14.4 De zekering vervangen
Beide stroomingangen zijn beveiligd met keramische hoogvermogenzekeringen. Als
er geen meting in dit bereik meer mogelijk is, moet de zekering worden vervangen.
Voor het vervangen gaat u als volgt te werk:
Ontkoppel de aangesloten meetkabels van de te meten stroomkring en uw
meetapparaat. Zet de DMM uit.
Open de behuizing zoals beschreven in het hoofdstuk "Meetapparaat openen".
Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en
nominale stroomsterkte. De zekeringen hebben de volgende waarden:
Keramisch supersnel 10 A/1000 V, 10 kA scheidingsvermogen
Afmetingen 37 mm x 10 mm
Keramisch supersnel 600 mA/1000 V, 6FA
Afmetingen 32 mm x 6,4 mm
Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
Om veiligheidsredenen is het gebruik van gerepareerde zekeringen
of het kortsluiten van de zekeringhouder niet toegestaan. Dit kan
brand of een explosie tot gevolg hebben. Gebruik het meetapparaat
in geen geval in geopende toestand.
14.5 Plaatsen en vervangen van de batterij
Er zijn drie microbatterijen (AAA) nodig om het meetapparaat te laten werken. Bij
de eerste ingebruikname of wanneer het rode batterijsymbool
verschijnt, moeten drie nieuwe, volledig opgeladen batterijen worden geplaatst.
Ga voor het plaatsen of vervangen van de batterij als volgt te werk:
Koppel het meetapparaat en de aangesloten meetkabels los van alle meetcir-
cuits. Verwijder alle meetkabels van het meetapparaat. Zet de DMM uit.
Open de behuizing zoals beschreven in het hoofdstuk "Batterij- en zekeringvak
openen".
op het display
165