●
Standaardinstellingen in de printerdriver. Met de standaardinstellingen in de printerdriver
worden de instellingen voor alle afdruktaken bepaald, tenzij de instellingen worden gewijzigd in
een van de dialoogvensters Pagina-instelling, Afdrukken en Eigenschappen voor printer,
zoals hierboven beschreven.
●
Instellingen op het bedieningspaneel van de printer. De instellingen die op het
bedieningspaneel worden gewijzigd, hebben een lagere prioriteit dan instellingen die elders
worden gewijzigd.
Instellingen van de printerdriver wijzigen voor Macintosh
De instellingen voor alle afdruktaken
wijzigen totdat het
softwareprogramma wordt gesloten
1.
Kies Druk af in het menu Archief.
2.
Wijzig de gewenste instellingen in
de verschillende menu's.
Ondersteunde hulpprogramma's voor Macintosh
De geïntegreerde webserver weergeven met Macintosh
U kunt de geïntegreerde webserver oproepen door op de knop Hulpprogramma te klikken als de
afdrukwachtrij wordt weergegeven. Er wordt dan een webbrowser geopend, bijvoorbeeld Safari, die de
gebruiker toegang verschaft tot de geïntegreerde webserver. U kunt ook rechtstreeks toegang krijgen
tot de geïntegreerde webserver door het IP-adres van het netwerk of de DNS-naam van het product in
de webbrowser te typen.
HP USB EWS Gateway software, die automatisch geïnstalleerd wordt, met name een webbrowser om
toegang te krijgen tot het product als het product aangesloten is via een USB-kabel. Klik op
Hulpprogramma wanneer u gebruik maakt van een USB-aansluiting om toegang te krijgen tot EWS
via de webbrowser.
NLWW
De standaardinstellingen voor alle
afdruktaken wijzigen
1.
Kies Druk af in het menu Archief.
2.
Wijzig de gewenste instellingen in
de verschillende menu's.
3.
Klik in het menu Instellingen op
Bewaar als en typ een naam voor
de voorinstelling.
Deze instellingen worden in het menu
Instellingen opgeslagen. Als u de
nieuwe instellingen wilt gebruiken, moet
u de opgeslagen voorinstelling
selecteren wanneer u een programma
opent en wilt afdrukken.
De configuratie-instellingen van het
product wijzigen
Mac OS X v10.3 of Mac OS X v10.4
1.
Klik in het Apple-menu op
Systeemvoorkeuren en
vervolgens op Afdrukken en
faxen.
2.
Klik op Printerconfiguratie.
3.
Klik op het menu
Installatiemogelijkheden.
Mac OS X v10.5 of Mac OS X v10.6
1.
Klik in het Apple-menu op
Systeemvoorkeuren en
vervolgens op Afdrukken en
faxen.
2.
Klik op Opties & Benodigdheden.
3.
Klik op het menu Driver.
4.
Selecteer de driver in de lijst en
configureer de geïnstalleerde
opties.
Software voor Macintosh
29