Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Eerste Inbedrijfstelling; Voorwaarden; Controles Voorafgaand Aan De Inbedrijfstelling - Daikin GCU compact Series Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5

Inbedrijfstelling

WAARSCHUWING
Een ondeskundig in bedrijf gestelde GCU compact kan le-
ven en gezondheid van personen in gevaar brengen en de
functie nadelig beïnvloeden.
▪ Inbedrijfstelling van de GCU compact alleen door ver-
warmingsdeskundigen die door het gas- of energiebe-
drijf hiervoor zijn geautoriseerd.
VOORZICHTIG
Een ondeskundig in bedrijf gestelde GCU compact kan
materiële schade en milieuschade veroorzaken.
▪ Neem de aanwijzingen betreffende de waterkwaliteit in
acht conform
Hfst.
1.2.5.
▪ Ter vermijding van corrosieproducten en afzettingen, de
desbetreffende regels van de techniek resp. de ter plaat-
se van toepassing zijnde eisen in acht nemen.
▪ Bij vul- en aanvulwater dat zeer hard is (>3 mmol/l - som
van calcium- en magnesiumconcentraties, berekend als
calciumcarbonaat) moeten er maatregelen voor onzil-
ting, ontharding of stabilisatie van de hardheid worden
genomen. Wij adviseren Fernox kalk- en corrosiebe-
schermingsmiddel KSK.
▪ Tijdens het bedrijf van de installatie, moet met regelmaat
de waterdruk worden gecontroleerd middels de, door de
installateur gemonteerde manometer (groene sector), of
door het oproepen van de druk op de regelaar (zie de
meegeleverde handleiding van de regelaar). Bijregeling
indien nodig door bijvullen.
Ondeskundige inbedrijfstelling veroorzaakt het verval van de garan-
tie op het apparaat door de fabrikant. Bij problemen of vragen kunt u
contact opnemen met onze technische klantenservice.
5.1

Eerste inbedrijfstelling

Nadat de GCU compact geplaatst en geheel aangesloten is, kan hij
door deskundig personeel in bedrijf worden gesteld.
5.1.1

Voorwaarden

▪ De GCU compact is volledig aangesloten.
▪ De bekleding van de verwarmingscel is gesloten en dicht.
▪ Het rookgasafvoersysteem is conform de plaatselijke voorschriften
gemonteerd en op de warmtebron aangesloten.
▪ Het condenswatersifon is gevuld.
▪ De verwarmings- en warmwaterinstallatie is gevuld en staat onder
de juiste druk.
▪ De boiler is tot aan de overloop gevuld.
▪ De regelkleppen van de verwarmingsinstallatie zijn geopend.
5.1.2
Controles voorafgaand aan de
inbedrijfstelling
1
Alle aansluitingen op lekken controleren.
2
Alle punten op de "checklist voor de inbedrijfstelling" controleren
(zie
Hfst.
5.2).
3
Controleresultaat op de checklist rapporteren.
Alleen als alle punten op de checklijst met Ja kunnen worden be-
antwoord, mag de GCU compact in bedrijf worden gesteld.
5.1.3
Inbedrijfstelling
1
Gaskraan openen.
Gas Combi Unit
Op de vloer geplaatste HR-gasketel met geïntegreerde boiler
008.1543899_02 – 04/2019 – NL
2
Netschakelaar inschakelen. Startfase afwachten.
▪ Zie bij startproblemen
Hfst.
3
Verwamingsinstallatie aan de regeling RoCon BF configureren.
▪ Instelling en toelicht zie de meegeleverde gebruikshandleiding
"Regeling RoCon BF" -> hoofdstuk "Eerste inbedrijfstelling".
▪ Gewijzigde instelwaarden in de betreffende tabellen in de ge-
bruikshandleiding van de regeling RoCon BF noteren.
4
Eerste automatische kalibratie:
▪ Aan de regeling RoCon BF het programma [Emissiemeting] ->
[Volledige belast] selecteren (zie Emissiemeting), maar niet be-
vestigen.
▪ Ervoor zorgen dat de wamteafgifte in het verwarmingsnet tij-
dens de kalibratie mogelijk is.
▪ Zie bij branderstartproblemen
▪ Automatische kalibratie van de GCU compact en aanpassing
van de gasklep uitgevoerd.
▪ Kalibratie en adaptatie zijn 2 minuten na de weergave van het
brandersymbool
op het display voltooid.
▪ Programma [Emissiemeting] sluiten.
▪ Branderverntiilatie schakelt uit.
▪ Na stilstand van de branderventilatie de netschakelaar op het
schakelpaneel van de ketel uitschakelen.
▪ GCU compact schakelt uit.
▪ 20 seconden wachten, dan de netschakelaar weer inschakelen.
Startfase afwachten.
5
Tweede automatische kalibratie en uitvoering van de rook-
gasmeting:
▪ Aan de regeling RoCon BF het programma [Emissiemeting] ->
[Volledige belast] selecteren (zie Emissiemeting), maar niet be-
vestigen.
▪ Ervoor zorgen dat de wamteafgifte in het verwarmingsnet tij-
dens de emissiemeting mogelijk is.
▪ Zie bij branderstartproblemen
▪ Automatische kalibratie van de GCU compact en aanpassing
van de gasklep uitgevoerd.
▪ Kalibratie en adaptatie zijn 2 minuten na de weergave van het
brandersymbool
op het display voltooid.
▪ Branderinstellingen met rookgasanalysator controleren en met
Tab. 5-1
t/m
Tab. 5-4
vergelijken.
▪ Liggen de O
/CO
-concentraties binnen de toegestane waar-
2
2
den:
geen verdere maatregelen vereist.
▪ Liggen de O
/CO
-concentraties buiten de toegestane waarde:
2
2
100%-kalibratie uitvoeren en [Verlaging Io-basis] zo instellen,
dat het instelbereik wordt bereikt (zie
herhalen.
▪ Meetwaarden op het formulier "Installatiebewijs" en in het be-
drijfshandboek documenteren.
5
Inbedrijfstelling
10.
Hfst.
7.3.4.
Hfst.
7.3.4.
Hfst.
7.3.4) en de meting
Installatie- en gebruikshandleiding
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave