TCP/IP configureren
Als u uw printer op een netwerk aansluit, moet u eerst de TCP/
IP-instellingen voor het apparaat configureren. Nadat u de TCP/
IP-instellingen hebt toegewezen en gecontroleerd, kunt u de software op
elke computer in het netwerk installeren.
Het netwerkadres instellen
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u niet weet hoe u het
apparaat moet configureren.
U kunt de TCP/IP-netwerkparameters instellen. Volg hiervoor de
onderstaande stappen.
1. Sluit uw apparaat aan op het netwerk met een RJ-45 Ethernetkabel.
2. Zet het apparaat aan.
3. Druk op Machine Setup op het bedieningspaneel.
4. Druk op Beheerinstelling.
5. Typ het wachtwoord zodra het aanmeldingsbericht verschijnt.
Als u het invoergebied voor het wachtwoord aanraakt, verschijnen er
vraagtekens. Voer het wachtwoord in met behulp van het numerieke
toetsenblok op het bedieningspaneel. Druk op OK nadat u het
wachtwoord hebt ingevoerd. (Fabrieksinstellingen: 1111.)
6. Druk op het tabblad Instelling > Netwerkinstellingen.
7. Selecteer TCP/IP-protocol.
8. Druk op IP-instelling.
9. Selecteer Statisch en vul vervolgens de adresvelden IP-adres,
Subnetmasker en Gateway in. Raak het invoergebied aan en voer de
adressen in met behulp van het numeriek toetsenblok op het
bedieningspaneel.
10. Druk op OK.
Het stuurprogramma van een met een netwerk
verbonden apparaat installeren
Door Aangepaste installatie te selecteren kunt u kiezen welke
programma's u wilt installeren.
Windows
U kunt het stuurprogramma van het apparaat instellen. Volg hiervoor de
volgende stappen.
Deze installatie is aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen
die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld
zijn. Zie de bijgeleverde Beknopte installatiehandleiding voor meer
informatie over de aansluiting van uw printer op een netwerk.
2. Plaats de meegeleverde cd-rom met software in het cd-romstation.
•
De cd-rom start automatisch en er verschijnt een installatievenster.
•
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start en
vervolgens op Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt
door de letter van het cd-romstation. Klik op OK.
•
In Windows Vista, Windows 7 en Windows 2008 Server R2 klikt u op
Start > Alle programma's > Accessoires > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw
cd-romstation, en klik op OK.
•
Als in Windows Vista, Windows 7 en Windows 2008 Server R2 het
venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op Uitvoeren
Setup.exe in het veld Programma installeren of uitvoeren en
vervolgens op Doorgaan of Ja in het venster
Gebruikersaccountbeheer.
3. Klik op Volgende.
Selecteer desgewenst een taal in de keuzelijst.
4. Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter en klik
vervolgens op Volgende.
5. De lijst met in het netwerk beschikbare apparaten verschijnt. Selecteer
in deze lijst het apparaat dat u wilt installeren en klik op Volgende.
Netwerkinstallatie_ 39