16.2.4. SECUNDAIRE METING
selecteert de secundaire meting weergegeven op de wegen:
schakelt de secundaire bewakingsmeting in Deze omvat drie metingen:
min de minimum gemeten waarde
max de maximum gemeten waarde
avg de gemiddelde waarde sinds de laatste reset
schakelt de relatieve secundaire meting in Deze omvat drie metingen:
rel
het verschil tussen de werkelijke waarde en de referentiewaarde
ref
de referentiewaarde
∆
het verschil in %
schakelt de secundaire frequentiemeting in. Als N geselecteerd is, wordt de meting PF weergegeven.
De keuze van de secundaire meting wordt op alle wegen toegepast.
De standaard bevestigde secundaire meting is de frequentie
Het resetten van de secundaire bewakingswaarden of relatieve waarden gebeurt door:
- te drukken op
- tijdelijk de secundaire waarde te wijzigen,
- de weg uit- en weer in te schakelen,
- het bereik te wijzigen.
als het actieve menu het menu voor de keuze van de secundaire waarde is,
.
53