12 INGEBRUIKNEMING VAN DE LAADKLEP
Zorg ervoor dat het laadklepframe en de montageplaten
geïnstalleerd
werden
montagetekeningen en voorschriften van DHOLLANDIA.
Vergewis u ervan dat alle bouten en moeren met het vereiste
aandraaimoment bevestigd werden. Zie aanhangsel 16.2 op pagina
57.
Zorg ervoor dat alle elektrische verbindingen zijn afgewerkt volgens
de instructies in 11 vanaf pagina 43.
Raadpleeg de gebruikshandleiding en stickers voor instructies over
de manier waarop de laadklep veilig bediend kan worden. Zie ook
15 vanaf pagina 52.
Schakel de stroom naar de laadklep in (cabineschakelaar, batterijschakelaar of combinatie van beide).
Laat de laadklep STIJGEN om het platform tot op het niveau van de laadvloer te krijgen. Stop wanneer u de hydraulische pomp
in overdruk hoort gaan.
Laat de laadklep SLUITEN om het platform tot tegen het achterkader van de carrosserie te laten bewegen. Stop wanneer u de
hydraulische pomp in overdruk hoort gaan.
Een ongepast gebruik van de laadklep kan de operator blootstellen aan een groot risico op ernstig lichamelijk letsel of de dood.
Raadpleeg bij twijfel over het juiste gebruik van de laadklep ALTIJD de gebruikshandleiding voordat u verder gaat.
Controleer op zichtbare lekken van de hydraulische olie terwijl het systeem onder druk wordt gezet. Als er wel een lek blijkt te
zijn, verhelp dit probleem dan eerst alvorens verder te gaan.
Er kan lucht in de hydraulische circuits zitten, zolang de laadklep niet ontlucht werd. Lucht kan ervoor zorgen dat het platform
onverwachte bewegingen maakt en kan de installateur een groot risico op ernstig lichamelijk letsel doen lopen. De installateur
MOET waakzaam blijven en buiten het bewegingsbereik van het platform en de bewegende onderdelen van de laadvloer blijven
zolang de hydraulische circuits niet zijn ontlucht en alle functies naar behoren zijn getest.
Verwijder de montagekar op wielen, indien dit nog niet gebeurd zou zijn. Verwijder alle overige montagehulpmiddelen (takels,
vorkliften met hijsbanden, C-klemmen, enz.) die tijdens de installatie gebruikt werden.
Bedien de functies OPENEN gevolgd door DALEN om het platform tot op de grond te laten zakken.
Verwijder de borgingsbouten voor de schommel van de mechanische bodemschuinstelling. Dit zal de AUTOMATISCHE
SCHUINSTELLINGsfunctie activeren.
M
Controleer de slangbreukventielen op alle cilinders. Zorg ervoor dat de spoelen en hun kabels zodanig gepositioneerd zijn dat
ze niet gekneld of beschadigd kunnen raken tijdens de verschillende functies. Vergewis u ervan dat de borgmoer van de spoel
stevig is aangedraaid.
Voer alle functies minstens 5 keer uit. Vergewis u ervan dat er geen storing of botsing is tussen de laadklep en het voertuig. De
DHOLLANDIA
in
overeenstemming
WAARSCHUWING
met
de
48