Afdrukproblemen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Het apparaat
Het apparaat krijgt
drukt niet af.
geen stroom.
Het apparaat is niet
als standaardprinter
geselecteerd.
Controleer het volgende:
•
De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de
voorklep.
•
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het
vastgelopen papier (zie "Papierstoringen verhelpen"
op pagina 84).
•
De papierlade is leeg. Plaats papier (zie "Papier in de
lade plaatsen" op pagina 59).
•
Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats de
tonercassette.
Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is
niet goed
aangesloten.
De verbindingskabel
tussen de computer
en het apparaat is
mogelijk defect.
De poortinstelling is
verkeerd.
Het apparaat is
mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Het
printerstuurprogram
ma is mogelijk niet
goed geïnstalleerd.
Het apparaat werkt
niet goed.
Voorgestelde oplossingen
Controleer of het netsnoer is
aangesloten.
Selecteer uw printer als de
standaardprinter in Windows.
Maak de kabel van het apparaat
los en sluit hem opnieuw aan.
Sluit de kabel indien mogelijk aan
op een andere computer die naar
behoren werkt en druk een
document af. U kunt ook
proberen om een andere kabel
voor uw apparaat te gebruiken.
Controleer de printerinstellingen
in Windows om vast te stellen of
de afdruktaak naar de juiste poort
wordt gestuurd. Als uw computer
meerdere poorten heeft
controleert u of het apparaat op
de juiste poort is aangesloten.
Controleer de
Voorkeursinstellingen om na te
gaan of alle afdrukinstellingen
correct zijn (zie
"Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 66).
Herstel de software van het
apparaat (zie "Het
stuurprogramma installeren voor
een USB-apparaat" op pagina 32,
"Het stuurprogramma installeren
voor een apparaat dat via het
netwerk is aangesloten" op
pagina 40).
•
Controleer of de LED's op het
bedieningspaneel een
systeemfout aangeven. Als de
fout niet kan worden
verholpen, neem dan contact
op met een medewerker van
de klantenservice.
•
U kunt een foutbericht ook
controleren vanuit Smart Panel
op uw computer (zie "Het
programma Smart Panel
gebruiken" op pagina 76).
Problemen oplossen_ 88
Probleem
Mogelijke oorzaak
Het document is zo
groot dat er
onvoldoende ruimte
is op de harde schijf
van de computer om
toegang te krijgen tot
de afdruktaak.
De uitvoerlade is vol.
Als het apparaat
lange tijd aan een
stuk door wordt
gebruikt, kan de
afdruksnelheid
afnemen of kan het
apparaat de taken
onderbreken om af
te koelen.
Het apparaat
De papieroptie die in
haalt papier
de
uit de
Voorkeursinstelling
verkeerde
en voor
invoerbron.
afdrukken... is
geselecteerd is
mogelijk onjuist.
Een
De afdruktaak is
afdruktaak
mogelijk zeer
wordt uiterst
complex.
langzaam
afgedrukt.
De helft van
De afdrukstand werd
de pagina is
mogelijk verkeerd
leeg.
ingesteld.
Het ingestelde
papierformaat stemt
niet overeen met het
formaat van het
papier in de lade.
Voorgestelde oplossingen
Wijs meer vasteschijfruimte op de
computer toe voor spooling en
probeer af te drukken.
De uitvoerlade kan maximaal 80
2
(80 g/m
) vellen normaal papier
bevatten. Wanneer het papier uit
de uitvoerlade is verwijderd, gaat
het apparaat door met afdrukken.
Wacht totdat het apparaat is
afgekoeld. Wanneer het apparaat
is afgekoeld, worden de
afdruktaken automatisch hervat.
In veel softwaretoepassingen kan
de lade worden geselecteerd op
het tabblad Papier in de
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken... Selecteer de juiste
papierbron. (Zie
"Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 66.)
Maak de pagina minder complex
of wijzig de instellingen voor de
afdrukkwaliteit.
Wijzig de afdrukstand in het
desbetreffende programma.
Raadpleeg Help bij het
printerstuurprogramma.
Controleer of het papierformaat
dat is ingesteld in het
printerstuurprogramma
overeenstemt met het papier in
de papierlade. Controleer of het
papierformaat dat is ingesteld in
het printerstuurprogramma
overeenstemt met het papier dat
is geselecteerd in het programma
dat u gebruikt.