K - MOGELIJKE PROBLEMEN/CORRIG-
ERENDE MAATREGELEN
Mogelijke
problemen
De brander gaat niet
–
aan
–
–
–
De brander brandt
–
niet gelijkmatig of
gaat uit
–
–
Onregelmatige
–
vlammen
–
–
Rookwolk boven de
–
brander
–
Vlam bij de sproeier
–
–
Brandend lek rond
–
een onderdeel
–
–
Onvoldoende
–
warmteontwikkeling
–
Brandend lek achter
–
de bedieningsknop
–
–
De brander gaat
–
niet aan met de
elektronische
ontsteking maar wel
–
met een lucifer
–
Mogelijke oorzaken/
Corrigerende maatregelen
Gebrekkige gastoevoer.
Regelaar werkt niet goed.
Slang, ventiel, venturibuis of
branderopeningen verstopt.
Batterij kan bijna leeg zijn.
Controleer de batterij.
Controleer of er gas aanwezig
is.
Controleer de slangaansluiting.
Neem contact op met de
onderhoudsdienst.
Nieuwe fles kan lucht bevatten.
Als het toestel enige tijd in
werking is, verdwijnt de storing
vanzelf.
Achtergebleven water na het
reinigen van de branderdeksels.
Neem contact op met de
onderhoudsdienst.
De
venturibuis
is
verstopt
(mogelijk door spinnenwebben).
Reinig de venturibuis.
Neem contact op met de
onderhoudsdienst.
De fles is bijna leeg
Neem contact op met de
onderhoudsdienst.
Sluit onmiddellijk de gastoevoer
af.
Lekkend onderdeel: draai de
moeren aan of vervang de
slang.
Neem contact op met de
onderhoudsdienst.
Sproeier
of
venturibuis
verstopt.
Neem contact op met de
onderhoudsdienst.
Defect ventiel.
Schakel het toestel uit.
Neem contact op met de
onderhoudsdienst.
Een van de drie branders of
elektroden (16) kan nat zijn.
Maak ze droog.
De batterij kan bijna leeg zijn.
Controleer de batterij.
Neem contact op met de
onderhoudsdienst.
39
NL