Hoofdstuk
03
Bediening van het toestel
Basishandelingen
Toestel aanzetten en
signaalbron selecteren
U kunt de signaalbron selecteren waarnaar u
wilt luisteren. Om naar de ingebouwde CD-
speler over te schakelen, hoeft u alleen een
CD in het toestel te plaatsen (raadpleeg blad-
zijde 53).
% Druk op SOURCE om een signaalbron te
kiezen.
Druk meerdere keren op SOURCE om te scha-
kelen tussen de volgende signaalbronnen:
Ingebouwde CD-spelerTuner
Als u een signaalbron selecteert, wordt het
toestel automatisch ingeschakeld.
Opmerkingen
! Als er geen CD in het toestel is geplaatst, kunt
u de ingebouwde CD-speler niet activeren.
! Als de blauw/witte draad van dit toestel is aan-
gesloten op de bedieningsaansluiting van de
automatische antenne van de auto, zal de an-
tenne uitschuiven wanneer er een signaalbron
van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u de
signaalbron uitschakelt, wordt de antenne
weer ingeschoven.
Het volume afstellen
% Gebruik VOLUME om de geluidssterkte
te regelen.
Het toestel uitschakelen
% Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel
uit gaat.
48
Nl
Tuner
Naar de radio luisteren
1
2
U kunt de AF-functie van dit toestel (zoeken
naar alternatieve frequenties) in- en uitschake-
len. Bij normaal afstemmen moet de AF-func-
tie uit staan (raadpleeg bladzijde 50).
1 Frequentiebandindicator
Deze geeft aan op welke band de radio is af-
gestemd: MW/LW of FM.
2 LOC-indicator
Deze geeft aan of automatisch afstemmen
op lokale zenders is ingeschakeld.
3 Stereo-indicator (5)
Deze geeft aan of de frequentie waarop u
heeft afgestemd in stereo uitzendt.
4 Frequentie-indicator
Deze toont de frequentie waarop u heeft af-
gestemd.
5 Voorkeuzenummerindicator
Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-
selecteerd.
1
Druk op SOURCE om de tuner te selec-
teren.
2
Druk op BAND en kies een frequentie-
band.
Druk op BAND totdat u de gewenste frequen-
tieband (F1, F2 voor FM of MW/LW) op het
display ziet verschijnen.
3
Druk kort op c of d om handmatig af
te stemmen.
3
4
5