4.4 Oververhittingsbescherming
Dit apparaat is uitgerust met een oververhittingsbe-
scherming. Als het apparaat te warm wordt, schakelt
het verwarmingselement automatisch uit.
U schakelt het toestel uit door de tuimelschake-
laars 4 en 5 in de stand 'Uit' te zetten en de
draaischakelaar 7 op de stand " " te draaien.
De voedingskabel uit het stopcontact trekken.
Laat het apparaat minstens 10 minuten afkoelen.
Controleer de luchtingangs- en luchtuitgangso-
peningen en verhelp de oorzaak van de over-
verhitting alvorens u het apparaat opnieuw in
werking neemt.
OPGELET! Oververhitting heeft normaal
een
reden!
Ze
betekenen!
Controleer of het apparaat zijn warmte voldo-
ende kan afgeven: Is het apparaat afgedekt of
staat het te dicht tegen een wand of een andere
hindernis? Zijn de roosters aan de voor- of ach-
terzijde vrij? Wordt de ventilator geblokkeerd?
Verhelp, indien mogelijk, het probleem of neem
contact op met de service hotline (zie hoofdstuk
'Service').
Ook als u geen oorzaak kunt vinden, maar
de oververhittingsbeveiliging een tweede keer
activeert, moet u het apparaat uitschakelen en
contact opnemen met de service hotline (zie
hoofdstuk 'Service').
5. Onderhoud, reiniging en opslag
Trek steeds de netstekker uit als het apparaat
niet in gebruik is en voor elke reiniging of als er
bedrijfsstoringen optreden!
Reinig het apparaat uitsluitend in uitgeschakelde
en koude toestand.
Verzeker dat bij de reiniging geen vocht in het
apparaat binnendringt om een onherstelbare
beschadiging van het apparaat te vermijden.
12
NL/BE
kan
brandgevaar
Reinig de behuizing uitsluitend met een licht
vochtige doek en een mild afwasmiddel. Ge-
bruik in geen geval scherpe en/ of krassende
reinigingsmiddelen.
Verwijder stofafzettingen op het veiligheidsrooster
met een stofzuiger.
Bewaar het apparaat in een droge omgeving.
6. Afvalverwijdering
De verpakking bestaat uit milieuvriende-
lijke materialen, die u kunt verwijderen
via de plaatselijke recyclingpunten.
Dit product is onderworpen aan
de Europese Richtlijn 2012/19/EU.
Gooi het product niet bij het huisvuil,
maar via gemeentelijke inzamelpunten
voor materiaalrecycling! Voor informatie
over de wijze waarop het afgedankte
apparaat moet worden verwijderd, kunt
u contact opnemen met de gemeente of
het gemeentebestuur.
Let op de etikettering van de verpakkings-
materialen bij het scheiden van afval,
deze zijn gemarkeerd met afkortingen
(a) en nummers (b) met de volgende be-
tekenis 1–7: Kunststoffen/20–22: Papier
en Karton/80-98: Composieten.
7. EU-conformiteit
Dit product voldoet aan de eisen van de
toepasselijke Europese en nationale richt-
lijnen.