5
Inbedrijfstelling
VOORZICHTIG
De automatische ontsteking is zo geprogrammeerd dat er
rekening gehouden is met een veroudering van de onder-
delen. Een 100%-kalibratie van de automatische ontste-
king ondanks de nalevingen van de instelwaarden voor
rookgas
(Tab. 5-1
t/m
Tab.
hierop hebben.
▪ De kalibratie van de automatische ontsteking mag alleen
uitgevoerd worden als de instelwaarden voor het rook-
gas niet aangehouden worden of er een mechanische
wijziging bijv. door vervanging van onderdelen door ori-
ginele onderdelen is uitgevoerd.
6
In het programma [Emissiemeting] de instelling [Basisbelasting]
selecteren (zie Emissiemeting), maar niet bevestigen.
▪ Ervoor zorgen dat de wamteafgifte in het verwarmingsnet tij-
dens de emissiemeting mogelijk is.
▪ Branderinstellingen met rookgasanalysator controleren en met
Tab. 5-1
t/m
Tab. 5-4
vergelijken.
▪ Liggen de O
/CO
-concentraties binnen de toegestane waar-
2
2
den:
geen verdere maatregelen vereist.
▪ Liggen de O
/CO
-concentraties buiten de toegestane waarde:
2
2
100%-kalibratie uitvoeren en [Verlaging Io-basis] zo instellen,
dat het instelbereik wordt bereikt (zie
vanaf werkstap 5 herhalen.
▪ Meetwaarden op het formulier "Installatiebewijs" en in het be-
drijfshandboek documenteren.
7
Programma [Emissiemeting] sluiten.
8
Handmatige werking aan de regeling RoCon BF instellen (zie
gebruikshandleiding "Regeling RoCon BF").
9
Weerstand van de rookgasleiding controleren (zie
Type
GCU compact 315 / 515 (Biv)
Gassoort
Branderbelas-
(10)
(ijkgas)
ting
Aardgas E/H
Basisbelasting
(G20)
Volledige belast
Aardgas LL/L
Basisbelasting
(G25)
Volledige belast
(11)
Propaan
Basisbelasting
(G31)
Volledige belast
Tab. 5-1
Controlwaarden inbedrijfstelling voor GCU compact 315
en GCU compact 515 voor verschillende gassoorten
Type
GCU compact 320 / 520 (Biv)
Gassoort
Branderbelas-
(10)
(ijkgas)
ting
Aardgas E/H
Basisbelasting
(G20)
Volledige belast
Aardgas LL/L
Basisbelasting
(G25)
Volledige belast
(11)
Propaan
Basisbelasting
(G31)
Volledige belast
Tab. 5-2
Controlwaarden inbedrijfstelling voor GCU compact 320
en GCU compact 520 voor verschillende gassoorten
(10)
Vergelijk vermelding op gele sticker op het branderhuis
(11)
Instelling vloeibaar gas
Installatie- en gebruikshandleiding
40
5-4) kan een nadelige invloed
Hfst.
7.3.4) en de meting
Hfst.
4.5.1).
O
-gehalte in
CO
-gehalte in
2
2
%
%
6,5 – 7,2
7,7 – 8,1
5,2 – 5,9
8,4 – 8,8
5,5 – 6,2
8,1 – 8,5
4,4 – 5,1
8,7 – 9,1
6,5 – 6,9
9,2 – 9,5
4,5 – 5,3
10,3 – 10,8
O
-gehalte in
CO
-gehalte in
2
2
%
%
6,5 – 7,2
7,7 – 8,1
5,6 – 6,3
8,2 – 8,6
5,5 – 6,2
8,1 – 8,5
4,6 – 5,3
8,6 – 9,0
6,5 – 6,9
9,2 – 9,5
4,9 – 5,8
10,0 – 10,5
Type
GCU compact 524 (Biv)
Gassoort
Branderbelas-
(10)
(ijkgas)
ting
Aardgas E/H
Basisbelasting
(G20)
Volledige belast
Aardgas LL/L
Basisbelasting
(G25)
Volledige belast
(11)
Propaan
Basisbelasting
(G31)
Volledige belast
Tab. 5-3
Controlwaarden inbedrijfstelling voor GCU compact 524
en voor verschillende gassoorten
Type
GCU compact 528 (Biv)
Gassoort
Branderbelas-
(10)
(ijkgas)
ting
Aardgas E/H
Basisbelasting
(G20)
Volledige belast
Aardgas LL/L
Basisbelasting
(G25)
Volledige belast
(11)
Propaan
Basisbelasting
(G31)
Volledige belast
Tab. 5-4
Controlwaarden inbedrijfstelling voor GCU compact 528
en voor verschillende gassoorten
5.1.4
Na de inbedrijfstelling
1
Afdekkap monteren (zie
Hfst.
2
Alle punten op de "checklist na de inbedrijfstelling" controleren
(zie
Hfst.
5.2).
3
Controleresultaat op de checklist rapporteren.
Alleen als alle punten op de checklijst met Ja kunnen worden be-
antwoord, mag de GCU compact aan de exploitant opgeleverd wor-
den.
Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler
O
-gehalte in
CO
-gehalte in
2
2
%
%
5,6 – 6,1
8,3 – 8,6
5,6 – 6,1
8,3 – 8,6
5,1 – 5,7
8,4 – 8,7
4,7 – 5,3
8,6 – 8,9
5,1 – 5,7
10,0 – 10,4
4,7 – 5,4
10,2 – 10,7
O
-gehalte in
CO
-gehalte in
2
2
%
%
5,6 – 6,1
8,3 – 8,6
5,1 – 5,8
8,5 – 8,9
5,1 – 5,7
8,4 – 8,7
4,7 – 5,3
8,6 – 8,9
5,1 – 5,7
10,0 – 10,4
4,7 – 5,4
10,2 – 10,7
4.4.3).
Gas Combi Unit
008.1543899_02 – 04/2019 – NL