Classificeren
Bij het classificeren vergelijkt de teller de getoonde waarde
met een bovenste en een onderste "classificatiegrens".
Het classificatiebedrijf wordt met bedrijfsparameter P17 in- of
uitgeschakeld.
Classificatiegrenzen ingeven
Classificatiegrenzen worden in bedrijfsparameter P18 en P19
ingegeven (zie „bedrijfsparameters").
Classificatiesignalen
Statussen en schakeluitgangen aan de sub-D-aansluiting EXT
(X41, zie daar) classificeren de afleeswaarde.
Weergave Betekenis
=
meetwaarde ligt binnen de classificatiegrenzen
<
meetwaarde is kleiner dan de onderste
classificatiegrens
>
meetwaarde is groter dan de bovenste
classificatiegrens
Bedrijfsparameters voor het classificeren
classificeren AAN/UIT
onderste classificatiegrens
bovenste classificatiegrens
12
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Voorbeeld: bovenste classificatiegrens = 26,02 mm
onderste classificatiegrens = 26,00 mm
gut
Nacharbeit
Ausschu§˜