5.5. NAVIGATIE
5.5.1. KLASSIEKE VERPLAATSING
De verplaatsing in het hoofdmenu vindt plaats met deze toetsens.
Met deze toetsen kunt u:
- zich verplaatsen in het submenu,
- een verticale parameter instellen (zie §. Verticale instelling)
5.5.2. VERTICALE INSTELLINGEN
De verticale instellingen zijn te herkennen aan de dubbele pijlen op het
5.5.3. HORIZ. INSTELLINGEN
De horizontale instellingen zijn te herkennen aan de twee pijlen
op het tabblad van het hoofdmenu.
Om de waarde te wijzigen:
- met de toetsen
in het submenu en dus het bijbehorende grafische voorwerp van de instelling verplaatsen in de richting
van de pijlen.
- met de toets
opent u het venster voor directe invoer van de waarde (zie §. Activeren van een
dialoogvenster).
Om de instellingen te verlaten:
- Met de toetsen
verlaten.
Om de waarde te wijzigen: met behulp van de toetsen
tabblad van de numerieke waarde in het submenu.
- met de pijle
de richting van de pijlen;
- met de toets
popent u het venster voor directe invoer van de waarde (zie §. Activeren van een
dialoogvenster).
kunt u de numerieke waarde wijzigen die wordt weergegeven
kunt u zich altijd verplaatsen in het hoofdmenu en dus de instellingen
kunt u de waarde wijzigen en dus het bijbehorende voorwerp verplaatsen in
20
tabblad van het hoofdmenu.
naast de identificatie van de parameter
, selecteert u het