Controleren
Zorg zo nodig dat de aanzuigleiding is voorzien van
een aftapklep die juist is geïnstalleerd.
Vloeistofbron onder de pomp
Controleren
Zorg dat de aanzuigleiding vrij is van
luchtbellen.
Controleer of de aanzuigleiding schuin oploopt
van de vloeistofbron naar de pompinlaat.
Als de pomp niet zelfaanzuigend is, moet u
controleren of een apparaat voor het vullen
van de pomp is geïnstalleerd.
Vloeistofbron boven de pomp
Controleren
Controleer of een isolatieklep is
geïnstalleerd in de aanzuigleiding op een
afstand van ten minste twee keer de
buisdiameter van de aanzuiginlaat.
Zorg dat de aanzuigleiding vrij is van
luchtbellen.
Controleer of de leiding recht loopt of
schuin afloopt vanaf de vloeistofbron.
Zorg dat geen enkel onderdeel van de
aanzuigleiding onder de aanzuigflens van
de pomp uitkomt.
Zorg dat de aanzuigleiding voldoende is
ondergedompeld onder het oppervlak van
de vloeistofbron.
Voorbeeld: kniebocht dicht tegen de pompaanzuiginvoer
Juist
De juiste afstand tussen de inlaatflens van de pomp en de
dichtstbijzijnde kniebocht moet ten minste vijf buisdiameters
bedragen.
1.
2.
Model IC, ICI, ICH, ICIH Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud
1
2
Voldoende afstand om cavitatie te voorkomen
Excentrisch verloopstuk met een vlakke bovenkant
Uitleg/opmerking
—
Uitleg/opmerking
Hiermee voorkomt u dat er lucht de
pompinlaat binnenkomt of dat er
cavitatie optreedt.
—
Gebruik een bodemklep met een
diameter die minstens even groot is als
de diameter van de aanzuigleiding.
Uitleg/opmerking
Hierdoor kan de leiding worden gesloten
tijdens inspectie en onderhoud van de pomp.
Gebruik de isolatieklep niet om de pomp te
smoren. Knijpen kan de volgende problemen
veroorzaken:
• Verlies van vulling
• Overmatig hoge temperaturen
• Schade aan de pomp
• Vervallen van de garantie
Hiermee voorkomt u dat er lucht de
pompinlaat binnenkomt of dat er cavitatie
optreedt.
—
—
Dit voorkomt dat lucht in de pomp komt als
gevolg van een aanzuigwerveling.
Onjuist
Installatie
Gecontroleerd
Gecontroleerd
Gecontroleerd
35