Diverse voertuigconstructeurs bieden voorgeperforeerde chassis aan en staan niet toe dat u extra gaten boort door de
chassisbalken.
Raadpleeg de montage- en opbouwvoorschriften van de voertuigconstructeur en leef deze na.
Als de spreiding van de gaten op het voorgeperforeerde chassis niet in overeenstemming is met bovenstaande instructies,
controleer dan eerst of u de montagehoogte
montageplaten en de gaten van het voorgeperforeerde chassis.
Zo niet, voeg dan 2 extra bouten toe op de horizontale of verticale omtrek. Een bout in het midden biedt weinig meerwaarde.
Of gebruik indien mogelijk het hulpchassis om te voldoen aan X<40.
Oplossing met 2 extra bouten:
Om verder te boren, markeert u de positie van de boorgaten op de montageplaten, het voertuigchassis en het hulpchassis.
Boor de gaten (ø van de boor = M-waarde van de bouten + 0,5 mm).
Monteer de montageplaten, bouten en moeren op het voertuigchassis en het hulpchassis. Bevestig alle bouten en moeren met
het vereiste aandraaimoment (zie waarden voor "afschuiven").
Het is essentieel dat de bouten en moeren die gebruikt worden om het laadklepframe aan het chassis te bevestigen, met het
vereiste aandraaimoment worden vastgezet (zie waarden voor "afschuiven").
Als u montagebouten gebruikt die niet door DHOLLANDIA worden geleverd, vraag dan een bevestiging van het vereiste
aandraaimoment aan uw leverancier en zorg ervoor dat ze minstens een gelijkwaardige sterkte garanderen.
Controleer de bouten na de statische en dynamische gewichtstest die tijdens de ingebruikstellingstest voor aflevering wordt
uitgevoerd en draai ze opnieuw vast.
DHOLLANDIA
OPMERKING
mfc
kunt veranderen om een betere aanpassing te verkrijgen tussen de
OPMERKING
27
Oplossing met bout in het hulpchassis