Veiligheid
0
Vergrendeling
Deze vergrendelingsfunctie voorkomt
dat het apparaat onbedoeld wordt in-
geschakeld.
U kunt de vergrendelingsfunctie pas
gebruiken als u deze geactiveerd heeft
(instelling: "Toelaten").
ß Toelaten
Met deze instelling wordt de vergren-
delingsfunctie geactiveerd.
In het display verschijnt het symbool
1
, zodra u het apparaat uitscha-
kelt. U kunt de vergrendeling nu ge-
bruiken.
ß Niet toelaten
(fabrieksinstelling)
De vergrendelingsfunctie is gedeac-
tiveerd.
Vergrendeling in- of uitschakelen
^ Tip de sensortoets naast het symbool
1
aan.
U kunt kiezen uit:
ß Aan
Het apparaat wordt vergrendeld en
kan niet meer worden bediend.
In het display verschijnt
ß Uit
Het apparaat wordt ontgrendeld en
kan worden bediend.
In het display verschijnt
Vergrendeling tijdens gebruik
(afhankelijk van het model)
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat
een bereidingproces onbedoeld wordt
uitgeschakeld of dat instellingen wor-
den gewijzigd.
Als de vergrendelingsfunctie actief is,
wordt het apparaat enkele seconden na
de start van een bereiding vergrendeld.
^ Om de vergrendeling te activeren,
ß Aan
ß Uit
0
.
1
.
De kookwekker kan nog wel worden
bediend.
De vergrendeling blijft ook na een
stroomstoring ingeschakeld.
Bij de ovenfunctie "Magnetron" en
de ovenfuncties die met magnetron
zijn gecombineerd, is de vergrende-
lingsfunctie niet beschikbaar.
kiest u "Aan".
Tijdens een bereiding moet u een
toets minstens 5 seconden lang aan-
raken, voordat de toets reageert.
(fabrieksinstelling)
De sensortoetsen reageren meteen
na aanraking.
Instellingen
53