Draadinsteker
Met de draadinsteker kunt u de draad automatisch in de naald
steken. Wanneer u de draadinsteker wilt gebruiken, moet de
naald zich in de bovenste stand bevinden.
1. Laat de naaivoet zakken.
2. Gebruik de hendel om de draadinsteker helemaal omlaag
te trekken. De inrijghaak (A) zwenkt door het oog van de
naald.
3. Leg de draad vanaf de achterkant over het haakje (B) en
onder het inrijghaakje (A).
4. Laat de draadinsteker voorzichtig terugdraaien. Het
haakje trekt de draad door het oog van de naald en vormt
een lus achter de naald. Trek de lus er achter de naald uit.
Let op: De draadinsteker is ontworpen voor naalddikte nr. 70-120. U
kunt de draadinsteker niet gebruiken voor naalden met dikte nr. 60 of
kleiner, de zwaardnaald, tweelingnaald, drielingnaald of wanneer de
sensor-eenstapsknoopsgatvoet is geplaatst. Er zijn ook enkele optionele
accessoires waarbij u de draad met de hand moet insteken.
Wanneer u de draad handmatig in de naald steekt, zorg er dan voor dat
de draad van voor naar achter door de naald wordt gestoken. Het
spoelhuisdeksel kan worden gebruikt als vergrootglas om de draad
eenvoudiger door de naald te krijgen.
36
B
2 Voorbereidingen
A
B
A