1. Klik op Start > Alle programma's > Configuratiescherm.
2. Dubbelklik op Beveiligingscentrum.
3. Klik op Windows Firewall.
4. Schakel de firewall uit.
Het programma installeren
1. Plaats de cd-rom met printersoftware die met uw apparaat werd
meegeleverd in het cd-romstation. Als de cd met stuurprogramma's
automatisch wordt uitgegeefd, sluit u het venster.
2. Start Windows Verkenner en open station X (X staat voor de letter
die aan uw cd-romstation is toegewezen).
3. Dubbelklik op Application > SetIP.
4. Dubbelklik op Setup.exe om het programma te installeren.
5. Kies een taal en klik vervolgens op Volgende.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Het programma starten
1. Verbind het apparaat met het netwerk door middel van een
netwerkkabel.
2. Schakel het apparaat in.
3. Kies in het menu Start van Windows achtereenvolgens Alle
programma's > Samsung Printers > SetIP > SetIP.
4. Klik op het pictogram
(derde van links) in het venster SetIP om het
venster TCP/IP-instellingen te openen.
5. Geef de nieuwe apparaatgegevens op de volgende manier in het
configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens
u mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voor u
verder kunt gaan.
•
MAC Address: zoek het MAC-adres in het
netwerkconfiguratierapport en geef het hier in (zonder dubbele
punten). 00:15:99:29:51:A8 wordt bijvoorbeeld 0015992951A8.
•
IP Address: geef hier een nieuw IP-adres voor uw printer in.
Als het IP-adres van uw computer bijvoorbeeld 192.168.1.150 is,
geef dan 192.168.1.X in ("X" is een getal tussen 1 en 254 dat
verschilt van het getal uit het adres van de computer).
•
Subnet Mask: voer het subnetmasker in.
•
Default Gateway: voer de standaardgateway in.
6. Klik op Apply en klik vervolgens op OK. De printer zal het
netwerkconfiguratierapport automatisch afdrukken. Controleer of
alle instellingen juist zijn.
7. Klik op Exit om het programma SetIP te sluiten.
8. Indien nodig schakelt u opnieuw de firewall van de computer in.
Draadloos netwerk instellen (alleen CLP-325W(K)/CLP-326W)_ 52
IP-adres instellen via het programma SetIP (Macintosh)
Als u het programma SetIP wilt gebruiken, moet u eerst de firewall van
de computer uitschakelen. Dit doet u als volgt:
Het pad en de gebruikersinterface kunnen verschillen afhankelijk
van de Mac OS-versie. Raadpleeg de handleiding van het Mac
OS.
1. Open Systeemvoorkeuren.
2. Klik op Beveiliging.
3. Klik op het menu Firewall.
4. Schakel de firewall uit.
Mogelijk wijken de volgende instructies af van die voor uw
printermodel.
1. Verbind het apparaat met het netwerk door middel van een
netwerkkabel.
2. Plaats de installatie-cd en open het schijfvenster. Selecteer
vervolgens MAC_Installer > MAC_Printer > SetIP >
SetIPApplet.html.
3. Dubbelklik op het bestand. Safari wordt automatisch geopend.
Selecteer Vertrouw. De browser zal de pagina SetIPApplet.html
openen, waarop de naam en het IP-adres van de printer worden
weergegeven.
4. Klik op het pictogram
(derde van links) in het venster SetIP om het
venster TCP/IP-instellingen te openen.
5. Geef de nieuwe apparaatgegevens op de volgende manier in het
configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens
u mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voor u
verder kunt gaan.
•
MAC Address: zoek het MAC-adres in het
netwerkconfiguratierapport en geef het hier in (zonder dubbele
punten). 00:15:99:29:51:A8 wordt bijvoorbeeld 0015992951A8.
•
IP Address: geef hier een nieuw IP-adres voor uw printer in.
Als het IP-adres van uw computer bijvoorbeeld 192.168.1.150 is,
geef dan 192.168.1.X in ("X" is een getal tussen 1 en 254 dat
verschilt van het getal uit het adres van de computer).
•
Subnet Mask: voer het subnetmasker in.
•
Default Gateway: voer de standaardgateway in.
6. Selecteer Toepassen, OK en opnieuw OK. De printer zal het
configuratierapport automatisch afdrukken. Controleer of alle
instellingen juist zijn. Sluit Safari af. U mag de cd-rom met
installatiebestanden uit het cd-romstation halen. Indien nodig
schakelt u opnieuw de firewall van de computer in. Het IP-adres, het
subnetmasker en de gateway zijn nu gewijzigd.
Het draadloze netwerk van het apparaat configureren
Voor u begint moet u de netwerknaam (SSID) van uw draadloos netwerk
kennen, evenals de netwerksleutel als deze is gecodeerd. Deze
informatie werd ingesteld bij de installatie van het toegangspunt (of de
draadloze router). Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u niet vertrouwd
bent met de draadloze omgeving waarin u werkt.
Om parameters van het draadloze netwerk te configureren, kunt u
SyncThru™ Web Service gebruiken.
SyncThru™ Web Service gebruiken
Controleer de status van de kabelverbinding voor u begint met de
configuratie van de parameters voor het draadloze netwerk.