Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

MIETHKE M.blue plus Gebruiksaanwijzing pagina 13

Verberg thumbnails Zie ook voor M.blue plus:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 1
M.blue plus
Zorg ervoor dat, afhankelijk van de positie van
het boorgat, de opening van de dura zo klein
mogelijk is, om een liquorlek te voorkomen.De
M.blue plus is beschikbaar in verschillende
configuraties: Bij gebruik van een boorgatre-
servoir - of SPRUNG RESERVOIR - wordt eerst
de ventrikelkatheter geïmplanteerd. Na het
verwijderen van de Mandrin kan de doorloop
van het ventrikelkatheter worden getest door
er liquor te laten uitdruppelen. De katheter
wordt ingekort en het boorgatreservoir wordt
aangesloten, waarbij de verbinding met een
ligatuur wordt vastgezet. Bij gebruik van een
shunt-systeem met een CONTROL RESER-
VOIR wordt een boorgat-ombuiger meegele-
verd. Met behulp van deze ombuiger kan de
te implanteren katheterlengte worden inge-
steld en in de ventrikel worden ingeschoven.
De ventrikelkatheter wordt omgebogen en het
CONTROL RESERVOIR wordt geplaatst. De
positie van de ventrikelkatheter moet na de
operatie door een beeldvormingsproces (bv.
CT, MRT) worden gecontroleerd.
Het ventiel plaatsen
De instelbare differentiaaldrukeenheid van de
M.blue plus is bij levering ingesteld op een
openingsdruk van 5 cmH
gravitatie-eenheid de M.blue plus is bij leve-
ring ingesteld op een openingsdruk van 20
cmH
O. De vooraf ingestelde openingsdruk-
2
waarden kunnen voor de implantatie op een
andere druk worden ingesteld. Als implan-
tatielocatie is een plaatsing achter het oor
geschikt, waarbij de implantatiehoogte geen
invloed heeft op de werking van het ventiel.
De instelbare eenheden moet op de knoken
dan wel op het periost liggen, omdat tijdens
een latere instelling druk op het ventiel moet
worden uitgeoefend. Er moet een grote boog-
vormige of een kleinere rechte huidsnede
met een tas voor het ventiel worden aan-
gelegd. De katheter wordt vanuit het boor-
gat naar de gekozen ventielimplantatieplek
geschoven, indien nodig ingekort en met een
ligatuur op de M.blue plus bevestigd. Het ven-
tiel mag zich direct onder de huidsnede bevin-
den. De ventielbehuizing is voorzien van pij-
len in stroomrichting (pijl naar distaal dan wel
pijl naar onderen).
O. De instelbare
2
GEBRUIKSAANWIJZING | NL
AANWIJZING
De gravitatie-eenheid van de M.blue plus
werkt locatieonafhankelijk. Daarom moet
erop worden gelet dat de gravitatie-eenheid
(M.blue) parallel met de lichaamsas wordt
geïmplanteerd.
Daarom mag bij gebruik van een shunt-sys-
teem waarbij het ventiel met fabrieksmatig
van een boorgatreservoir is voorzien, alleen
de occipitale toegang worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Het instelbare ventiel mag niet in een gebied
worden geïmplanteerd waar het moeilijk is
het ventiel te vinden of te voelen (bv. onder
littekenweefsel).
VOORZICHTIG
De katheters mogen alleen met geladen
klemmen, niet direct achter het ventiel
worden onderbonden, omdat de katheters
anders beschadigd kunnen raken.
De peritoneaalkatheter plaatsen
De locatie van de toegang voor de perito-
neaalkatheter moet door de chirurg worden
bepaald. Hij kan bv. para-umbilicaal of trans-
rectaal ter hoogte van het epigastrium worden
geplaatst. Ook kunnen verschillende operatie-
technieken voor de plaatsing van de peritone-
aalkatheter worden gebruikt. Het is raadzaam
de peritoneaalkatheter met behulp van een
subcutane tunneler vanuit het ventiel, eventu-
eel met een huidsnede, tot aan de locatie van
de plaatsing door te trekken. De peritoneaal-
katheter, die meestal vast op de M.blue plus
is bevestigd, beschikt over een open distaal
einde en geen wandgleuf. Na het openen van
het peritoneum of met behulp van een trocar
wordt de indien nodig ingekorte peritoneaal-
katheter in de vrije buikholte geschoven.
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave