Afb. 4-34
Kabelafdekking monteren
16 Frontdeksel sluiten en borgschroef weer inschroeven.
VOORZICHTIG
Beknelde kabels kunnen leiden tot kortsluitingen en een
verstoorde werking van de installatie.
▪ Let er bij het sluiten van het frontdeksel op, dat er geen
kabel bekneld raakt.
17 Monteer de afdekkap.
18 Voeding tussen GCU compact en zekeringenautomaat op de af-
takdoos van de huisinstallatie aansluiten (zie
Afb.
12-5).
▪ Alpolig scheidende hoofdschakelaar op de verdeeldoos van de
huisinstallatie (scheidingsvoorziening conform EN 60335-1) ge-
bruiken.
▪ Let op de juiste poolaansluiting en de correcte aarding.
19 Na afloop van alle elektrische aansluitwerkzaamheden de voe-
ding weer op de betreffende zekeringsautomaat aansluiten.
4.7.2
Geïntegreerde
verwarmingscirculatiepomp en 3‑weg-
klep
De GCU compact is standaard met
▪ een geïntegreerde cv-circulatiepomp
▪ een 3-weg-verdeelklep (3UV DHW)
▪ en een 3-weg-mengklep (3UVB1)
uitgevoerd.
De verwarmingscirculatiepomp en de 3-wegkleppen zijn af fabriek
aangesloten, de ventielaandrijving is ingestoken.
Gas Combi Unit
Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler
008.1543899_02 – 04/2019 – NL
Afb. 4-35
4.7.3
Hfst.
12,
Aanwijzingen bij temperatursensoren
De GCU compact kan de aanvoertemperatuur afhankelijk van het
weer regelen. Voor deze functie is de buitentemperatuursensor (Ro-
Con OT1) noodzakelijk die in de leveringsomvang is inbegrepen. Zie
voor aanwijzingen voor de montageplek en de elektrische aanslui-
ting
Hfst.
De met de temperatuursensoren binnen het apparaat (temperatuur-
sensoren voor de aanvoer- en retourloop, interne mengersensor)
vastgestelde temperaturen dienen voor de regeling van het brander-
vermogen en storingssignalering. De temperatuursensoren zijn af fa-
briek aangesloten en kunnen bij vervanging direct op de sensor in-
gestoken worden.
De boilertemperatuursensor is eveneens af fabriek gemonteerd en
aangeklemd (NTC weerstand).
Voor de regeling van een mengercircuit wordt de mengermodule
(EHS157068) benodigd waarin de mengercircuit-aanvoertempera-
tuursensor aanwezig is.
Verdere elektrische componenten kunnen op de printplaatstek-
kers worden aangesloten:
Printplaatstekker J13
Verdere optionele regelsysteemcomponenten in het CAN-bussys-
teem (ruimteregelaar, mengermodule etc.) worden via de printplaat-
sekker J13 op het schakelpaneel aangesloten (zie
Hfst.
4.7.7).
4
Montage en installatie
Opbouw en positionering van de 3‑wegkleppen
Temperatuursensor en andere elektrische
componenten
VOORZICHTIG
Gebruik van niet toegestane of niet voor het apparaat be-
stemde temperatuursensoren an leiden tot ernstige storin-
gen in de regeleenheid van de GCU compact en de rege-
ling van het apparaat beschadigen.
▪ Gebruik uitsluitend de als toebehoren verkrijgbare tem-
peratuursensoren van ons.
4.7.4.
Installatie- en gebruikshandleiding
Hfst. 4.7.5
t/m
33