Inhoudsopgave
Advertenties
Onderdraad breekt
Gebruikt u de juiste spoel?
Heeft u de spoel op de juiste wijze geplaatst?
Is het gat in de steekplaat beschadigd?
Zitten er veel textielresten in het spoelhuisgedeelte?
Is de spoel goed opgewonden?
De naad heeft ongelijke steken
Is de draadspanning goed afgesteld?
Is het garen dat u gebruikt dik of of van slechte kwaliteit?
Is de onderdraad gelijkmatig opgewonden?
Wordt er een correcte naald gebruikt?
De naaimachine transporteert niet of onregelmatig
Heeft u de naaimachine op de juiste wijze ingeregen?
Zijn er pluisjes opgehoopt tussen de tanden van de
transporteur?
Is de instelling free motion ingeschakeld?
Staat de transporteur ingesteld op verzonken?
Wordt de juiste naaivoet gebruikt?
Er worden draadlussen gevormd op de onderkant van het borduurmotief
Is het borduurmotief te hoog geworden om vrij onder de
naaivoet te kunnen bewegen?
Het borduurmotief is vervormd
Is de stof goed in de borduurring gespannen?
Is de binnenste borduurring goed in de buitenste borduurring
aangebracht?
Is het gebied rondom de borduurarm en de borduurring vrij?
Is de borduurring goed bevestigd?
176
Gebruik alleen de originele spoelen die voor dit model zijn
goedgekeurd.
Controleer de onderdraad.
Vervang de steekplaat.
Verwijder de textielresten uit het spoelhuis en gebruik alleen
de originele spoelen die voor dit model zijn goedgekeurd.
Spoel garen op een ander spoeltje.
Controleer de bovendraadspanning.
Verwijder de draad helemaal en rijg de machine opnieuw in,
zie Horizontale garenpen, pagina 35.
Vervang het garen.
Controleer het opwinden van de spoel.
Breng een geschikte naald aan op de juiste manier volgens de
beschrijving, zie De naald verwisselen, pagina 35.
Gebruik een geschikte naald voor de geselecteerde stof. Zie
De juiste combinatie van draad/naald selecteren, pagina 37.
Verwijder de draad helemaal en rijg de machine opnieuw in,
zie Horizontale garenpen, pagina 35.
Verwijder de steekplaat en maak de transporteur met het
borsteltje schoon.
Schakel de instelling free motion uit in de naaimodus.
Controleer of de transporteur niet is ingesteld op verzonken
in het instellingenmenu.
Bevestig de juiste naaivoet.
Bevestig de Sensorvoet Q.
Als u de R-naaivoet gebruikt, verhoog dan de draaihoogte
voor borduren in het instellingenmenu met kleine stapjes
totdat het probleem is opgelost.
De stof moet strak worden gespannen.
Gebruik borduurringklemmen bij grotere borduurringen.
Span de stof zodanig in de borduurring dat de binnenring
altijd precies op de buitenring aansluit.
Maak het gebied om de borduureenheid vrij.
Controleer of de borduurringaansluiting helemaal in de
borduurringbevestiging op de borduurarm is aangebracht.
13 Onderhoud
Advertenties
Inhoudsopgave
