Bediening
of audionummers op een DVD of ander Dolby
Digital materiaal gecodeerd zijn voor 5.1. Het is
dus normaal dat voor een DVD met Dolby Digital
geluid alleen de 'L' en 'R' indicaties geactiveerd
worden.
Opmerking: veel DVD's zijn opgenomen met
zowel een '5.1' als een '2.0' versie van hetzelfde
materiaal, waarbij de '2.0' versie vaak gebruikt
wordt voor andere talen. Wanneer u een DVD
afspeelt, controleer dan steeds het type materiaal
op de schijf. De meeste schijven geven deze infor-
matie in de vorm van een overzicht of symbool op
de hoes. Wanneer een schijf meerdere systemen
aanbiedt, zult u misschien instellingen op uw
DVD-speler moeten wijzigen (meestal met de
'Audio select' toets of via een menu op de schijf)
om een volledig 5.1 signaal naar de AVR te sturen
of om het juiste geluid en de juiste taal te kiezen.
Het is ook mogelijk dat het type signaal verandert
tijdens het afspelen van een DVD. In sommige
gevallen zullen de voorproefjes van speciaal mate-
riaal in 2.0 audio opgenomen zijn, terwijl het
hoofdprogramma beschikbaar is in 5.1 audio.
Zolang uw DVD-speler is ingesteld op 6-kanaals
uitgangssignaal zal de AVR automatisch de veran-
deringen in de bitstream en het aantal kanalen
detecteren en dit met de indicaties aangeven. De
letters zoals gebruikt bij de indicaties.
Belangrijk: Wanneer een digitale surround bron
(Dolby Digital, DTS) wordt afgespeeld zullen de
letters SBL/SBR voor de surround achter kanalen
alleen verschijnen bij een DTS-ES DISCRETE 6.1
bron. Deze functie wordt dan in de display aan-
gegeven en in-beeld. Bij alle andere opnamen
kunnen de indicaties voor de achter surround
luidsprekers oplichten (mits deze luidsprekers
geconfigureerd zijn) om aan te geven dat er een
signaal naar toe gaat (matrix gedecodeerd met
NEO:6, LOGIC 7 of 7 Kan. Stereo) maar geen let-
ters lichten op wanneer de AVR geen ingangssig-
naal ontvangt voor de surround achter kanalen.
Luidsprekers/kanaal functie $ knipperen
ook om aan te geven wanneer een bitstream
onderbroken wordt. Dat gebeurt wanneer een
digitale ingang voor het afspelen gekozen is, of
wanneer een digitale bron zoals een DVD op
pauze staat. De knipperende indicaties wijzen
erop dat het afspelen is onderbroken door de
afwezigheid van een digitaal signaal en niet door
een fout in de AVR. Dit is normaal en de digitale
weergave zal hervat worden zodra het afspelen
opnieuw gestart wordt.
42 BEDIENING
Nachtfunctie
Een speciale functie van Dolby Digital. Deze func-
tie stelt u in staat om Dolby Digital bronnen
volledig verstaanbaar af te spelen, maar met
beperkte maximale piekniveaus, terwijl de zwak-
ke signalen 1/4 tot 1/3 opgetrokken worden. Dat
vermijdt dat abrupt luide overgangen anderen
storen, zonder de impact van de digitale bron te
beperken. De nachtfunctie is alleen beschikbaar
wanneer de Dolby Digital functie gekozen is.
De nachtfunctie kan worden gekozen wanneer
een Dolby Digital DVD speelt door op nacht-
functie B op de afstandsbediening. Druk ver-
D om de gematigde of de
volgens op
⁄
/
¤
volledige compressie (medium of full) van de
nachtfunctie te kiezen. Om de nachtfunctie uit te
D tot de aanwijzing
schakelen drukt u op
⁄
/
¤
onderin de video display en de display Ò
.
D-RANGE OFF
De Nacht Functie kan ook permanent op het
gewenste compressie niveau worden gekozen
zodra de Dolby Digital functie wordt geactiveerd
via de opties in het
DOLBY
menu. Zie pagina 25
voor informatie over het menu voor deze optie.
BELANGRIJK BIJ DIGITALE WEERGAVE
1. Wanneer de digitale bron stopt, in pauze, in de
functie snel zoeken of hoofdstuk zoeken staat,
zullen de digitale gegevens tijdelijk stoppen en
de kanaalposities in de luidspreker/kanaal
functie $ zullen knipperen. Dit is normaal en
wijst niet op een probleem met de AVR of met de
bron. De AVR zal, zodra de gegevens weer
beschikbaar zijn en wanneer het apparaat weer
op afspelen staat, naar de normale digitale weer-
gave terugkeren.
• Hoewel de AVR bijna alle DVD films, CD's en
HDTV bronnen kan decoderen, is het mogelijk
dat sommige toekomstige digitale formaten niet
compatibel zijn met de AVR.
• Denk er aan dat niet alle digitaal gecodeerde
programma's en niet alle audionummers op een
DVD volledig 5.1 of 6.1-kanaals audio bevatten.
Raadpleeg de handleiding van het programma bij
uw DVD of laserdisc om na te gaan welk type
audio op de disc is opgenomen. De AVR herkent
automatisch het type digitale surround codering
en geeft dat aan in de Kanaal Indicaties $
en stelt zich hierop in.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kunnen normaal gesproken geen analoge sur-
round functies als Dolby Pro LogicII, Dolby 3
Stereo, Hall, Theater, 5Kan/7Kan Stereo of Logic 7
worden gekozen, uitgezonderd met Dolby Digital
2.0 opnamen, die met Dolby Por Logic II afge-
speeld kunnen worden. Zie pagina 38.
• Wanneer een Dolby Digital of DTS bron speelt
kan een analoge opname NIET worden gemaakt
via de Tape uitgangen 3 of Video 1 7 uit-
gangen, ook wanneer de bron is verbonden met
een digitale ingang op de AVR, zolang 'Surround
Off' is gekozen (kan alleen met een PCM bron).
Maar het analoge tweekanaals signaal, zelfs van
een Dolby Digital bron (geen DTS), de 'Downmix'
naar Stereo of Dolby Surround, kan worden
opgenomen door de analoge audio uitgangen
met de juiste analoge ingangen (DVD bijvoor-
beeld) van de AVR, van de AVR te verbinden.
Bovendien worden de digitale signalen doorge-
geven naar de digitale audio uitgangen A.
Opnemen op cassette
Bij normaal gebruik worden de audio en video sig-
nalen die op de AVR voor kijken en luisteren zijn
gekozen door gestuurd naar de opname uitgan-
gen. Dat betekent dat elk programma waar u naar
kijkt of luistert simpelweg kan worden opgenomen
door recorders aan te sluiten op de uitgangen
Tape Outputs 3 of Video 1 Outputs P7.
Wordt een digitale audiorecorder aangesloten op
één van de digital audio uitgangen A dan
kunt u de digitale signalen opnemen met CD-R,
MiniDisc of ander digitaal opnamesysteem. Denk
er aan dat alle digitale signalen worden door-
gestuurd naar zowel de coax als optisch digitale
uitgangen, ongeacht het type digitale ingang dat
werd gekozen.
Opmerkingen:
• De digitale uitgangen zijn alleen actief wanneer
er een digitaal signaal aanwezig is en ze zetten
een analoog ingangssignaal niet naar een digitaal
uitgangssignaal om, noch veranderen zij het for-
maat van het digitale signaal (b.v. Dolby Digital
naar PCM of vice versa, maar coax digitale signa-
len worden naar optisch omgezet en omgekeerd).
Bovendien dient de digitale recorder compatibel te
zijn met het uitgangssignaal. Voorbeeld: het PCM
digitale uitgang van een CD-speler kan opgeno-
men worden op een CD-R of MiniDisc, maar Dolby
Digital of DTS-signalen niet.
• Het maken van een analoge opname van een
digitale bron is mogelijk, maar alleen van een
PCM bron (geen Dolby Digital of DTS) en alleen
correct wanneer 'Surround Off' is gekozen. Met
elke andere Surround functie worden alleen de
front L/R signalen naar de opname gestuurd.
Gebruik
Wanneer
van Harman Kardon (als extra
leverbaar) is
aangesloten en een
geschikte Apple
®
iPod
®
in
drukt u op The Bridge DMP e om de iPod als
ingang te kiezen zodat u audio, video en stil-
staande beelden van de iPod kunt weergeven via
uw hoogwaardige audio/videosysteem. Door op
DMP Functie e worden ook de
AVR afstandsbedieningscodes voor de iPod
is geplaatst,