Achteruitnaaien
Als achteruitnaaien is ingeschakeld, brandt de achteruitnaai-
indicator. Druk eenmaal op de achteruitnaaitoets voordat u
begint te naaien als u permanent achteruit wilt naaien. De
achteruitnaai-indicator gaat branden en de machine naait
achteruit totdat u opnieuw op de toets drukt. Als u tijdens het
naaien op de achteruitnaaitoets drukt, naait de machine
achteruit zolang u de toets ingedrukt houdt.
Achteruitnaaien wordt ook gebruikt bij het naaien van
bijvoorbeeld handmatige knoopsgaten, stopsteken en
taperingsteken om tussen delen van de steken heen en weer te
gaan.
START/STOP
Druk op de START/STOP-toets om de machine te laten
starten en stoppen met naaien of borduren zonder het
voetpedaal te gebruiken. Druk op START/STOP om te
beginnen en druk nog een keer om te stoppen.
FIX-functie
FIX wordt gebruikt om een steek af te hechten. Druk op de
toets om de functie aan/uit te schakelen. De indicator naast
de FIX-functietoets brandt wanneer de FIX-functie is
ingeschakeld. Als u begint met naaien terwijl de FIX-functie
actief is, naait uw machine eerst een paar aanhechtingssteken
en gaat dan verder met de geselecteerde steek. Wanneer u
tijdens het naaien op FIX drukt, naait de machine een paar
afhechtingssteken en stopt daarna automatisch.
U kunt automatische FIX activeren bij de instellingen, zie
Automatische FIXautomatische FIX in de ingebouwde
gebruiksaanwijzing.
STOP-functie
Druk op STOP tijdens het naaien om een steek of
steekprogramma af te ronden. Uw machine hecht de draad af
16
en stopt automatisch wanneer de steek of het
steekprogramma is voltooid. Als u op STOP drukt voordat u
begint te naaien, naait de machine de steek slechts eenmaal.
Er wordt slechts één steek op het scherm weergegeven. De
indicator naast de STOP-toets brandt wanneer de STOP-
functie is ingeschakeld. Om de functie te annuleren, drukt u
opnieuw op STOP of selecteert u een nieuwe steek. De
STOP-functie wordt geannuleerd wanneer de steek is voltooid.
De STOP-functie wordt ook gebruikt om een genaaide lengte
te herhalen bij het naaien van taperingsteken (zie
Taperingsteken – Menu Qtaperingsteken in de ingebouwde
gebruiksaanwijzing) en bij het naaien van handmatige
knoopsgaten.
Naaivoet omlaag en draaistand
De naaivoet wordt automatisch omlaag gebracht wanneer u
met naaien begint. Om de naaivoet omlaag te brengen
voordat u begint te naaien, drukt u op de toets naaivoet
omlaag en draaistand. De naaivoet wordt helemaal omlaag
gebracht en de machine houdt de stof stevig vast. Druk
opnieuw op naaivoet omlaag voor de draaipositie.
Druk in de borduurmodus op naaivoet omlaag om de
naaivoet omlaag te brengen in de borduurpositie.
Naaivoet omhoog en extra hoog
Druk eenmaal op de toets naaivoet omhoog om de naaivoet
omhoog te brengen. Als u nog een keer op de toets drukt,
gaat de naaivoet naar de extra hoge positie en wordt de
transporteur automatisch verzonken om dikke stof
makkelijker onder de naaivoet te kunnen brengen.
In de borduurmodus maakt de extra hoge stand het
makkelijker om de borduurring aan te brengen of te
verwijderen.
1 Inleiding