Tab.62
Berekenen van de drempelwaarde van de prestatiecoëfficiënt
Indien de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hoger is dan de drempelprestatiecoëfficiënt, krijgt de warmtepomp voorrang.
Anders wordt alleen de bijverwarming ingeschakeld. De prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hangt af van de buitentempe
ratuur en van de richttemperatuur van het verwarmingswater.
HP061 parame
Beschrijving
ter
HP061 = 1
Bij de optimalisering aan de hand van de energiekosten voor de consument (fabrieksinstelling) kiest de re
gelaar de goedkoopste generator aan de hand van de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp en aan de
hand van de energiekosten.
De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de drempelwaarde van de prestatiecoëffi
ciënt die is berekend overeenkomstig de optimaliseringsmodus van de energiekosten via de energiekos
tenparameters: HP062 : Elektriciteit hoog tarief, HP063 : Elektriciteit laag tarief,HP064 : m3/liter gas-/
brandstofkosten en HP068: efficiëntie van de ketel.
HP061 = 2
Optimalisering van het primaire energieverbruik: De regelaar kiest de generator die de minste primaire
energie verbruikt.
De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de HP054 drempelwaarde van de presta
tiecoëfficiënt overeenkomstig de optimaliseringsmodus van het primaire energieverbruik .
HP061 = 3
Optimalisering van de CO
De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de drempelwaarde van de prestatiecoëffi
ciënt die is berekend overeenkomstig de optimaliseringsmodus van de CO
elektriciteit in verwarmingsmodus, HP066 : CO2-emissie elektriciteit in SWW-modus en HP067: CO2-
emissie gas of olie
HP061 = 0
Geen optimalisering: De warmtepomp start altijd eerst op, ongeacht de omstandigheden. Vervolgens wordt
indien nodig de bijverwarming van de ketel gestart.
Afb.127 Invloed van buitentemperaturen en
bivalentie.
+
T
C
1
S
+
C
T
S
1
T
1
7682772 - v02 - 11012018
9.4.7
De hybride functie bestaat uit het automatisch overschakelen tussen de
warmtepomp en de ketel op grond van de verbruikskosten of CO
van elke warmtegenerator.
-uitstoot: De regelaar kiest de generator die de minste CO
2
.
C
T
T
2
C
T
T
2
C
T
T
C
2
S
MW-5000542-1
9.4.8
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het geselecteerde circuit
vloerverwarming of convectieventilator is: CP020 parameter ingesteld op 2
of 5.
Configureren van de hybride werkingsmodus van een hy
draulische bijverwarming
Belangrijk
De hybride werkingsmodus is alleen beschikbaar voor apparaten
met hydraulische bijverwarming.
C EPC: Energie prestatie coëfficiënt
C
Drempelwaarde prestatiecoëfficiënt
S
T Buitentemperatuur
T
HP051 parameter: Minimum buitentemperatuur voor stoppen van
1
warmtepomp
T
HP000 parameter: Buiten bivalente temperatuur
2
Configureren van een convectieventilator of vloerkoeling
9 Instellingen
-uitstoot
2
uitstoot.
2
-uitstoot: HP065 : CO2-emissie
2
MIV-4S
99