•
: hiermee verwijdert u het laatst ingevoerde cijfer.
•
: hiermee verwijdert u alle cijfers van het geselecteerde nummer.
•
Verwijderen: hiermee verwijdert u het geselecteerde faxnummer.
•
Alles verwijd.: hiermee verwijdert u alle faxnummers uit het
invoergebied.
•
Adres: hiermee haalt u veelgebruikte faxnummers rechtstreeks op uit
het apparaat of via SyncThru™ Web Service. (Zie "Een faxgids instellen
met behulp van SyncThru™ Web Service" op pagina 90.)
•
Dubbelzijdig: hiermee stelt u in of één of beide zijden van het origineel
moeten worden gefaxt.
•
Resolutie: hiermee past u de resolutieopties aan.
Het tabblad Geavanceerd
•
Oorspronkelijk formaat: hiermee selecteert u het formaat van het
originele document. Druk op OK om de huidige instelling bij te werken.
•
Uitgesteld verzenden: hiermee stelt u in dat een fax automatisch op
een later tijdstip wordt verzonden. (Zie "Een faxverzending uitstellen" op
pagina 87.)
•
Prioritair verzenden: hiermee verzendt u een urgente fax voordat er
geplande taken worden uitgevoerd. (Zie "Verzenden van fax met
voorrang" op pagina 88.)
•
Polling: hiermee kunt u op verzoek van de ontvanger een document
vanaf een andere locatie faxen wanneer u afwezig bent of wanneer de
ontvanger afwezig is. Als u de pollingfunctie wilt gebruiken, moeten de
originelen al in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen. (Zie
"Originelen opslaan voor polling" op pagina 90.)
•
Postvak: hiermee worden ontvangen faxen of originelen die gereed zijn
om via polling te worden opgevraagd in het geheugen van het apparaat
opgeslagen. U kunt een postvak gebruiken op het apparaat waarmee u
werkt of op een extern apparaat. Elk postvak beschikt over een eigen
postvaknummer, naam en wachtwoord. (Zie "Postvak gebruiken" op
pagina 91.)
•
Terug: hiermee gaat u terug naar het tabblad Basis.
Het tabblad Afbeelding
•
Type origineel: hiermee verbetert u de faxkwaliteit op basis van het
type van het origineel document dat wordt gescand. (Zie "Origineel type"
op pagina 89.)
•
Tonersterkte: hiermee past u de helderheid of tonerdichtheid van de
fax aan. (Zie "Tonersterkte" op pagina 89.)
•
Achtergrond wissen: hiermee vermindert u het effect van donkere
achtergronden of papierpatronen als het origineel bijvoorbeeld een
krantenknipsel is. (Zie "Achtergrond wissen" op pagina 89.)
•
Kleurmodus: hiermee geeft u aan of de fax in zwart-wit of kleur moet
worden verzonden. (Zie "Kleurmodus" op pagina 89.)
•
Terug: hiermee gaat u terug naar het tabblad Basis.
Een fax verzenden
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een fax verzendt en welke bijzonder
verzendingsmethoden u kunt gebruiken.
U kunt originelen op de glasplaat van de scanner of in de ADI
plaatsen. (Zie "Originelen plaatsen" op pagina 45.) Als er zich zowel
originelen in de ADI als op de glasplaat van de scanner bevinden,
worden de originelen in de ADI eerst gelezen omdat de ADI een
hogere prioriteit heeft bij het scannen.
Instellen van faxhoofd
In sommige landen bent u wettelijk verplicht om op iedere uitgaande fax uw
faxnummer te vermelden.
1. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
2. Druk op Beheerinstelling. Zodra het aanmeldingsbericht verschijnt,
voert u het wachtwoord in en drukt u op OK. (Zie "Het
verificatiewachtwoord instellen" op pagina 42.)
3. Druk op het tabblad Instelling > Fax instellen > Apparaat-id &
faxnummer.
4. Raak het invoergebied aan om de naam van het apparaat en uw
faxnummer in te voeren.
5. Druk op OK.
Faxen_ 86