Logs opnemen en opslaan
Als de LOG-schakelaar in de stand LOG staat, zal de camera GPS- en andere
sensorgegevens (Blz. 111) loggen. De logs kunnen worden gedownload om te
gebruiken met de OLYMPUS Image Track (OI.Track)-app voor smartphones.
Draai de LOG-schakelaar naar LOG.
• Het loggen wordt gestart. Het indicatorlampje knippert
zolang het loggen wordt uitgevoerd.
• Het loggen wordt automatisch uitgeschakeld als de batterijspanning te laag wordt
(Blz. 134).
• Tijdens LOG-modus gebruikt de camera continu batterijstroom voor het verzamelen van
locatiegegevens.
• Zodra het geheugen, dat is toegewezen aan de tijdelijke opslag voor logs, vol is, kunnen
er geen gegevens meer worden toegevoegd. In dat geval moet u de LOG-schakelaar
naar OFF draaien om de log op te slaan op de geheugenkaart (Blz. 134).
Logs opslaan
De huidige log wordt opgeslagen op de geheugenkaart als de LOG-schakelaar naar
OFF
wordt gedraaid.
• Er verschijnt een bericht op de monitor terwijl de log wordt opgeslagen. Verwijder
de geheugenkaart niet voordat het bericht van het scherm is verdwenen. Als de
geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de log wordt opgeslagen, kan dat leiden tot verlies
van het logbestand of tot storingen aan de camera of de geheugenkaart.
• Mogelijk begint de camera niet met het opslaan van de log naar de geheugenkaart als
de LOG-schakelaar naar OFF wordt gedraaid. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er
draadloos gegevens worden verzonden, de geheugenkaart vol is of beveiligd is tegen
schrijven. In dat geval moet u de draadloze gegevensverzending stoppen, niet meer
gebruikte gegevens op de geheugenkaart verwijderen, of op een andere manier zorgen
dat het log-bestand kan worden opgeslagen. Haal de batterij niet uit de camera totdat de
log is opgeslagen.
• De log wordt niet opgeslagen als er geen geheugenkaart is geplaatst.
• Logs worden niet opgeslagen als de batterij onvoldoende opgeladen is. Laad de batterij op.
• Op elke kaart kunnen maximaal 199 logs worden opgeslagen. Er wordt een foutmelding
gegeven als de logbestandteller dit getal bereikt (Blz. 134). Als dit gebeurt, plaatst u een
andere geheugenkaart, of kopieert u de logbestanden naar een computer en wist u de kaart.
• De logbestanden worden opgeslagen in de mappen "GPSLOG" en "SNSLOG" op de kaart
(Blz. 15).
6
NL
113