5. Sluit de papierklep.
6. Plaats de lade terug in het apparaat.
7. Om vanuit een toepassing af te drukken, opent u de toepassing en start
u het afdrukmenu.
8. Open Voorkeursinstellingen (zie "Voorkeurinstellingen openen" op
pagina 66).
9. Open het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen en selecteer de
papiersoort, het papierformaat en de invoerlade.
10. Druk op OK.
11. Start het afdrukken vanuit de toepassing.
Controleer als u problemen ondervindt met de papierinvoer of het
papier beantwoordt aan de specificaties van de afdrukmedia.
Probeer het vervolgens door vel per vel in de lade te plaatsen (zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 102).
De lade is standaard ingesteld op het papierformaat Letter of A4, afhankelijk
van het land waar u de printer hebt gekocht. Als u de formaatinstelling wilt
veranderen in A4 of Letter, moet u de hendel en de papierbreedtegeleider
juist instellen.
1. Trek de lade uit het apparaat. Open de papierklep en verwijder indien
nodig het papier uit de lade.
2. Als u het formaat wilt wijzigen in Letter, draait u de hendel aan de
achterkant van de lade naar rechts.
3. Knijp de papierbreedtegeleider samen en schuif deze tot tegen de
hendel.
Als u het formaat wilt wijzigen in A4, schuift u de
papierbreedtegeleider naar links en draait u de hendel naar links.
Forceer de hendel niet, anders kan de lade worden beschadigd.
Handmatige invoer in de lade
Als u papier van verschillende afmetingen, bijvoorbeeld enveloppen,
transparanten, etiketten of aangepast papier in de lade plaatst, moet u de
papiergeleiders voor handmatige invoer in de lade aanpassen.
Voor handmatige invoer in de lade, moeten de papierlengte-/
-breedtegeleiders goed worden aangepast.
Tips voor het gebruik van de methode voor
handmatige invoer
Tips voor handmatige invoer in de lade
•
Als u Handmatige invoer selecteert bij Invoer in de
softwaretoepassing, moet u elke keer op Annuleren (
wanneer u een pagina afdrukt. Plaats slechts één type, formaat en
gewicht van afdrukmedia tegelijk in de lade.
•
Voeg tijdens het afdrukken geen media toe. Dit zou papierstoringen
kunnen veroorzaken. Dit geldt ook voor andere soorten
afdrukmateriaal.
•
Plaats afdrukmaterialen met de te bedrukken zijde naar boven en de
bovenrand eerst in de lade en zorg ervoor dat het materiaal in het
midden van de lade ligt.
•
Plaats alleen aanbevolen afdrukmedia. Zo voorkomt u
papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit (zie
"Specificaties van het afdrukmateriaal" op pagina 102).
•
Maak omgekrulde kaarten, enveloppen en etiketten eerst vlak voor u
ze in de papierlade plaatst.
1. Trek de lade uit het apparaat. Open de papierklep en verwijder
indien nodig het papier uit de lade.
Afdrukmedia en lade_ 60
) drukken