5.7
Verticaal automatisch uitrichten
De rotatielaser is stevig verticaal bevestigd (statief, wandhouder, gevel- of bouwraamadapter of ligt op
de achterste handgrepen). Een referentiepunt (A) is onder de laserkop aangebracht (bijv. een spijker
in het bouwraam of een kleurpunt op de vloer).
De laserontvanger PRA 30 en de rotatielaser zijn gepaired.
De laserontvanger PRA 30 en de ontvangstzijde van de rotatielaser zijn naar elkaar gericht en hebben
direct optisch contact. De beste ontvangstzijde op de rotatielaser is de zijde waar de accu wordt
aangebracht.
1. Richt de verticale as van de rotatielaser via de richting op de kop uit.
2. Druk op de rotatielaser op de toets
▶ De rotatielaser nivelleert zich en projecteert daarna een verticale laserstraal omlaag.
3. Richt de rotatielaser zo uit, dat de geprojecteerde laserstraal precies op het referentiepunt (A) is gericht.
Het referentiepunt is geen loodpunt!
4. Voor het verstellen van het laservlak naar rechts resp. links, drukt u op de toets
laserontvanger PRA 30.
▶ De rotatielaser start met de rotatie na indrukken van een van de beide richtingstoetsen.
5.8
Verticaal automatisch uitrichten
De rotatielaser is stevig verticaal bevestigd (statief, wandhouder, gevel- of bouwraamadapter of ligt op
de achterste handgrepen). Een referentiepunt (A) is onder de laserkop aangebracht (bijv. een spijker
in het bouwraam of een kleurpunt op de vloer).
De laserontvanger PRA 30 en de rotatielaser zijn gepaired.
De laserontvanger PRA 30 en de ontvangstzijde van de rotatielaser zijn naar elkaar gericht en hebben
direct optisch contact. De beste ontvangstzijde op de rotatielaser is de zijde waar de accu wordt
aangebracht.
1. Richt de verticale as van de rotatielaser via de richting op de kop uit.
2. Druk op de rotatielaser op de toets
▶ De rotatielaser nivelleert zich en projecteert daarna een verticale laserstraal omlaag.
3. Richt de rotatielaser zo uit, dat de geprojecteerde laserstraal precies op het referentiepunt (A) is gericht.
Het referentiepunt is geen loodpunt!
4. Houd de markeringskerf van de laserontvanger PRA 30 op het in te stellen doelvlak (B). De laserontvanger
PRA 30 moet stil worden gehouden of worden vastgezet.
5. Start de automatische uitrichting door een dubbele klik op de laserontvanger PRA 30 met de toets
▶ De laserkop zwenkt naar rechts en links, tot deze de positie heeft bereikt. Daarbij klinkt een
terugkerend akoestisch signaal.
▶ Is de positie bereikt, dan nivelleert de rotatielaser.
aanhoudende toon van 5 seconden aangegeven. Het symbool
▶ De rotatielaser schakelt in de bewakingsmodus. Bewaking bij verticale meting → Pagina 122
▶ Als het automatische uitrichtingsproces niet succesvol kan worden uitgevoerd, klinken korte akoes-
tische signalen en dooft het symbool
6. Verwijder de laserontvanger PRA 30 NIET uit het doelvlak zolang de bewakingsmodus actief is.
7. Dubbelklik op de laserontvanger PRA 30 met de toets
▶ Tijdens de automatische uitrichting: Voortijdig beëindigen van de automatische uitrichting.
▶ In de bewakingsmodus: Beëindigen van de bewakingsmodus.
5.9
Helling met hellingsadapter PRA 79 instellen
De hellingsadapter PRA 79 kan afhankelijk van de toepassing op een statief worden gemonteerd. De
hellingshoek van de hellingsadapter PRA 79 is op 0° ingesteld.
1. Monteer de rotatielaser op de hellingsadapter PRA 79. Neem de handleiding van de hellingsadapter
PRA 79 in acht. Het bedieningspaneel van de rotatielaser is naar u gericht.
2. Positioneer de rotatielaser op de bovenste of op de onderste rand van het hellende vlak.
*2134492*
10
.
11
.
.
2134492
De succesvolle afsluiting wordt door een
dooft.
.
resp.
op de
.
Nederlands
127