De camera reinigen en opslaan
Raadpleeg "Belangrijke informatie over water- en schokbestendige functies"
(Blz. 123) voor informatie over de voorzorgsmaatregelen die moeten worden
genomen wanneer de camera wordt gebruikt voor onderwaterfotografi e.
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
• Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën
behandeld reinigingsdoekje.
Camerahuis:
• Wrijf voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de
doek in een mild sopje en wringt u de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige
doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het
strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed
uitgewrongen doek.
• Vreemde voorwerpen kunnen zich op de camera vasthechten wanneer de camera wordt
gebruikt in omgevingen met vreemde voorwerpen zoals stof, vuil of zand. Als u de camera
blijft gebruiken in dergelijke omstandigheden, kan de camera beschadigd raken.
Om dergelijke schade te voorkomen, dient u de camera schoon te maken volgens de
volgende methode.
1
Sluit en vergrendel het klepje van het vak voor batterij/kaart en het klepje
van de connector stevig (Blz. 10).
2
Vul een emmer of een andere container met
vers water, dompel de camera onder water
met de camera naar beneden gericht in de
emmer en schud de camera fl ink. Spoel de
camera schoon door deze direct onder een
sterke straal water te houden.
Monitor:
• Wrijf voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
• Doeken kunnen krassen op de lens veroorzaken als deze worden gebruikt zonder eerst
zand, stof of ander materiaal te verwijderen. Verwijder stof van de lens met een blazer
van derden en reinig de lens dan voorzichtig met reinigingspapier voor lenzen.
• Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens
optreden.
Batterij/USB-lichtnetadapter:
• Wrijf voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
8
NL
121