Dataformaat en stuurteken
Dataformaat
Stuurteken
Voorbeeld: volgorde bij de meetwaarde-uitgave
meetwaarde = – 5.23 mm
meetwaarde ligt binnen de classificatiegrenzen ( = ) en is de
actuele waarde ( A ) van een meetreeks.
Meetwaarde-uitgave
– 5 . 2 3
1
2
3
1
voorteken
2
getalswaarde met decimale punt (totaal 10 tekens,
aanliggende nullen worden als spatie uitgegeven.)
3
spatie
4
maateenheid:
spatie = mm; " = inch; ? = storing
5
classificatietoestand (<, >, =; ? als P18 > P19)
of spatie
6
meetreeks (S = MIN; A = ACTL; G = MAX; D = DIFF)
of spatie
30
7
CR ( carriage return , engl. voor terugloopwagen)
8
LF ( line feed , engl. voor regelbeweging)
1 start-bit
7 data-bits
even pariteits bit (even pariteit)
2 stop-bits
meetwaarde opvragen: STX (Ctrl B)
onderbreking DC3 (Ctrl S)
doorgaan DC1 (Ctrl Q)
foutmelding opvragen: ENQ (Ctrl E)
=
A
< C R >
4
5
6
7
Bedrijfsparameters voor de meetwaarde-uitgave
Parameter
Weergavestop bij de meetwaarde-uitgave
De werking van het signaal voor meetwaarde-uitgave op de
teller wordt in bedrijfsparameter P23 vastgelegd.
Weergavestop bij meetwaarde-uitgave
meelopende weergave, geen weergavestop: afleeswaarde
komt overeen met de actuele meetwaarde
< L F >
gestopte weergave: weergave wordt vastgehouden
(bevroren) en bij ieder signaal voor meetwaarde-
8
uitgave geactualiseerd
gestopte/meelopende weergave: weergave is gestopt,
zolang er een signaal voor meetwaarde-uitgave
voorligt
Functie
baudrate
aantal toegevoegde lege regels bij de
meetwaarde-uitgave
P23