11 Meten
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden
overschreden. Raak geen schakelingen of schakelcomponenten
aan, als hierin hogere spanningen dan 33 V ACrms of 70 V DC kun-
nen voorkomen! Levensgevaar!
Het meten is alleen mogelijk als het batterij- en zekeringvak ges-
loten is. Als het vak open is, zijn alle meetbussen mechanisch tegen
insteken beveiligd.
Controleer voor het begin van de metingen de aangesloten meet-
kabels op beschadigingen zoals bijv. sneden, scheuren of geplette
segmenten. Defecte meetkabels mogen niet meer worden gebruikt!
Levensgevaar!
Pak de meetpunten tijdens het meten niet vast boven de voelbare
handgreepmarkeringen.
Er mogen altijd alleen de twee voor het meten benodigde meet-
kabels op het meetapparaat aangesloten zijn. Verwijder om veilig-
heidsredenen alle ongebruikte meetsnoeren van het meetapparaat.
Het meten van stroomkringen > 33 V/AC en > 70 V/DC mag alleen
worden uitgevoerd door een vakman en door personen die ver-
trouwd zijn met de geldende voorschriften en alle daaruit voortvloe-
iende mogelijke gevaren.
Controleer voor elke meting het meetapparaat op correcte werking met behulp van
een bekende meetgrootheid. Een onjuist testresultaat duidt op een mogelijke sto-
ring. Het meetapparaat moet gecontroleerd worden.
Zodra "OL" (voor overload = overbelast) wordt weergegeven op het display,
heeft u het meetbereik overschreden.
147