Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Subnetten; Subnetmasker; Gateways; Standaardgateway - HP Color LaserJet Professional CP5220 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Subnetten

Wanneer er een IP-netwerkadres voor een bepaalde netwerkklasse aan een organisatie wordt
toegewezen, worden er geen voorbereidingen getroffen voor meer dan een netwerk op die locatie.
Lokale netwerkbeheerders gebruiken subnetten om een netwerk onder te verdelen in een aantal
verschillende subnetwerken. Wanneer een netwerk in subnetten wordt verdeeld, kan dit leiden tot betere
prestaties en een beter gebruik van de beperkte netwerkadresruimte.

Subnetmasker

Het subnetmasker wordt gebruikt om één IP-netwerk onder te verdelen in verschillende subnetwerken.
Voor een bepaalde netwerkklasse wordt het gedeelte van het IP-adres dat anders zou worden gebruikt
om een knooppunt aan te duiden, gebruikt om een subnetwerk aan te duiden. Een subnetmasker wordt
op elk IP-adres toegepast om aan te geven welk gedeelte wordt gebruikt voor subnetwerken en welk
gedeelte wordt gebruikt om het knooppunt aan te duiden.

Gateways

Gateways (routers) worden gebruikt om netwerken met elkaar te verbinden. Gateways zijn apparaten
die als 'vertalers' functioneren tussen systemen die gebruikmaken van verschillende
communicatieprotocollen, gegevensindelingen, structuren, talen of architecturen. Gateways voegen de
gegevenspakketten opnieuw samen tot pakketten en wijzigen de syntax zodat deze overeenkomt met
die van het systeem van bestemming. Wanneer netwerken in subnetten worden verdeeld, zijn gateways
nodig om de subnetten met elkaar te verbinden.

Standaardgateway

De standaardgateway is het IP-adres van de gateway of router die wordt gebruikt om pakketten tussen
netwerken te verplaatsen.
Als er meerdere gateways of routers zijn, is de standaardgateway meestal het adres van de eerste, of
dichtstbijzijnde gateway of router. Als er geen gateways of routers zijn, krijgt de standaardgateway
meestal het IP-adres van het netwerkknooppunt (zoals het werkstation of het product).

IP-adres

U kunt het IP-adres handmatig of automatisch instellen met behulp van DHCP, BOOTP of Auto IP.
OPMERKING:
van een verkeerd adres kan ertoe leiden dat andere apparatuur op het netwerk niet meer werkt of dat
communicatie verstoord raakt.

Handmatige configuratie

1.
Druk op het bedieningspaneel op de knop OK.
2.
Selecteer met de pijlknoppen het menu Netwerkconfiguratie en druk vervolgens op de knop
OK.
3.
Selecteer met de pijlknoppen het menu TCP/IP-configuratie en druk vervolgens op de knop OK.
4.
Selecteer met de pijlknoppen de optie Handmatig en druk vervolgens op de knop OK.
42
Hoofdstuk 5 Verbindingen
Raadpleeg altijd de IP-adresbeheerder bij het toewijzen van IP-adressen. Het instellen
NLWW

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave