7 METHODEN OM LAADKLEPFRAME TE MONTEREN
Er zijn 3 verschillende methoden om de laadklep te monteren:
1. Met montagemallen (optie OAM103). Universele methode, geschikt voor situaties waarbij het platform de volledige afsluiting
van het achterportaal van de carrosserie vormt (zonder achterdeuren), of zich achter de voertuigdeuren bevindt.
2. Het platform in de verticale positie gebruiken Gelijkwaardig aan # 1, met als bijkomend voordeel dat het mogelijk is om de
platformpositie te corrigeren als de carrosserie scheef staat.
3. Het platform in de horizontale positie gebruiken Geschikt voor bestelwagens of voor carrosserieën met deursluitingen
gemonteerd achter de achterdeur. Zie ook 6.2.2 op pagina 16.
Methoden # 1 en # 2 kunnen alleen gebruikt worden voor STANDAARD-platformen met een conventionele ronde boord [ref.
OAP310].
Platformen met uitgebreide rand (opties OAP312, OAP313, OAP407, enz.) vereisen methode # 3.
7.1
METHODE MET DE MONTAGEMALLEN
De buitenbreedte over de hefarmen meten. Deze afmeting stemt overeen met de binnenbreedte die nodig is tussen 2
montagemallen.
Markeer de middenlijn van het voertuig op de achterbalk van de laadvloer. Positioneer de 2 montagemallen zodanig dat:
1. De afstand tussen de 2 montagemallen overeenstemt met de buitenbreedte over de hefarmen.
2. De afstand van elke montagemal tot de middenlijn gelijk is, zodat ze perfect gecentreerd zijn in de achteropening van de
carrosserie.
Voor platformen over halve breedte positioneert u de montagemal in functie van de armbreedte lac, en de voorziene positie van
het halve platform in de achteropening van de carrosserie.
Bevestig de montagemallen aan de achterbalk van de laadvloer door middel van bouten, klemmen of puntlassen.
DHOLLANDIA
mjh
en
mjv
worden eveneens bevestigd op de
MONTAGETEKENING die na orderbevestiging wordt
verstuurd.
17