U heeft zojuist een registreerapparaat voor vermogen en energie PEL105 gekocht en wij danken u voor uw vertrouwen. Voor een zo goed mogelijk gebruik van dit apparaat dient u: deze gebruikshandleiding aandachtig door te lezen de voorzorgen bij gebruik in acht te nemen. LET OP, mogelijk GEVAAR! De bediener moet deze handleiding iedere keer raadplegen wanneer hij dit waarschuwings- symbool tegenkomt.
Set stiften en ringen bedoeld om de fasen op de meetsnoeren en op de stroomsensoren te herkennen. SD-kaart 8 Gb (in het apparaat). Adapter SD-kaart-USB. Controleattest Veiligheidsstekker van de PEL 105. Snelstartgids voor de PEL105. Waterdichte stroomsensoren AmpFlex A196A. ®...
2. PRESENTATIE VAN HET APPARAAT 2.1. BESCHRIJVING PEL: Power & Energy Logger (registreerapparaat voor vermogen en energie) De PEL105 is een registratieapparaat voor DC, eenfase, tweefasen en driefasen vermogen en energie (Y en ∆) in een robuust, waterdicht kastje. De PEL omvat alle functies voor het registreren van vermogen/energie die nodig zijn voor de meeste distributienetten van 50Hz, 60Hz, 400Hz en DC wereldwijd, met talrijke aansluitmogelijkheden naargelang de installaties.
Stekker voor externe voe- USB-stekker. ding (netblok als optie). Code QR. LCD-scherm. PEL 105 POWER & ENERGY LOGGER Toets Selectie. Tas voor het opbergen van de Pijltoetsenbord: vier navigatietoet- waterdichte doppen van de sen en een validatietoets (toets Toets Aan/Uit.
2.3. AANSLUITBLOK 4 stroomingangen (speciale stekkers met 4 punten). 5 spanningsingangen (veiligheidsstekkers). VE/GND Figuur 3 De doppen dienen om de waterdichtheid (IP67) van de klemmen te garanderen wanneer deze niet gebruikt worden. Wanneer u een stroomsensor of een spanningssnoer aansluit, schroef deze dan stevig vast om te zorgen dat het apparaat water- dicht is.
2.5. FUNCTIES VAN DE TOETSEN Toets Beschrijving Toets Aan/Uit: Schakelt het apparaat in of uit. Opmerking: Het apparaat kan niet uitgeschakeld worden wanneer het is aangesloten op het spanningsnet (ofwel via de meetingangen ofwel via het netblok) of wanneer een registratie bezig of in stand-by is. Toets Selectie: Door lang hierop te drukken, wordt de Wi-Fi of de Bluetooth verbinding in- of uitgeschakeld en kan het registreren in- of uitgeschakeld worden.
De band onder en boven geven de volgende aanwijzingen: Icoon Beschrijving Indicator faseverandering of ontbrekende fase (weergegeven voor de driefasen distributienetten en alleen in de meetmodus, zie de toelichting hieronder). Voor registratie beschikbare gegevens. Aanduiding van het vermogenskwadrant. Meetmodus (momentane waarden). Zie § 4.3.1. Modus vermogen en energie.
Lampjes Kleur en functie Rood lampje: Overschrijding van het meetbereik Lampje uit: geen overschrijding op de ingangen. Lampje knippert: minstens een ingang wordt overschreden. Lampje aan: er mist een snoer of dit is op een verkeerde klem aangesloten. Rood/groen lampje: SD-kaart Groen controlelampje brandt: de SD-kaart is herkend en niet vergrendeld.
3. CONFIGURATIE De PEL moet voor iedere registratie geconfigureerd worden. Deze configuratie omvat de volgende stappen: Verbinding maken via Wi-Fi, Bluetooth, USB of Ethernet. De aansluiting kiezen aan de hand van het type verdeelnet. De stroomsensoren aansluiten. ...
120 V ± 10 %, 60 Hz 230 V ± 10 %, 50 Hz Verwijder de dop van elastomeer die de stekker voor de voeding beschermt. PEL 105 POWER & ENERGY LOGGER Sluit het netblok aan op het apparaat en op het spanningsnet.
Als u deze loslaat terwijl het lampje brandt, wordt de Bluetooth verbinding in- of uitgeschakeld. PEL 105 POWER & ENERGY LOGGER Figuur 9 Als uw computer geen Bluetooth genereert, gebruik dan een USB-Bluetooth adapter. Als u geen pilot voor deze randapparatuur heeft, zal Windows deze automatisch installeren.
Pagina 15
Druk om via het apparaat naar de Configuratiemodus te gaan op de toetsen of totdat het symbool geselecteerd is. Het volgende beeldscherm wordt weergegeven: Figuur 10 Als de PEL al geconfigureerd wordt via de software PEL Transfer, heeft u geen toegang tot de Configuratiemo- dus op het apparaat.
Pagina 16
3.5.2. STROOMSENSOREN Sluit de stroomsensoren aan op het apparaat. De stroomsensoren worden automatisch door het apparaat gedetecteerd. Dit kijkt op de klem L1. Als er niets is, kijkt het op de klem L2 of daarna op de klem L3. Als het gekozen net niet in balans is, kijkt het ook op de klem N. Wanneer de sensoren eenmaal herkend zijn, geeft het apparaat hun verhouding weer.
Pagina 17
Voer, afhankelijk van het type stroomsensor MiniFlex /AmpFlex , klem MN of verloopkastje de primaire nominale stroom in. Druk ® ® daarvoor op de toets Enter . Gebruik de toetsen , , en om de waarde van deze stroom te kiezen. ...
3.6. INFORMATIE Druk om naar de Informatiemodus te gaan op de toetsen of totdat het symbool geselecteerd is. Scroll m.b.v. de toetsen en , langs de informatie over het apparaat: Netwerktype Primaire nominale spanning Secundaire nominale spanninge ...
Pagina 19
Primaire nominale stroom van de nulleider (als er een sensor is aan- gesloten op de klem I Samenvoegingsperiode Datum en tijd (Scrollend) IP-adres...
(Scrollend) Wi-Fi-adres Softwareversie 1e getal = versie van de software van de DSP 2e getal = versie van de software van de microprocessor Scrollend serienummer (ook op het QR-code etiket dat op de binnenzijde van het deksel van de PEL geplakt is) Na 3 minuten zonder druk op de toets Enter of Navigatie keert de weergave terug naar het meetscherm...
4. GEBRUIK Na het apparaat geconfigureerd te hebben, kunt u dit gaan gebruiken. 4.1. VERDEELNETWERKEN EN AANSLUITINGSMOGELIJKHEDEN VOOR DE PEL Begin met het aansluiten van de stroomsensoren en de spanningsmeetsnoeren op uw installatie, naargelang het type verdeelnet. De PEL moet ook geconfigureerd worden (zie § 3.5) voor het geselecteerde verdeelnet. Bron Lading Controleer altijd of de pijl van de stroomsensor naar de lading wijst.
4.1.3. DRIEFASEN VOEDINGSNETTEN MET 3 DRADEN ∆ ∆ 4.1.3.1. Driefasen met 3 draden (met 2 stroomsensoren): 3P-3W Verbind de klem VE/GND met de aarde. Verbind de klem V1 met de fase L1. Verbind de klem V2 met de fase L2. ...
∆ 4.1.3.4. Driefasen met 3 draden open (met 3 stroomsensoren): 3P-3WO3 Verbind de klem VE/GND met de aarde. Verbind de klem V1 met de fase L1. Verbind de klem V2 met de fase L2. Verbind de klem V3 met de fase L3. ...
∆ ∆ 4.1.3.7. Driefasen met 3 draden in balans (met 1 stroomsensor): 3P-3W Verbind de klem VE/GND met de aarde. Verbind de klem V1 met de fase L1. Verbind de klem V2 met de fase L2. Sluit de stroomsensor I3 aan op de fase L3. Controleer altijd of de pijl van de stroomsensor naar de lading wijst.
4.1.4.3. Driefasen met 4 draden Y 2½ elementen: 3P-4WY2 Verbind de klem N met de nulleider. Verbind de klem VE/GND met de aarde. Verbind de klem V1 met de fase L1. Verbind de klem V3 met de fase L3. ...
∆ ∆ 4.1.5.2. Driefasen met 4 draden open: 3P-4WO Verbind de klem N met de nulleider. Verbind de klem VE/GND met de aarde. Verbind de klem V1 met de fase L1. Verbind de klem V2 met de fase L2. ...
4.1.6.3. DC 4 draden: DC-4W Verbind de klem N met de gemeenschappelijke geleider. Verbind de klem VE/GND met de aarde. Verbind de klem V1 met de geleider +1. Verbind de klem V2 met de geleider +2. ...
4.3.1. MEETMODUS De weergave hangt af van het geconfigureerde net. Druk op de toets om naar het volgende scherm te gaan. Eenfase met 2 draden (1P-2W) ϕ (I tan ϕ...
Pagina 29
Tweefasen met 3 draden (2P-3W) ϕ (I ϕ ( V ϕ (I ϕ (I tan ϕ...
Pagina 30
Driefasen met 3 draden in onbalans (3P-3W∆2, 3P-3W∆3, 3P-3WO2, 3P-3WO3, 3P-3WY2, 3P-3WY3) ϕ (I ϕ (I ϕ (I ϕ (U ϕ (U ϕ (U ϕ (I ϕ (I ϕ (I tan ϕ...
Pagina 31
Driefasen met 3 draden ∆ in balans (3P-3W∆b) ϕ (I tan ϕ...
Pagina 32
Driefasen met 4 draden in onbalans (3P-4WY, 3P-4WY2, 3P-4W∆, 3P-4WO∆) ϕ (I ϕ (I ϕ (I ϕ (V ϕ (V ϕ (V ϕ (U ϕ (U ϕ (U ϕ (I ϕ (I ϕ (I * : Voor de netten 3P-4W∆ en 3P-4WO∆...
Pagina 33
tan ϕ Driefasen met 4 draden Y in evenwicht (3P-4WYb)
Pagina 34
ϕ (I tan ϕ DC met 2 draden (dC-2W) DC met 3 draden (dC-3W)
4.3.2. ENERGIEMODUS De weergegeven vermogens zijn de totale vermogens. De energie hangt af van de duur, normaliter is deze beschikbaar na 10 of 15 minuten of na de samenvoegingsperiode. Houd de toets Enter langer dan 2 seconden ingedrukt om de vermogenswaarden per kwadrant te verkrijgen (IEC 62053- 23).
Pagina 37
Ep- : (Door de bron) totaal geleverde actieve energie in kWh Eq1 : (Door de lading) verbruikte blindlastenergie in het inductieve kwadrant (kwadrant 1) in kvarh. Eq2 : (Door de bron) geleverde blindlastenergie in het capacitieve kwadrant (kwadrant 2) in kvarh. Eq3 : (Door de bron) geleverde blindlastenergie in het inductieve kwadrant (kwadrant 3) in kvarh.
Pagina 38
Eq4 : (Door de lading) verbruikte blindlastenergie in het capacitieve kwadrant (kwadrant 4) in kvarh. Es+ : (Door de lading) totaal verbruikte schijnbare energie in kVAh Es- : (Door de bron) totaal geleverde schijnbare energie in kVAh Gelijkspanningsnetten Ep+ : (Door de lading) totaal verbruikte actieve energie in kWh...
Pagina 39
Ep- : (Door de bron) totaal geleverde actieve energie in kWh 4.3.3. MODUS HARMONISCHEN De weergave hangt af van het geconfigureerde net. De weergave van de harmonischen is niet beschikbaar voor de gelijkspanningsnetten. De display geeft aan «No THD in DC Mode». Eenfase met 2 draden (1P-2W) I_THD V_THD...
Pagina 40
_THD _THD _THD Driefasen met 3 draden in onbalans (3P-3W∆2, 3P-3W∆3, 3P-3WO2, 3P-3WO3, 3P-3WY2, 3P-3WY3) _THD _THD _THD _THD _THD _THD Driefasen met 3 draden ∆ in balans (3P-3W∆b) _THD = I _THD _THD = I _THD _THD...
Pagina 41
_THD _THD = U _THD _THD = U _THD Driefasen met 4 draden in onbalans (3P-4WY, 3P-4WY2, 3P-4W∆, 3P-4WO∆) _THD _THD _THD _THD _THD _THD _THD Driefasen met 4 draden Y in evenwicht (3P-4WYb) _THD _THD _THD...
_THD _THD _THD 4.3.4. MAXIMUM MODUS Afhankelijk van de in de PEL geselecteerde optie kan het maximale samengevoegde waarden voor de lopende registratie of de laatste registratie betreffen, of maximale samengevoegde waarden vanaf de laatste reset. De weergave van het maximum is niet beschikbaar voor de gelijkspanningsnetten. De display geeft aan «No Max in DC Mode». Eenfase met 2 draden (1P-2W)
5. SOFTWARE PEL TRANSFER 5.1. FUNCTIONALITEITEN Met de software PEL Transfer kan men: Het apparaat aansluiten op de PC, via Wi-Fi, Bluetooth, USB of Ethernet. Het apparaat configureren: het apparaat een naam geven, de lichtsterkte en het contrast van de display kiezen, de toets Selectie van het apparaat blokkeren, de datum en de tijd instellen, de SD-kaart formatteren, enz.
Pagina 48
Er verschijnt een waarschuwing die op onderstaande melding lijkt. Klik op OK. Figuur 32 Het installeren van de pilots kan enige tijd duren. Windows kan zelfs aangeven dat het programma niet ant- woordt, terwijl het wel werkt. Wacht tot de installatie voltooid is. Wanneer de installatie van de pilots voltooid is, wordt het dialoogvenster Installatie geslaagd weergegeven.
6. TECHNISCHE GEGEVENS De onzekerheden worden uitgedrukt in % van het lezen (L) en in een aantal weergavepunten (pt) : ± (a % L + b pt) 6.1. REFERENTIEVOORWAARDEN Parameter Referentievoorwaarden Omgevingstemperatuur 23 ± 2 °C Relatieve vochtigheid 45% HR bij 75% HR Spanning Geen DC-component in de AC, geen AC-component in de DC (<...
6.2.3. INTRINSIEKE ONZEKERHEID (M.U.V. DE STROOMSENSOREN) Deze onzekerheden van de volgende tabellen worden gegeven voor de waarden “1s” en de samengevoegde waarden. Voor de metingen “200ms” moeten de onzekerheidswaarden verdubbeld worden. 6.2.3.1. Specificaties bij 50/60 Hz Hoeveelheid Meetgebied Intrinsieke onzekerheid Frequentie (f) [42,5 ;...
Hoeveelheid Meetgebied Intrinsieke onzekerheid PF = 1 V = [100 V ; 1000 V] ± 1% R I = [10 % Inaam ; 120 % Inaam] Tabel 7 Inaam is de waarde van de gemeten stroom voor een uitgang van de stroomsensor van 1 V. ...
6.2.3.3. Specificaties in DC Hoeveelheid Meetgebied Typische intrinsieke onzekerheid Spanning (V) V = [100 V ; 1000 V] ± 0,2% R ± 0,2 V Spanning nulleider-aarde (V V = [2 V ; 1000 V] ± 0,2% R ± 0,2 V Stroom (I) I = [5% Inaam ;...
Pagina 53
6.2.4.2. Technische gegevens De meetgebieden zijn dezelfde als van de stroomsensoren. Soms kunnen deze verschillen van die van de PEL. Raadpleeg de met de stroomsensor meegeleverde gebruikshandleiding. a) AmpFlex A196A of AmpFlex A193 ® ® Druk op de 2 zijden van de openingsvoorziening om de flexibele kern te openen. Open deze en plaats hem rondom de geleider waar de te meten stroom doorheen gaat (een geleider per kern).
Pagina 54
b) MiniFlex MA193 of MA196 ® MiniFlex MA193 of MA196 ® 100 / 400 / 2 000 / 10 000 Aac (Onder voorbehoud dat de geleider Nominaal bereik omklemd kan worden) Meetgebied 200 mA tot 2 400 Aac Lengte = 250 mm; Ø = 70 mm Max.
Pagina 55
e) Tang MN93 Tang MN93 Nominaal bereik 200 Aac voor f ≤ 10 kHz Meetgebied 0,5 tot 240 Aac max (I >200 A niet permanent) Max. diameter omklemming 20 mm Invloed van de positie van de gelei- < 0,5%, bij 50/60 Hz der in de tang Invloed van een aangrenzende gelei- ≤...
Pagina 56
h) Tangen J93 Tangen J93 Nominaal bereik 3500 Aac, 5000 Adc Meetgebied 50 - 3 500 Aac; 50 - 5 000 Adc Max. diameter omklemming 72 mm Invloed van de positie van de ge- < ± 2% leider in de tang Invloed van een aangrenzende geleider waar AC-stroom doorheen >...
Pagina 57
6.2.4.3. Intrinsieke onzekerheid De intrinsieke onzekerheden van de metingen van de stroom en de fase moeten toegevoegd worden aan de intrinsieke onzekerheden van het apparaat voor de betreffende grootheid: vermogen, energie, vermogensfactoren, tan Φ, enz. De volgende kenmerken worden gegeven voor de referentievoorwaarden van de stroomsensoren. Kenmerken van de stroomsensoren (uitgang van 1V bij Inaam) Typische Typische...
Kenmerken van AmpFlex en MiniFlex ® ® Intrinsieke Typische Intrinsieke Intrinsieke Stroom onzekerheid onzekerheid Stroomsensor I nominaal onzekerheid bij onzekerheid bij (RMS of DC) over ϕ over ϕ 50/60 Hz 400 Hz bij 50/60 Hz bij 400 Hz [200 mA; 5 A[ 100 Aac ±...
6.4. STROOMVOORZIENING Netvoeding Werkingsbereik: 100 V tot 1.000V voor een frequentie van 42,5 tot 69 Hz 100 V tot 600V voor een frequentie van 340 tot 460 Hz 140 V tot 1.000 V in DC Maximaal vermogen: 30 VA Accu ...
Beschermingsgraad volgens IEC 60529 IP67 wanneer het deksel van het apparaat gesloten is, de spanningssnoeren vastgeschroefd zijn en de snoeren van de AmpFlex A196A vastgeschroefd zijn. ® IP67 wanneer het deksel van het apparaat gesloten is en de doppen op de klemmen geplaatst zijn. ...
7.3. HET UPDATEN VAN DE SOFTWARE Om de beste service op het gebied van prestaties en technische ontwikkelingen te leveren, biedt Chauvin Arnoux u de mogelijkheid de in dit apparaat ingebouwde software (firmware) en de applicatiesoftware (PEL Transfer) te updaten.
8. GARANTIE Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald is onze garantie 24 maanden geldig vanaf de datum van beschikbaarstelling van het materiaal. Een uittreksel van onze Algemene Verkoopvoorwaarden is op aanvraag verkrijgbaar. De garantie is niet van toepassing in geval van: Een onjuist gebruik van de apparatuur of een gebruik met hiervoor ongeschikt materiaal; ...
9. BIJLAGE 9.1. METINGEN 9.1.1. DEFINITIE De berekeningen worden uitgevoerd overeenkomstig de normen IEC 61557-12, IEC 61000-4-30 en IEEE 1459. Geometrische weergave van het actieve vermogen en het blindvermogen: Lading Bron Geleverd actief Verbruikt actieve vermogene vermogen Verbruikt blindver- mogen φ...
Pagina 64
9.1.2.2. Vergrendeling van de monsternemingsfrequentie De monsternemingsfrequentie wordt standaard vergrendeld op V1. Als V1 afwezig is, tracht deze zich te vergrendelen op V2 en vervolgens op V3, I1, I2 en I3. 9.1.2.3. AC/DC De PEL voert AC en DC metingen uit voor de verdeelnetten met wissel- of gelijkstroom. De gebruiker is degene die AC of DC selecteert.
9.2. MEETFORMULES De meeste formules komen uit de norm IEEE 1459. De PEL meet of berekent onderstaande waarden over een cyclus (128 monsters per periode en 16 bij 400Hz). Deze waarden zijn niet toegankelijk voor de gebruiker. De PEL berekent vervolgens een samengevoegde waarde over 10 cycli (50Hz), 12 cycli (60Hz) of 80 cycli (400Hz), (hoeveelheden 200ms), vervolgens 50 cycli (50Hz), 60 cycli (60Hz) of 400 cycli (400Hz), (hoeveelheden «...
Pagina 66
Hoeveelheid Formules Opmerkingen × Schijnbaar grondgolfvermogen AC − − L = 1, 2 of 3 PF = Vermogensfactor AC (PF L = 1, 2 of 3 − Actieve vermogens onbalans AC (Pu) Actieve vermogens harmonischen − AC (P ϕ ϕ = cos = cos L-H1...
Pagina 67
I1, I2, I3 zijn de stroomwaarden die in de fasegeleiders van de gemeten installatie circuleren. is de stroom die in de geleider van de nulleider van de gemeten installatie circuleert. De kleine letters i1, i2, i3 geven de bemonsterde waarden aan. Voor bepaalde met de vermogens verbonden grootheden worden de hoeveelheden “lading”...
Pagina 68
Hoeveelheid Formules Opmerkingen Φ − Φ Φ AC over de bron ( − − DC-metingen ∑ × Actief vermogen DC over de lading L = 1, 2, 3 of T L+dc ∑ − × × Actief vermogen DC over de bron −...
9.3. TOEGELATEN ELEKTRICITEITSNETTEN De volgende soorten verdeelnetten worden in aanmerking genomen: Volgorde Verdelersnetwerk Afkorting Opmerkingen Referentieschema van de fasen Eenfase De spanning wordt gemeten tussen L1 en N. (eenfase met 2 dra- 1P- 2W zie § 4.1.1 De stroom wordt gemeten op de geleider L1. den) Tweefasen De spanning wordt gemeten tussen L1, L2 en N.
Volgorde Verdelersnetwerk Afkorting Opmerkingen Referentieschema van de fasen De vermogensmeting is gebaseerd op de methode van de drie wattmeters met nulleider, maar voor iedere Driefasen met 4 dra- 3P-4W∆ zie § 4.1.5.1 fase is er geen enkel vermogensgegeven beschikbaar. den ∆ De spanning wordt gemeten tussen L1, L2 en L3.
9.5. LEXICON Faseverschuiving van de spanning fase-nulleider t.o.v. de stroom fase-nulleider. ϕ Inductieve faseverschuiving. Capacitieve faseverschuiving. ° Graad. Percentage. Ampère (stroomeenheid). Wisselstroom- of spanningscomponent. Piekfactor van de stroom of de spanning: verhouding van de piekwaarde van een signaal op de effectieve waarde. Grondgolfcomponent: composante à...
Pagina 75
varh Eenheid blindlastenergie. Effectieve spanning (L = 1, 2 of 3) Stroomwaarde of –percentage van de fase-nulleider spanning van de harmonische van rij n (L = 1, 2 of 3). L-Hn Eenheid actief vermogen (Watt). Eenheid actieve energie (Watt x uur). Voorvoegsels van de eenheden van het internationale stelsel (SI) Voorvoegsel Symbool...
Pagina 76
FRANCE INTERNATIONAL Chauvin Arnoux Chauvin Arnoux 12-16 rue Sarah Bernhardt Tél : +33 1 44 85 44 38 92600 Asnières-sur-Seine Fax : +33 1 46 27 95 69 Tél : +33 1 44 85 44 85 Our international contacts Fax : +33 1 46 27 73 89 info@chauvin-arnoux.com...