovenschotels,
gegratineerde gerech-
ten en heel gevogelte
Serie-
Aanwijzing: U kunt in de basisinstellingen een
opwarmsignaal activeren of deactiveren. Dit signaal is
te horen wanneer de gewenste temperatuur bereikt is.
U kunt de temperatuur op elk moment met de
draaiknop veranderen.
U kunt de verwarmingsmethode op elk moment met de
functiekeuzeknop wijzigen. Start opnieuw met I .
Pauze:
Met H kunt u de werking stopzetten. Met I wordt de
werking voortgezet.
Uitschakelen:
Om de werking af te breken en de instellingen te
wissen, draait u de functiekeuzeknop op 0.
Actuele temperatuur opvragen:
Wanneer u het symbool ( aanraakt, wordt de actuele
oventemperatuur enkele seconden op het display
weergegeven (vanaf 100 °C). Met het symbool ™
keert u terug naar het standaarddisplay.
Aanwijzing: Bij langdurig gebruik na het
voorverwarmen zijn, afhankelijk van de
verwarmingsmethode, geringe temperatuurverschillen
normaal.
Veiligheidsuitschakeling
Voor uw bescherming is het apparaat voorzien van een
veiligheidsuitschakeling. Het verwarmen wordt altijd
na 12 uur uitgeschakeld, wanneer het toestel in die
tijd niet bediend wordt. Op het display verschijnt een
melding.
Uitzondering:
wanneer met de timer lange duur wordt
geprogrammeerd.
Bevestig de melding met ™ en draai de
functiekeuzeknop op 0, dan kunt u het apparaat weer
zoals gewoonlijk in gebruik nemen.
13