Bedieningsorganen
9 Surround Functie: schakel met deze toets
door de afzonderlijke surround functies nadat op
Surround Groep 5 is gedrukt (zie punt 5
hiervoor).
) Afstemmen: druk op de linkerzijde van de
toets om naar een lagere frequentie te gaan, of
op de rechter zijde om naar een hogere frequen-
tie te gaan. Wordt een zender met een sterk sig-
naal gevonden dan verschijnt
MANUAL
in de display ˜
of
TUNED
AUTO TUNED
(met de hand afgestemd of automatisch afge-
stemd). Zie pagina 49 voor meer informatie over
afstemmen.
! FM/MG keuze: druk op deze toets om tuner
als bron van de AVR te kiezen. Na eenmaal
indrukken hoort u de laatst gebruikte zender;
nogmaals indrukken schakelt heen en weer
tussen AM (= MG) en FM. Houd de toets vast om
te schakelen tussen stereo en mono, handafstem-
ming en automatische afstemming. Zie pagina
49 voor nadere informatie.
@ Instellen: regelt het instellen en configure-
ren van de in de display ˜ aangegeven instel-
ling, die dan in het geheugen van de AVR wordt
opgeslagen.
# Voorkeurposities: druk op deze toetsen
om voor- of achteruit door het overzicht van de
voorkeurzenders te schakelen. Zie pagina 49 voor
nadere informatie.
$ Functie
: Wordt een instelling gemaakt
›
met kanaalkeuze Ù of digitale bronkeuze
Û dan kan met deze toets door de beschikbare
opties worden gescrolld.
% Ingangskeuze: druk één of meermaals op
deze toets om een andere bron te kiezen.
^ RDS functie: indrukken om de verschillende
boodschappen van het RDS-systeem van de
AVR tuner op te roepen. Zie pagina 49 voor
nadere informatie over RDS.
& Vertraging: indrukken om de vertraging
voor de Dolby Surround functies in te stellen. Zie
pagina 33 voor nadere informatie omtrent het
instellen van de vertraging.
6
BEDIENINGSORGANEN
* Digitale ingang 4 optisch: sluit de
optische digitale audio uitgang van een audio of
video product hierop aan. Wordt de ingang niet
gebruikt zorg dan dat de ingang met het dopje is
afgedekt om te voorkomen dat er stof in de
ingang komt.
( In/Uitgang Status: deze LED's lichten nor-
maal gesproken groen op ten teken dat de
Video 4 A/V Ô aansluitingen op de voorzijde
fungeren als een ingang. Wanneer een van deze
aansluitingen geconfigureerd is als uitgang,
wordt de indicatie rood als teken dat deze aan-
sluiting gebruikt kan worden voor opname. Zie
pagina 43 voor meer informatie over het als uit-
gang configureren van de aansluitingen op de
voorzijde.
Ó Digitale ingang 4 coax: wordt gewoonlijk
gebruikt voor het aansluiten van draagbare
digitale audio apparaten, videospelletjes en
andere producten die een coax digitale aan-
sluiting hebben.
Ô Video 4 Ingang/Uitgang: deze
audio/video aansluitingen kunnen gebruikt
worden als tijdelijke verbinding met videospelle-
tjes of draagbare audio/video apparaten zoals
camcorders en draagbare audio spelers. Kunnen
ook geconfigureerd worden als uitgangen (ook
S-Video) voor opname met een audio- of video-
recorder. (zie pagina 43 voor nadere informatie)
Klepje Voorzijde: om het klepje te openen
en toegang te krijgen tot de aansluitingen en de
knopjes achter het klepje drukt u dit aan een
bovenhoek voorzichtig naar beneden en naar u
toe.
Ò Surround Indicatie: de indicatie geeft de
gekozen functie aan. Denk er aan dat bij het
inschakelen alle indicaties kort oplichten, waarna
in normaal bedrijf alleen de gekozen functie blijft
branden.
Ú Luidspreker/kanaal functie: geeft aan
welke luidspreker voor elk kanaal gekozen is, of
de configuratie van het binnenkomende signaal.
De indicaties voor de luidsprekers links, centrum,
rechts, links surround en rechts surround bestaan
uit drie hokjes, terwijl de subwoofer een enkel
hokje is. Het middelste hokje licht op wanneer
een 'kleine' luidspreker is gekozen, de buitenste
twee wanneer een grote luidspreker is gekozen.
Brandt geen enkel hokje voor de kanalen cen-
trum, surround of subwoofer, dan zijn er voor die
posities geen luidsprekers gekozen. Zie pagina
31 voor nadere informatie over het configureren
van de luidsprekers. De letter in het middelste
hokje geeft een actief kanaal aan. Voor
standaard analoge bronnen zullen alleen L en R
oplichten, wat een stereobron aangeeft. Gaat het
om een digitale bron dan geven de indicaties aan
welke kanalen op de digitale ingang worden
ontvangen. Een knipperende letter geeft een
onderbroken digitaal signaal aan. Zie pagina 42
voor nadere informatie over deze indicaties.
Û Digitale Bronkeuze: druk op deze toets
om te kiezen tussen de optische * U en coax
Ó V digitale ingangen. (zie pagina 41 voor
nadere informatie)
Ù Kanaalkeuze: indrukken om de verschillen-
de kanalen in te stellen met behulp van een
externe audiobron. Voor meer informatie over het
instellen van de uitgangsniveaus, zie pagina 44.
ı Volume: draai deze knop naar rechts om het
niveau te verhogen, of naar links om het niveau
te verlagen. Mute (geluid uit) wordt automatisch
opgeheven zodra de volumeregelaar wordt
verdraaid.
ˆ Ingangsindicatie: de indicatie geeft de
gekozen bron aan. Denk er aan dat bij het
inschakelen alle indicaties kort oplichten, waarna
in normaal bedrijf alleen de gekozen bron blijft
branden.
˜ Display: in de display worden aanwijzingen
en indicaties gegeven die u helpen het apparaat
te bedienen.
¯ Sensor afstandsbediening: deze sensor
ontvangt de bevelen van de afstandsbediening.
Richt de afstandsbediening hierop en zorgt dat
de sensor niet geblokkeerd wordt, tenzij een
externe sensor is aangesloten.
˘ EzSet/EQ Microfooningang: voordat u het
geautomatiseerde EzSet/EQ instelproces start,
sluit u de microfoon op deze ingang aan. In
andere situaties hoeft de microfoon niet aange-
sloten te zijn.