2.3.1. LADEN
De accu's worden geladen terwijl de oscilloscoop uitgeschakeld is, maar wel is aangesloten op de externe voeding.
Tijdens het snelladen van de accu's brandt de LED op de voorkant.
Deze knippert in de volgende situaties:
voorladen van sterk ontlade accu's
te lage of te hoge temperatuur
beschadigde accu's.
De accu's moeten vervangen worden door oplaadbare Ni-MH accu's. De autonomie wordt gegarandeerd door accu's met hetzelfde
vermogen (aangeduid in mAh) als dat van de met de oscilloscoop geleverde accu's.
Wanneer het opladen voltooid is, dooft de led.
Als het opladen voor het einde onderbroken wordt, blijft de led een minuut lang branden om de gebruiker eraan te herinneren dat
de accu niet volledig is opgeladen.
Het is mogelijk maar afgeraden om standaard alkalinebatterijen te gebruiken (type AA) ter vervanging van de
accu's, maar let op:
in dit geval mag u de externe voeding niet aansluiten, want met uitgeschakeld instrument wordt het laadmechanisme
ingeschakeld, wat kan leiden tot beschadiging van de batterijen en het instrument;
laat de batterijen niet te lang in het instrument om problemen van lekken van de elementen te voorkomen.
2.3.2. TOEGANG
Indien nodig zijn de accu's (1) toegankelijk aan de achterkant van de oscilloscoop nadat u de vergrendeling een kwartslag (2)
tegen de klok in hebt gedraaid; gebruik een muntstuk (3) :
2.4. ISOLATIE VAN DE WEGEN
De twee ingangswegen van de oscilloscoop zijn geïsoleerd, onderling, ten aanzien van de aarde en ten aanzien van het
voedingsblok. Deze isolatie is een dubbele of versterkte isolatie volgens de veiligheidsnormen IEC 61010-1 en IEC
61010-2-030.
Hierdoor kunnen metingen worden uitgevoerd op installaties of apparatuur die is aangesloten op het elektriciteitsnetwerk,
voor spanningen tot 600 V in CAT III. De gemeenschappelijk modus die is toegestaan tot de twee wegen bedraagt
600 V en CAT III.
Zo blijven de operator, de testapparatuur en de omgeving te allen tijde geheel beschermd.
Elke spanning (zelfs gevaarlijk) op een weg kan niet op de andere weg terecht komen. Aangezien de lage punten van de
ingangen geheel geïsoleerd zijn, zijn lussen tussen de lage punten onmogelijk (hetgeen bijzonder gevaarlijk en
vernietigend kan zijn).
8