Werkstand restwegindicatie
In normaal bedrijf toont de teller de nominale positie van het
meetsysteem. In het bijzonder bij het gebruik van de ND's aan
gereedschapsmachines en bij automatiseringsopgaven kan
het een voordeel zijn, dat de restweg tot een ingegeven
nominale positie wordt weergegeven. Positioneren gebeurt
dan eenvoudig door het verplaatsen naar de afleeswaarde
nul.
Met het sleutelgetal 246 582 kan de restwegindicatie
gekozen worden.
Weergave
Betekenis
geen restwegindicatie
restwegindicatie is gekozen
„Verplaatsen naar nul" met restwegindicatie
Kies referentiepunt 2.
Geef de nominale positie in.
Verplaats de as naar nul.
Functie van de schakeluitgangen A1 en A2
In werkstand restwegindicatie hebben de schakeluitgangen A1
(pin 15) en A2 (pin 16) een andere functie: ze zijn symetrisch
aan afleeswaarde nul. Wordt bijvoorbeeld in P62 als
schakelpunt 10 mm ingegeven, dan schakelt de uitgang A1
zowel bij +10 mm als bij –10 mm. Het beeld beneden toont
het uitgangssignaal A1, wanneer vanuit negatieve richting
verplaatst wordt.
Ð10
Pin 15
(A1)
t
v1
Tijdelijk signaalverloop voor schakelgrens (A1) = 10 mm , t
≤ 180 ms
t
v2
0
+10
verpl.
t
v2
t
≤ 22 ms,
v1
39