Bediening
zetting en de niet-gebruikte ingangen worden
uitgeschakeld zodat er geen ongewenste stoor-
signalen in het systeem kunnen doordringen.
De
wordt gebruikt
8 C H DIRECT INPUT
wanneer op alle 8-Kanaals Directe Ingangen
9 en de bron een eigen intern bass manage-
ment bezit. Van deze ingang gaat het signaal
direct naar de volumeregelaar zonder enige ana-
loge of digitale omzetting en de niet-gebruikte
ingangen worden uitgeschakeld zodat er geen
ongewenste stoorsignalen in het systeem kunnen
doordringen.
Denk er aan dat wanneer de 6-Kanaals of
8-Kanaals Directe ingang wordt gebruikt, geen
surround functie kan worden gekozen daar de
externe processor dan de functie bepaalt.
Bovendien verschijnt er geen signaal op de opna-
me uitgangen en geen laagprocessing wanneer
de 6-Kanaals of 8-Kanaals Directe ingang wordt
gebruikt en de klankregeling en balans werken
niet.
Instellingen en Gebruik
Hoofdtelefoon
• Stel het volume naar wens in met volume ı
op het frontpaneel of volume hoger/lager d
op de afstandsbediening.
• Om alle luidsprekers tijdelijk uit te schakelen
druk u op de toets muting c. Dit zal het sig-
naal naar alle luidsprekers en de hoofdtelefoon
onderbreken, maar heeft geen invloed op een
lopende opname of kopiëren. Is het geluid van
het systeem uitgeschakeld, dan knippert
in de Display Ò. Druk nogmaals op Mute c
om naar normaal gebruik terug te keren.
• Om een 'rechte' frequentiekarakteristiek te
krijgen en de klankregeling en de balans van de
AVR uit te schakelen drukt u op klankregeling
in/uit 8 zodat de indicatie
Tone Off
lijk in de display Ò verschijnt. Om de regeling
weer in te schakelen drukt u nogmaals op
klankregeling in/uit 8 zodat
Tone I n
tijdelijk in de display Ò verschijnt.
• Om alleen te luisteren sluit u een hoofd-
telefoon met 6,3 mm stereo jackplug aan op de
hoofdtelefoonuitgang 4 op het frontpaneel.
Merk op dat wanneer de plug van de hoofd-
telefoon wordt aangesloten, het woord
kort door de display Ò loopt en dat
H:BP
alle luidsprekers uitgeschakeld worden. Wanneer
de plug wordt uitgetrokken zullen de luidsprekers
weer ingeschakeld worden.
• Wanneer de hoofdtelefoon in gebruik is, kunt u
de Dolby Headphone functie gebruiken wat
meerruimte geeft aan het luisteren met hoofdte-
lefoon. Druk op Dolby Functie M of op
Surround Funtiegroep 5 om te kiezen uit de
drie Dolby Headphone functies.
38 BEDIENING
Keuze Surround Functies
Eén van de belangrijkste eigenschappen van de
AVR 247 is de mogelijkheid een volledig meer-
kanaals surround klankbeeld weer te geven van
digitale bronnen, analoge matrix gecodeerde
programma's en standaard stereo en zelfs mono
programma's.
De keus van een surround functie is een persoon-
lijke zaak, net als het type programmamateriaal
dat wordt gekozen. Zo dienen CD's, films en TV-
programma's die het logo van een van de
belangrijke surround processen dragen, Dolby
Surround bijvoorbeeld, afgespeeld te worden in
de Dolby Pro Logic II en IIx Movie (bij films) of
Music (met muziek) surround functie, met een
DTS Neo:6 functie of met de exclusieve
Harman Kardon Logic 7 Movie functie, om een
volledige 5.1 kanaals weergave, of zelfs (met
Logic 7 en DTS NEO:6) 7.1 kanaals surround
weergave van surround gecodeerde program-
ma's, met een stereo links en rechts achter sig-
naal, precies zoals het was opgenomen. Zo zal
geluid dat links achter was opgenomen ook
alleen daar gehoord worden. Nadere details op
pagina 35-36.
Denk er aan dat Dolby Digital 2.0 signalen (bijv.
'D.D. 2.0' nummers op DVD) die gecodeerd zijn
met Dolby Pro Logic informatie en binnenkomen
via een digitale ingang automatisch in Dolby Pro
Logic II Movie worden afgespeeld (als aanvulling
op de Dolby Digital functie) en in 5.1 kanaals
surround worden weergegeven (zie ook Dolby
Digital op pagina 39).
MUTE
Voor een breed en omringend geluid en duidelij-
ke bewegingen met analoge stereo opnamen
kiest u Dolby Pro Logic II Music of Emulation
functie of het exclusieve Harman Kardon Logic 7
Music voor een dramatische verbetering ver-
tijde-
geleken met Dolby Pro Logic (I) van voorheen.
Opmerking: wanneer een programma is
gecodeerd met matrix surround informatie blijft
deze informatie behouden zolang het program-
ma in stereo wordt uitgezonden. Kortom, films
met surround geluid kunnen op elke analoge
wijze worden gedecodeerd: Pro Logic II en IIx
Cinema, Logic 7 Cinema of DTS Neo:6 Cinema
wanneer ze via conventionele TV-zenders, kabel
of betaal-TV of satelliet worden uitzonden.
DOLBY
Bovendien worden er steeds meer TV-program-
ma's, sportuitzendingen, hoorspelen en muziek-
CD's opgenomen met surround geluid. U kunt
een overzicht van deze programma's bekijken op
het web van Dolby Laboratories:
www.dolby.com.
Zelfs wanneer een programma niet genoteerd
staat als met internationale surround informatie
kan het zijn dat de Dolby Pro Logic II en IIx
Music, DTS NEO:6 Music of Logic 7 Music of
Enhanced functie uitstekende surround weergave
biedt, door gebruik te maken van de natuurlijke
surround informatie die in alle stereo-opnamen
aanwezig is.
Probeer daarom bij stereoprogramma's zonder
surround informatie de Theater, Hall en 5/7
kanaals stereo functies (vooral effectief met oude-
re 'extreme' stereo opnamen) en met monopro-
gramma's raden we aan de Theater of Hall func-
ties te proberen. Wanneer u uitsluitend de beide
front luidsprekers gebruikt, kies dan één van de
Dolby Virtual Speaker surround functies zodat
een virtueel driedimensionale weergave ontstaat
met slechts twee luidsprekers.
Surround functies kunnen zowel op de voorzijde
als op de afstandsbediening worden gekozen.
Om via het frontpaneel een nieuwe surround
functie te kiezen, drukt u eerst op Surround
Functiegroep 5 tot de gewenste hoofdgroep
zoals Dolby, DTS of Logic 7 is gekozen. Druk dan
op Surround functie 9 om de specifieke
individuele surround functie te kiezen.
Om via de afstandsbediening een surround func-
tie te kiezen kiest u eerst de functiegroep waarin
zich de gewenste functie bevindt: Dolby M,
DTS Surround N, DTS Neo:6 T,
Logic 7 O, Stereo S of DSP
Surround A.
De eerste keer dat de toets wordt ingedrukt, ver-
schijnt de functie van die groep die actief is, dan
wel de eerste beschikbare functie wanneer een
andere actief is. Om door de verschillende func-
ties in de groep te schakelen drukt u nogmaals
tot de gewenste functie in de display Ò en in-
beeld verschijnt.
Om een DSP functie te kiezen (Hall 1, Hall 2,
Theater) drukt u herhaaldelijk op Surround
Functie A om de beschikbare functies te
doorlopen.
Wanneer de geluidsfunctie verandert zal een
blauwe LED oplichten naast de gekozen functie
bij de Surround Functie ( in de display.
Bovendien zal de AVR bij aanwezigheid van een
digitale bron automatisch naar de juiste functie
(Dolby Digital of DTS) overschakelen, e.e.a. onaf-
hankelijk van de tevoren gekozen functie. Meer
informatie over het kiezen van digitale bronnen
in het volgende hoofdstuk van deze handleiding.
Wanneer de 6-kanaals/8-kanaals directe ingan-
gen in gebruik zijn, is er geen surround proces-
sing, daar deze ingangen de analoge signalen
gebruiken van een extra, externe DVD-Audio of
SACD-speler, dan wel een ander apparaat, die
regelrecht naar de volumeregelaar gaan.