6.2
Pairen van rotatielaser en laserontvanger PRA 30
1. Druk tegelijkertijd op beide apparaten tenminste 3 seconden de toets
▶ De succesvolle pairing wordt door knipperen van alle LED's op de rotatielaser en een geluidssignaal
van de laserontvanger PRA 30 bevestigd. Op de laserontvanger verschijnt kort het symbool
▶ Rotatielaser en laserontvanger worden uitgeschakeld.
2. Apparaten weer inschakelen.
▶ De apparaten zijn gepaired. Op de laserontvanger verschijnt het symbool
6.3
Pairen van statief PRA 90 en laserontvanger PRA 30
1. Druk tegelijkertijd op beide apparaten tenminste 3 seconden de toets
▶ De succesvolle pairing wordt door knipperen van alle LED's op het automatische statief PRA 90 en
een geluidssignaal van de laserontvanger PRA 30 bevestigd. Op de laserontvanger verschijnt kort
het symbool
.
▶ Automatisch statief en laserontvanger worden uitgeschakeld.
2. Apparaten weer inschakelen.
▶ De apparaten zijn gepaired. Op de laserontvanger wordt de rotatielaser en het automatische statief
weergegeven.
6.4
Laser ontvangen met de laserontvanger
1. Druk op de laserontvanger op de toets
2. Houd de laserontvanger met het detectievenster direct in het vlak van de laserstraal.
3. Houd de laserontvanger tijdens het uitrichten rustig en let erop dat u vrij zicht hebt tussen de
laserontvanger en het apparaat.
▶ De detectie van de laserstraal wordt optisch en akoestisch weergegeven.
▶ De laserontvanger geeft de afstand tot de laser aan.
6.5
Eenhedensysteem instellen
1. Druk bij het inschakelen van de laserontvanger gedurende twee seconden op de toets
▶ De menuweergave verschijnt op het displayveld.
2. Gebruik de toets
om tussen het metrische en Anglo-Amerikaanse eenhedenstelsel te wisselen.
3. Schakel de laserontvanger uit met de toets
▶ De instellingen worden opgeslagen.
6.6
Eenheden op de laserontvanger omschakelen
1. Druk bij het inschakelen van de laserontvanger gedurende twee seconden op de toets
▶ De menuweergave verschijnt op het displayveld.
2. Druk herhaaldelijk op de toets
▶ De gewenste nauwkeurigheid (mm/cm/uit) wordt afwisselend weergegeven op het digitale display.
3. Schakel de laserontvanger uit met de toets
▶ De instellingen worden opgeslagen.
6.7
Volume op de laserontvanger instellen
▶ Druk herhaaldelijk op de toets
▶ Het gewenste volume (zacht/normaal/luid/uit) wordt afwisselend weergegeven op het digitale display.
Bij het inschakelen van de laserontvanger is het volume op "normaal" ingesteld.
6.8
Akoestisch signaal op de laserontvanger instellen
1. Druk bij het inschakelen van de laserontvanger gedurende twee seconden op de toets
▶ De menuweergave verschijnt op het displayveld.
2. Gebruik de toets
onderste detectiebereik in te stellen.
*2134492*
.
.
.
.
.
om de snelle opeenvolging van het akoestische signaal voor het bovenste of
2134492
in.
.
in.
.
.
.
Nederlands
.
131